Bijdrage Staten­ver­ga­dering Begroting 2023


9 november 2022

Voorzitter, heel kort over de voordracht opcenten motorrijtuigenbelasting. Wij komen straks bij de bespreking van het programma mobiliteit daar nog even op terug. Principieel vinden we, dat automobiliteit sterk moet worden ontmoedigd en het gebruik van OV gemakkelijker en goedkoper moet worden. Van ons mogen de opcenten dus veel hoger zijn, mits de inkomsten dan ook direct gebruikt worden voor het betaalbaar houden en het verbeteren van het OV. Dat gezegd hebbende zal de Partij voor de Dieren niet voor dit besluit gaan liggen en voor deze voordracht stemmen.

Dan de begroting:

Voorzitter, al in 1972 waarschuwde de club van Rome in haar rapport “Grenzen aan de groei” over de wijze waarop onze manier van consumeren – uiteindelijk - desastreuze gevolgen zou hebben voor het milieu wereldwijd.

Het IPCC rapport spreekt dit jaar - voor het eerst - over de noodzaak tot degrowth, economische krimp dus. Er wordt gesproken over een trendbreuk met eerdere rapporten. De Franse Wetenschapper Parrique zegt hierover, dat het gaat om het anders inrichten van de economie, waarbij welzijn, gelijkheid en lokaal zeggenschap als maatstaf dienen. De consumptie in rijke landen is voor de meeste mensen ver voorbij de bevrediging van basale behoeften en heeft niets meer met het 'goede leven' te maken.”

Voorzitter, de begroting van de provincie Groningen laat die door de IPCC geadviseerde trendbreuk niet zien. Zeker niet alles is kommer en kwel als we de begroting bekijken, de term brede welvaart komen we vaak tegen, maar we zien - nog steeds - teveel nadruk op economische groei, met o.a. de aanwijzing van twee gebieden voor nieuwe grootschalige industrie, de Oostpolder en het gebied A7/N33.

Tijdens het debat bij de commissie vorige week, was gedeputeerde Rijzebol heel duidelijk. En ik citeer:” Het lijkt me een zeer gezond standpunt naar economische groei te streven”. En: “Het college streeft naar economische groei”. Waarom denkt het College vast te moeten houden aan groei, in de wetenschap dat dit niet ongestraft blijft en de puinhopen die opgeruimd moeten worden alleen maar hoger worden?

Voorzitter, de PvdD steunt de gedachte uit het IPCC rapport om economische groei niet langer heilig te blijven verklaren - een doodlopende weg in onze ogen. Wij vragen het provinciebestuur om welzijn, gelijkheid en lokaal zeggenschap centraal te stellen, en dienen daarom de motie Welzijn aarde centraal in.

Voorzitter, vervolgens willen wij aandacht vragen voor een onderwerp waar wij groei juist belangrijk achten: de biologische landbouw. Tot op heden wordt slechts 3,5% van de Groninger landbouwgrond biologisch beheerd, terwijl de Europese doelstelling 25% is in 2035. Biologische landbouw is voor veel urgente problemen deel van de oplossing, bijvoorbeeld: een betere bodem- en waterkwaliteit, o.a. door afname pesticiden en stikstof en toename van organische stof. Minder klimaatbelasting, waarbij de grond ook nog eens een grotere capaciteit heeft om droogte en nattigheid op te vangen en versterking van biodiversiteit en landschap.

De ambitie van Groningen staat nog mijlenver af van de Europese doelen, en in Europa bungelt Nederland dan ook onderaan in areaal biologisch. Wij vragen ons af of een hogere financiële inzet zou kunnen bijdragen aan versnelling in Groningen. Moet er extra subsidie worden ingezet, moet de bestaande inzet van pilots en informatiesessies worden geïntensiveerd, of zijn er andere, nog niet benutte manieren om de kar aan het rollen te krijgen? Kan de gedeputeerde hier op reageren?

Dan voorzitter de drie voorstellen die collega Kolthof genoemd heeft tijdens de commissie:

Ten eerste: het NRK-rapport over het versterken van het institutioneel vermogen van de Staten. Het verlies van kennis in de Provinciale Staten door het iedere 4 jaar weer vertrekken van een groot aantal statenleden is een grote zorg. Natuurlijk is er de griffie die kan ondersteunen, maar een belangrijk poppetje op de achtergrond is en blijft voor iedere fractie de fractiemedewerker. Vooral voor kleine fracties, maar ik denk ook voor de grotere, een onmisbare schakel. Om deze vast te houden, moet hij/zij tenminste een marktconform loon ontvangen en goede, in de maatschappij volkomen normale, arbeidsvoorwaarden. Daarvoor is het budget nu te laag!

Het verhogen van het budget voor fractieondersteuning is zoals de gedeputeerde volkomen terecht zei tijdens de commissie een zaak van de staten en daarom roept Provinciale Staten met de motie Verhoging fractiebudget op om daar serieus op in te zetten met ingang van de nieuwe statenperiode in maart 2023.

Ten tweede: Bos en hout. Voorzitter, het is jammer dat er nog steeds geen structureel budget is opgenomen in de begroting waardoor het al dan niet aanplanten van echte bossen in onze provincie afhankelijk blijft van de koers van de dag. De Partij voor de Dieren had dat graag anders gezien en zal hier bij het nieuwe College op terug komen. Voorzitter, bij de voorjaarsnota is onze motie tot het realiseren van een klimaatbos aangenomen. Kan de gedeputeerde vertellen wat de stand van zaken is?

Dan het laatste punt, voorzitter, de provinciale verantwoordelijkheid als het gaat om de opvang van door menselijk toedoen gewond geraakte dieren uit het wild. Collega Kolthof noemde al, dat de Raad voor Dierenaangelegenheden adviseert dat provincies verantwoordelijkheid moeten nemen bij de structurele financiering van dierenopvang.

We begrepen dat het pas na de verkiezingen duidelijk wordt hoe de eventuele steun dan handen en voeten wordt gegeven omdat er nog een inventarisatie loopt. Dat kan voor verschillende opvanglocaties te laat zijn, omdat hen het water financieel aan de lippen staat. Veel kennis over dieren, contacten met derden en de zorg die dieren nodig hebben zou dan verloren kunnen gaan, samen met de materiële infrastructuur.

Tijdens de commissie begrepen we van de gedeputeerde dat er binnenkort een gesprek gaat plaatsvinden met vertegenwoordigers van die wildopvanglocaties. Hebben we dat goed begrepen? En wanneer gaat dat gesprek plaatsvinden?

Voorzitter de motie Overbruggingsfinanciering wildopvang roept op tot een tussenstap. Het is belangrijk dat op zeer korte termijn in ieder geval inzichtelijk wordt wat de locaties op dit moment financieel nodig hebben om hun voortbestaan te kunnen garanderen. En daar waar nodig zorg te dragen voor een overbruggingsfinanciering.

Voorzitter, om deze woordvoering rond te maken kom ik nog even terug op de focus op economische groei en wil ik afsluiten met de woorden van Trouw-columnist Dolf Jansen, ik citeer : ”Groei staat gelijk aan vernietiging. Ik wil, dat begrijpt u, op geen enkele manier profeet zijn, onheils- of anderszins, maar ik geloof echt dat we het economisch model van groei dat gelijkstaat aan vernietiging, van biodiversiteit en bodem en oceanen en luchtkwaliteit en gezondheid en uiteindelijk van deze prachtige planeet, moeten loslaten. En ja, dat heeft grote gevolgen. Voor de agrarische sector, in welke bochten elke volgende minister van landbouw zich ook wringt, voor de vliegsector en de vervoerssector en alle Tata’s van dit land, en ook voor ons, voor mij, voor u.”

Tweede termijn:

Voorzitter, uiteraard ook van deze kant een reactie op de motie van Ons Groningen met betrekking tot de wolf. In het dictum wordt gevraagd aan het college om bij het rijk te pleiten voor een lagere beschermingsstatus van de wolf, om daarmee de schade aan vee en overige dieren te gaan.

Uiteraard zal de PvdD tegen deze motie stemmen. In de eerste plaats omdat de wolf een dier is dat thuishoort in onze natuur. Met respect heten we dit prachtige roofdier dan ook welkom, ook als het zich settelt in onze provincie.

Wil je minder aanvallen op vee hebben, dan zal je prooidieren moeten laten leven. Geen jacht meer toestaan dus, het rare zero-tolerance beleid los moeten laten als het gaat om zwijnen en herten. Inzetten op een goede aaneensluiting van natuur, ook grensoverschrijdend. Dat zou een slok op een borrel schelen.

Dan voorzitter, is de oproep in het dictum nogal onlogisch. Niet het Rijk, maar Europa gaat over de beschermstatus van de wolf. Daarbij staat de instandhouding van de soort voorop, de gedeputeerde noemde het ook al even. Met de paar wolven die we in Nederland hebben, zal Europa dan ook nooit toestemming geven, gelukkig maar.

In Duitsland kwam de 1e wolf rond 1998, er zijn nu zo'n 130 roedels, en ja, er zijn wat aanvallen geweest op vee. Veehouders krijgen daar alléén een vergoeding als ze erkende wolfwerende maatregelen hebben genomen (hekken, honden etc.), die staan in het wolvenplan van elke deelstaat. Om als provincie op zo’n plan in te zetten is veel verstandiger en realistischer. Kan het college reageren op het idee van het opstellen van een dergelijk plan.

Tenslotte voorzitter, volgens het CBS gingen in 2018 15 miljoen varkens, 2,2 miljoen runderen en 605 miljoen vleeskuikens naar de slachtbank. Dat komt neer op ruim vier koeien, 28 varkens en 1150 vleeskuikens per minuut. Ook worden er ieder jaar zo'n 600.000 schapen geslacht. Als we al deze dieren op een kruiwagen naar een gemeentehuis zouden moeten rijden…tja!

Voorzitter, de wolf een gevaarlijk beest? Of is het beest onder de dieren, hét grootste gevaar voor onze landbouwdieren, het wezen dat 'intelligent' loopt te doen op twee benen?