Bijdrage Staten­ver­ga­dering ganzen­ak­koord 2023 - 2029

Voorzitter, collega Kolthof stelde bij het begin van zijn woordvoering een belangrijke vraag: “Wat is het leven van een dier waard”? Ik zou er nog een paar aan toe willen voegen: “Zijn we niet zelf ook dieren? Zouden we niet wat meer compassie moeten tonen ten opzichte van elkaar, maar ook ten opzichte van andere soorten dan de mens?"

En als we dat laatste niet doen, wat maakt het ons dan? Een virus misschien, dat alleen maar in staat is om alles om zich heen te vernietigen? Een plaag? Voorzitter, dat laatste wil ik niet geloven, maar toch.. dat we heel veel kapot maken door onze egocentrische manier van doen is toch wel een feit.

Denkend vanuit de belangen van dieren en vanuit het oogpunt van de natuur - op een ecocentrische manier - kan de Partij voor de Dieren niet anders dan opkomen voor hen wiens geluid in dit gremium nauwelijks gehoord wordt. Vandaag dus de ganzen, die wederom vogelvrij verklaard worden in dit met bloed doordrenkte akkoord. En dat terwijl we weten dat het niet werkt! Acht jaar worden er al ganzen vermoord in onze provincie met als resultaat dat niet alleen de schade toeneemt, maar ook het aantal ganzen. Dieren compenseren hun verliezen met meer voortplanting.

Voorzitter, aan de hand van een vijftal moties wil de Partij voor de Dieren proberen het lot van deze arme dieren te verzachten. Een begin te maken met een ommekeer, zodat dit ganzenakkoord het laatste is dat is gebaseerd op doden. We hopen dat het College en andere partijen hun mededogen laten spreken. Dat zij anticiperen op de transitie van het landelijk gebied en de plek van de ganzen daarbinnen. Wij hopen op een beetje gezond verstand en … minder luisteren naar de lobby van de jagers, die een aardig belang hebben bij de afschot. Hun hobby is tenslotte het doden van dieren, en daarbovenop – regelmatig - het in de voedselketen brengen van ganzen.

Onze eerste motie vraagt om een transitie in gang te zetten, met als doel om tot een functioneel ganzenbeheer te komen, maar dan zonder geweer. Wij stellen voor om op korte termijn tenminste één pilot te starten waar ganzen uitsluitend verjaagd worden. Met effectmeting en evaluatie, met als doel om deze aanpak te perfectioneren en steeds verder uit te rollen.

De tweede motie gaat over de fourageergebieden. Uit de evaluatie van het huidige akkoord blijkt dat de gebieden niet of onvoldoende functioneren omdat ze te klein zijn of niet aansluiten op gebieden waar grote groepen ganzen zich ophouden. Het college gaat hier onderzoek naar doen. Daarbij zou wat ons betreft uitbreiding van bestaande gebieden of het aanwijzen van nieuwe gebieden uitdrukkelijk mee moeten worden genomen.

Via de volgende motie vragen we het college zich in te zetten voor het aanpassen van de regels rond de uitkering van vergoedingen voor gewasschade in fourageergebieden. Er gaat een te kleine financiële prikkel van uit om als boer deel te nemen aan een foerageergebied, waardoor het kan voorkomen dat midden in zo’n rustgebied een perceel ligt waar gejaagd mag worden, met alle verstoring van dien voor het hele gebied.

De vierde motie. Voorzitter, in de regeling ‘Tegemoetkoming ganzenschade’ van BIJ12 is opgenomen dat om in aanmerking te komen voor schadevergoeding, agrariërs verplicht zijn om te verjagen met ondersteunend afschot, waarbij minimaal twee keer per week een bejagingsactie door een jager moet plaatsvinden; dat vindt de PvdD niet alleen een wrede maar ook een vreemde regel. Als boeren uitsluitend zelf verjagen, zo goed als mogelijk preventieve maatregelen nemen, komen ze dus niet in aanmerking voor schadevergoeding. Wij vragen het College dan ook om in overleg te treden met BIJ12 en het ministerie om bovengenoemde te bespreken, teneinde de verplichting tot ondersteunend afschot te verwijderen uit de regelgeving.

Motie vijf gaat over professionele verjaagteam.) Voorzitter, de dierenbescherming kwam een paar jaar geleden met een economische kosten-batenanalyse van verjagen in plaats van bejagen. Zij presenteren een nieuw systeem voor het beheer van wilde dieren, waarbij verjagen economisch beter rendeert dan jagen . Niet alleen de dieren, maar ook de boeren varen er wel bij. Het verjagen wordt uitgevoerd door professionele verjaagteams. Vakmensen die helpen met op diervriendelijke wijze o.a. ganzen te verjagen of te weren van bepaalde percelen. Wij vragen het college de mogelijkheid tot het oprichten van een verjaagteam te verkennen met de partijen uit het ganzenakkoord.

Dan tenslotte voorzitter, een motie van een andere aard. Tijdens de lobby-actie van de jagers, geïnitieerd door de PVV op 18 januari jl. waren er twee jagers die we bevraagd hebben over het bejagen van ganzen in combinatie met de vogelgriep en het in de voedselketen brengen van mogelijk zieke dieren. De jongere van de twee sprak uit zich zorgen te maken over een dergelijke combi. De ander vond het niet nodig om geschoten dieren uit de voedselketen te houden. Hij blonk uit in onkunde over de ziekte en was ook erg nonchalant. Zoönosen waren in zijn optiek natuurlijke gebeurtenissen waar we ons maar geen zorgen over hoeven te maken. Want het komt zoals het komt! Wij vinden een dergelijke houding onacceptabel voor iemand die beslist over leven en dood. Voorzitter de PvdD maakt zich, samen met virologen, grote zorgen over het in gevaar brengen van de volksgezondheid en het ontstaan van een nieuwe pandemie. Wij vragen het college om ervoor te zorgen dat vogels als ganzen niet worden geconsumeerd en daarom deze laatste motie ( Neem vogelgriep serieus).