Bijdrage Staten­ver­ga­dering Koers­do­cument


28 september 2022

Voorzitter, als wij kijken naar het voorliggend document dat zien we vooral een document met mooie foto’s en een heel aantal wollige opmerkingen, waarmee je straks in de nieuwe omgevingsvisie alle kanten op kunt. Als we het proberen te doorgronden zien we vooral veel van het oude terugkomen, zoals brede welvaart maar dan alleen voor het hier en nu, en veel focus op groei van de economie. De mens in het centrum en alles daaromheen moet van nood maar mee genomen worden, maar vooral ook op een manier zodat het weer ten goede komt aan diezelfde mens.

Natuurlijk is het leven en het welzijn van de mens van grote waarde, maar de intrinsieke waarde van de natuur en haar inwoners, van huisdieren en landbouwdieren zou op hetzelfde niveau mee moeten worden genomen. En ook het recht van generaties na ons op een leefbare aarde moet even zwaar meetellen. We zien hiervan - buiten wat vaag blijvende zinsneden - niets terug in de door de Staten vandaag vast te stellen koers naar de omgevingsvisie.

Dat geldt ook voor de regierol die de provincie heeft en zou moeten pakken voor de bescherming van natuur, milieu en de door velen gekoesterde mooie landschappen van Groningen. De provincie is immers bij uitstek de hoeder van het landelijk gebied.

Gemiste kansen! Als we nu geen goede basis leggen werkt dit negatief door in de regels en het beleid waar we de komende decennia mee moeten gaan werken.

Voorzitter, de omgevingswet geeft een aantal bepalingen mee die een belangrijke stempel drukken op de onderwerpen, vragen en dilemma’s die in een Omgevingsvisie aan de orde moeten komen. De wet is nog niet ingevoerd, maar de wetteksten zijn inmiddels geconsolideerd.

Het is dus zaak om de Omgevingswet als basis en uitgangspunt te nemen bij de bespreking van het Koersdocument.

Uit beantwoording van de vragen door collega Kolthof gesteld in de commissie, komt duidelijk naar voren dat het college de uit te zetten koers niet of niet afdoende getoetst heeft aan deze wet, maar dat pas achteraf gaat doen. Dat betekent dus dat we te maken hebben met niet alleen een onduidelijk, maar ook een onvolledig document. Er wordt aan ons Staten gevraagd een koers uit te zetten, waarvan we niet weten of deze de toets der wet zal doorstaan. Wij vinden dan ook dat dit document aangepast, dan wel aangevuld moet worden en het college met een volwaardig, …duidelijk en aan de wet getoetste koers moet komen.

Voorzitter, ik ga niet alle woorden van collega Kolthof - uitgesproken tijdens de commissie – herhalen, wel even wat hoofdpuntjes uit de genoemde wet.

In de reeds vastgestelde wetteksten worden twee hoofddoelen beschreven die in evenwicht met elkaar dienen te zijn. Het zogenaamde ontwikkeldoel en het beschermingsdoel.

Het ontwikkeldoel komt aardig tot zijn recht in dit koersdocument. Het tweede schiet er volledig bij in. Dat terwijl het beschermingsdoel een geheel nieuwe dimensie aan het beleidskader voor de fysieke omgeving geeft. Niet alleen omdat het beschermingsdoel gelijkwaardig is aan het ontwikkeldoel, maar vooral óók omdat de wet voorschrijft dat de Omgevingsvisie een samenhangend, …integraal strategisch plan moet zijn.

Hiermee bedoelt de wetgever, dat de doelen en ambities in een Omgevingsvisie onderling niet tegenstrijdig mogen zijn. Zo horen in een Omgevingsvisie uitgangspunten te staan voor de manier waarop er met botsende ambities en belangen zal worden omgegaan. Waar vinden we dit soort dingen terug in het koersdocument? Niet dus!

Dan worden er in artikel 3.3. Van de omgevingswet nog een aantal beginselen genoemd, nl. Het voorzorgsbeginsel, ….het beginsel van preventief handelen, ….het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron moeten worden bestreden en …het beginsel dat de vervuiler betaalt. Waar vinden we die beginselen terug in de af te leggen koers? Of althans het voornemen om deze in de uiteindelijke omgevingsvisie mee te nemen? Wij zien het in het onderhavig document niet staan!

Voorzitter, de huidige crises op het gebied van natuur, milieu en klimaat zijn ontstaan door het oude denken, een manier van denken die ook nu weer de boventoon voert in het koersdocument.

De Partij voor de Dieren ziet enorme kansen bij het tot stand komen van de nieuwe omgevingsvisie, maar alleen als de doelen en beginselen goed gehanteerd worden en al in grote lijn terugkomen in het huidig koersdocument. En daarom vinden we dat het college met dit document terug moet naar de tekentafel, en dienen we de motie herziening koersdocument in. Dank u wel.