Schrif­te­lijke vragen inzake veron­diepen plassen met vervuild slib


Indiendatum: okt. 2019

Betreft: Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Groningen aan het college van GS ex artikel 67 RvO betreffende verondiepen plassen met vervuild slib

Geacht College,

Op 26 september j.l. besteedde het televisieprogramma Zembla aandacht aan het storten van vervuild slib in voormalige zandwinplassen. In het slib mag 20 procent bodemvreemd materiaal zitten en het mag een lichte chemische verontreinigd zijn. In diverse plassen werden o.a. grote hoeveelheden plastic, piepschuim, asbest en accu’s aangetroffen, alsmede vervuiling met arseen. Al in 2009 ontstond veel maatschappelijke onrust over dit onderwerp[1], hetgeen resulteerde in een circulaire en een handreiking Herinrichting van diepe plassen’[2]. Nu blijkt 10 jaar later dat de situatie niet verbeterd is, maar enorm verslechterd. Er is een grootschalige internationale handel in vervuilde grond ontstaan en de Nederlandse natuur dient als afvalput.

In Groningen zijn naar wij menen tenminste twee plassen die verondiept zijn of worden, Plas Trimunt in Marum en het Ceresmeer bij Stadskanaal. Ook werd het Foxholstermeer opgevuld met slib uit het Winschoterdiep. Bij het Ceresmeer is het storten van grond en baggerspecie t/m klasse B geoorloofd, hetgeen vervuiling tot wel 20% van het gewicht betekent. Dit is wonderlijk, aangezien het hier om ‘sanering’ gaat, bedoeld om een sterk vervuilde bodem af te dekken. Voor storten van bagger en slib is slechts een Bbk-melding nodig, indien het om een ‘nuttige en functionele toepassing’ gaat, en geen vergunning onder de Wet Milieubeheer of de Waterwet. [3]

In het Meerjarenprogramma Bodem en Ondergrond[6] wordt het uitgangspunt gehanteerd dat de bodem geschikt moet zijn voor het gebruik er van, en dat er pragmatisch wordt omgegaan met bestaande verontreinigingen. Ook wordt gesteld dat de provincie haar zorgplicht nakomt, met “een zorgvuldig en actief beheer van de bodem, o.a. door het voorkomen van nieuwe bodemverontreiniging waarbij het preventieve bodembeleid ongewijzigd blijft”. Uit het Provinciaal Milieuplan komt naar voren dat de provincie streeft naar duurzaam beheer, dat ervoor zorgt dat de kwaliteit van de bodem niet verslechtert en dat gestage kwaliteitsverbetering wordt gestimuleerd.[7]

In 2018 is in opdracht van de provincie een quickscan[4] naar de ecologische kwaliteit van de diepe plassen in Groningen gemaakt, om o.a. vast te kunnen stellen welke natuurwaarden aanwezig zijn in de plassen.

Graag stellen wij u de volgende vragen:

  1. Is het onderzoek van Zembla voor u reden om de situatie in Groningen (opnieuw) onder de loep te nemen c.q. om bepaalde aanpassingen door te voeren? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  2. Is het correct dat de Bbk melding voor het storten van grond of slib in waterlichamen door de ODG wordt beoordeeld, en dat de ODG een handhaafbaarheidstoets maakt, maar geen repressief toezicht uitvoert? Bent u van mening dat deze werkwijze afdoende bescherming bieden tegen het storten van vervuild slib in Groninger plassen? Immers in het integraal jaarprogramma VTH[5]worden risico’s onderkend dat door a. het niet uitvoeren van repressief toezicht ongewenste situaties in stand blijven, b. het niet beoordelen van de evaluaties het risico op milieuschade of schade aan de volksgezondheid en het optreden van nieuwe hindersituaties verhoogt, en c. niet tijdig beoordelen en besluiten leidt tot bodemsaneringen waarbij de uitvoering niet is getoetst.
  3. Waarom is het toegestaan het Ceresmeer te vervuilen met grond en bagger t/m klasse B? Welke provinciale toetsing is hier aan vooraf gegaan, en wat was hiervan de uitkomst? Kunt u uitleggen waarom een sterk vervuild meer wordt gedempt met door afval verontreinigde grond, en hoe dit rijmt met bovengenoemde zorgplicht en duurzaam beheer?
  4. Bent u met ons van mening dat er bovenop de Bbk-melding aanvullende eisen nodig zijn, om schade aan natuur en milieu te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke extra eisen hanteert u of bent u voornemens op te gaan stellen?
  5. Worden er in Groningen nu of in de nabije toekomst meer plassen verondiept, al dan niet in opdracht van de provincie? Zo ja, welke en met welke reden? Zouden deze plassen ook verondiept worden als er geen sprake was van slib dat we ‘kwijt’ moeten? Zo ja, waarmee zouden de plassen dan worden opgevuld?
  6. Is bij verondieping in alle gevallen bij de provincie bekend wat de herkomst van het slib is, alsmede de aanwezige fysieke en chemische vervuiling? Op welke wijze en door wie worden de partijen grond en baggerspecie die gestort zullen worden bemonsterd, en geeft dit volgens u een afdoende bescherming tegen milieuschade?
  7. Bij de verondieping van de voormalige zandwinplas Trimunt werd de waterkwaliteit vier keer per jaar gemonitord door het grondbedrijf dat de bagger aanleverde. Werd of wordt daarnaast ook nog door onafhankelijke instanties gemonitord?
  8. Hoe verhoudt het storten van vervuilde bagger in plassen zich tegenover het provinciaal natuur- en milieubeleid gericht op het beschermen van onze leefomgeving? Wordt er volgens u voldoende waarde gehecht aan de diepe plassen, met hun eigen biodiversiteit? Kunt u uiteenzetten welke toetsen er plaatsvinden langs de vigerende natuur- en milieuregelgeving? Worden hierbij ook de effecten op de vis- en andere diersoorten meegenomen?
  9. Wat is er gedaan met de uitkomsten van de quickscan ecologische kwaliteit diepe plassen? Is er verandering in beheer doorgevoerd, zijn of worden besluiten om al dan niet te verondiepen op dit rapport gebaseerd?
  10. Is het correct dat in de provinciale water- en omgevingsplannen voor plassen die geen onderdeel uitmaken van een KRW oppervlaktewaterlichaam geen specifieke waterkwaliteitsdoelstellingen zijn opgesteld? Zo ja, waarom niet, en bent u bereid deze alsnog op te stellen?
  11. Hoe verhoudt het storten van baggerspecie zich tegenover de KRW vereiste aangaande doorzicht, nutriënten en zware metalen?
  12. Hoe lang wordt de toestand van de plassen na het verontdiepen gemonitord? Wat gebeurt er wanneer blijkt dat de gestorte bagger of grond een negatief effect heeft op de waterkwaliteit, biodiversiteit of anderszins?
  13. Op welke wijze is de aansprakelijkheid van de leverancier van de te storten materialen geregeld, mocht er schade aan natuur of gevaar voor de volksgezondheid ontstaan? Welke verantwoordelijkheid heeft een bedrijf om de schade zoveel mogelijk ongedaan te maken? Of is het zo dat de gemeenten en provincie deze kosten voor haar rekening moet nemen?

Met vriendelijke groet,

Ankie Voerman

Partij voor de Dieren

[1] https://www.bodemplus.nl/onderwerpen/wet-regelgeving/bbk/grond-bagger/diepe-plassen/

[2] https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-20128.html

[3]Waterbodembeleidsplan Noorderzijlvest 2017 – 2027.

[4]https://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Beleid_en_documenten/Documentenzoeker/Water__milieu_en_veiligheid/Water/Quickscan_ecologische_waarde_diepe_plassen_Groningen_-_Bureau_Biota.pdf?fbclid=IwAR0PXNV4o57goSBlWAEyNQnEYWNHIm_nt_fTfdgMQ_dm0zZYvzPA0MGVCXg

[5] https://www.provinciegroningen.nl/uploads/tx_bwibabs/2674073a-72a0-4464-80bb-e39d91cc4f57/2674073a-72a0-4464-80bb-e39d91cc4f57:0e2d5b61-eab5-4c66-9e25-c712b0d91f6f/bijlage%20-%20VTH%20Jaarprogramma%202019.pdf, p. 25/26

[6]https://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Beleid_en_documenten/Documentenzoeker/Water__milieu_en_veiligheid/Meerjarenprogramma-Bodem-en-Ondergrond-2015-2019.pdf

[7]https://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Beleid_en_documenten/Documentenzoeker/Water__milieu_en_veiligheid/Milieu/Milieuplan-Provincie-Groningen-2017-2020.pdf, p.24

Indiendatum: okt. 2019
Antwoorddatum: 2 dec. 2019

U kunt de antwoorden hier inzien.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake faunapassages otter

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake mestvergisting

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer