Bijdrage Staten­ver­ga­dering Algemene Beschou­wingen


19 juli 2023

Voorzitter,

Hoe de toekomst van onze provincie eruitziet is op dit moment uiterst onzeker. Sinds twee weken hebben we een nieuw politiek bestuur en in politiek Den Haag worden in november de kaarten opnieuw geschud. Wij, als fractie van de Partij voor de Dieren, houden ons hart vast voor dat wat komen gaat maar hopen tegelijk op positieve verandering.

Absoluut het grootste vraagstuk in de provincie het keren van het tij qua crisis in onze natuur en ons milieu als ook ons aandeel in de opwarming van het klimaat.

Aan de ene kant zitten we met gigantische schade aan natuur, biodiversiteit, bodemgezondheid en waterkwaliteit. Niet alleen is ons eigen Liefstinghsbroek er nog slechter aan toe dan al eerder werd gedacht, zo wordt geconcludeerd door deskundigen van de Ecologische Autoriteit. Maar evenzo belangrijk, de kwaliteit van de overige natuur, in de hele provincie, is dramatisch slecht.

Aan de andere kant is een transitie die met stoom en kokend water moet plaatsvinden ontzettend moeilijk.

Voorzitter, wij zijn bang dat het draagvlak in Groningen gaat ontbreken om zelfs de minimale doelen te behalen. De politieke elite in Nederland heeft zwaar gefaald door steeds problemen voor zich uit te schuiven. Ook hebben zij de agrarische sector onvoldoende weten te overtuigen van de noodzaak tot verandering. Zoals Sjaak van der Tak van LTO onlangs aangaf: ‘honderden boeren willen wel veranderen, maar duizenden boeren zijn zover nog niet’.

Voorzitter, we willen niet weer dat hier de deur wordt ingebeukt. Dit is al gebeurd, en de maatregelen om tot natuurherstel te komen zijn nog niet eens genomen.

Nederland lijkt wakker geschud en velen zijn ervan doordrongen geraakt dat het hoog tijd is om opgelopen natuurschade aan te pakken. Maar aan de andere kant zijn mensen nog niet klaar om drastisch te veranderen.

Nu het landbouwakkoord is geklapt en de regering is gevallen zit er voor de provincie Groningen maar één ding op. Zelf maximaal initiatief nemen om de transitie van ons landelijk gebied zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen. Het is tijd dat het nieuwe bestuur fundamenteel na gaat denken over ons voedselsysteem om allerlei crisis in samenhang aan te pakken. Want dáár, bij de manier waarop ons voedsel, en dat voor de dieren in de veehouderij, wordt geproduceerd ligt de bron van veel huidige opgaven. Wachten op Den Haag heeft tot deze situatie geleid. Dit kan niet zo langer.

Marjan Minnesma hield in het Financieele Dagblad een prachtig pleidooi voor de omschakeling naar biologische landbouw. Wij Nederlanders leven in het meest veedichte land op aarde. Ze constateert dat dit vele risico’s met zich meebrengt. Er komt in de veesector veel fijnstof vrij dat bijdraagt aan ongezonde lucht, en daardoor- en longaandoeningen. De intensieve veehouderij haalt enorme hoeveelheden veevoer uit andere werelddelen, wat leidt tot ontbossing, waarmee de veehouderij een zeer grote bijdrage levert aan klimaatopwarming. Hoog kunstmestgebruik in ons land verhoogt misschien wel de productie maar verarmt tegelijkertijd de bodem zodat deze niet langer regeneratief en waterbergend is. Ook is de sector verantwoordelijk voor verhoogde risico’s op het ontstaan van nieuwe virussen. Wetenschappers waarschuwen hier al decennia voor. Kijk bijvoorbeeld naar de uitbraak van de vogelgriep hier in de provincie.

Minnesma constateert verder, en ik citeer: ‘dat het gifgebruik in de Nederlandse landbouw hoger is dan in de meeste andere Europese landen. Dat gif stapelt zich jaar na jaar op en leidt tot steeds meer jonge mensen met Parkinson. Op 70% van de groente en 85% van het fruit worden meerdere residuen van gifstoffen aangetroffen en in 6% tot 9% gaat het zelfs om een overschrijding van de maximale residulimiet, meldt de NVWA.’

Onderzoeksbureau Ecorys onderzocht dat het nationaal €3,6 mrd per jaar kost om in twintig jaar tijd de gehele landbouw biologisch te krijgen maar dat dit uiteindelijk €4,9 mrd per jaar op oplevert. Met een 100% biologische én natuurinclusieve kringlooplandbouw voldoen we grotendeels aan de Wet dieren en halen we klimaat-, natuur- en waterdoelen. Het volledig omschakelen naar biologische en natuurvriendelijke landbouw is wat mijn fractie betreft een open deur, voorzitter.

Voorzitter, boeren en natuurorganisaties kunnen goed samenwerken. Als provinciale overheid kan dit optimaal worden gefaciliteerd door met een houdbaar meerjarenperspectief te komen. Een mooi voorbeeld hiervan is het landelijke Aanvalsplan Landschap dat de aanleg van 220.000 hectare heggen, houtwallen en natuurvriendelijke oevers beoogt. Hier zijn zowel LTO, natuurorganisaties, waterschappen en verschillende provincies enthousiast over. Het aanplanten van bos en hout is een tweede open deur. Meer groen slaat meer CO2 op, zorgt voor verbeterde sponswerking, heeft een positieve invloed op biodiversiteit.

Voorzitter, gedeputeerde Emmens gaf vorige week in reactie op onze vraag over structurele financiering voor het programma Bos en Hout aan dat dit was opgenomen in het coalitieakkoord. Dit hebben wij natuurlijk gecheckt. Over de financiering valt uitsluitend te lezen dat ‘de middelen beter en slimmer kunnen worden ingezet’. Dit lijkt een verkapte vorm van kritiek op de aanpak van het vorige College. Graag krijgen wij uitleg van dit college over wat er bedoeld wordt met ‘slimmer en beter’. De overige tekst uit het akkoord stelt ook niet gerust. Het College schetst vooral veel beperkingen voor nieuwe aanplant, redenen om het niet te doen, in plaats van dat ze kansen beschrijft en daadkracht toont. Wij gaan ervan uit dat zowel dit college als mijn mede-Statenleden het belang inzien van die 750 ha. nieuw bos en bomenrijen. Is de gedeputeerde bereid om voor de komende jaren het uitvoeringsprogramma Bos en Hout veilig te stellen middels een structurele dekking? En wil dit college hiertoe een voorstel te doen bij de begroting van 2024?

En om dan terug te komen op de behandeling van de perspectiefnota vorige week; de bestaande en nieuw aangelegde natuur moet goed worden beschermd. Voor mens, dier en plant is dit van levensbelang.

Ik heb contact gehad met Staatsbosbeheer over excessen in de reguliere week in alleen al het Duurswold – Oldambt. Dit naast alle reguliere meldingen over loslopende honden, afvalstort en dergelijke.

· Jachthondentraining in dotterbloemhooiland

· Vernielde slagbomen en bebording

· Crossmotoren in glanshaverhooilanden en over beleefroute in Heiligerlee, bijna aanrijding met wandelaar

· Quad met lichtbak midden in de nacht (mogelijke stroperij)

· Doorgeknipte faunarasters in nieuwe ecologische verbindingszone Westerbroek

· Twee door loslopende honden doodgebeten reeën in ‘t Roegwold

Terreinbeherende organisaties moeten goed in staat worden gesteld om natuurtoezicht te organiseren. Meerjarig.

Daarom vraag ik om een toezegging van de gedeputeerde om

- In overleg te treden met tbo's om te komen tot adequate hoogte van financiering

- Een voorstel voort structurele financiering uit te werken.

- zo snel mogelijk tot besluitvorming te komen zodat in 2024 het natuurtoezicht goed kan worden geregeld.

Ter overweging: een aantal provincies hebben ervoor gekozen om de toezichtbijdrage uit het Subsidiestelsel Natuur en Landschap open te stellen. Staatsbosbeheer geeft aan ongeveer 5,5 fte nodig te hebben voor toezicht in de natuur .

Tot slot:

Op de lange termijn geen landbouw, geen voedsel, geen economie, geen leefbaarheid als de natuur niet langer levensvatbaar is. En voorzitter, wij hopen dat iedereen hier de schouders onder wil zetten, boeren, bestuurders en burgers, zodat de transitie snel van de grond komt, in het algemeen maatschappelijk belang.

Interessant voor jou

Bescherming Waddenzee

Lees verder

Bijdrage Statenvergadering Statenvoorstel: Aanbevelingen NRK-rapport ‘Terugblikonderzoek provinciale grip op risicovolle bedrijven’.

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer