Bijdrage Start­do­cument Regionale Energie Transitie Groningen


9 oktober 2019

Voorzitter, de energietransitie is niet vrijblijvend. We hebben met een klimaatcrisis te maken. Een wereldwijde noodtoestand!

Een volledige transitie van onze energie van fossiel naar duurzaam, … maar ook van ons voedselsysteem (minder vlees, dus meer plantaardig) , onze mobiliteit, ons consumptiepatroon met daarnaast energiebesparing, het is letterlijk van levensbelang. Voor dieren….. en mensen …. voor toekomstige generaties, voor het leefbaar houden van onze planeet.

Voorzitter als het gaat om de plannen voor wind- en zonne-energie steunen wij het college. Maar groen gas en dus ook mestvergisters - afhankelijk van onze keuzes – gaat zeerwaarschijnlijk onderdeel uitmaken van het RES bod. Hebben we dat goed gezien? Graag een reactie van de gedeputeerde!

Voorzitter aan mestvergisting hangt 1 op 1 een slecht dierenwelzijn. En hoe meer mest we willen, hoe meer dieren in gesloten stalsystemen moeten worden gehouden. Daarnaast wordt door het gebruik van mest Groningen steeds afhankelijker van deze vorm van energie en worden we haast gedwongen om de vergisters - met het leed daarachter – alleen al om die reden in stand te houden... Zo creëren we dus een noodzaak om een niet-duurzame situatie draaiende te houden. Dat zou een onbegrijpelijke keuze zijn, gezien het streven naar kringlooplandbouw en het sluiten van de nutriëntenkringloop. Ook i.v.m. de stikstofproblematiek moeten we immers tot een reductie komen van het aantal dieren.

Gedeputeerde Homan heeft tijdens de commissie gezegd dat binnen de energietransitie er geen ruimte zal zijn voor het verslechteren van het dierenwelzijn. We verwachten dan ook om die reden en om reden van de gewenste kringlooplandbouw geen groei van het aantal mestvergisters in onze provincie, eerder een beleid om het aantal vergisters te laten dalen. We begrijpen dan ook niet dat Nedmag in september een groengasinstallatie heeft geopend, die afhankelijk is van Mest uit Noord Nederland.

Verder voorzitter, …wordt er een beetje gemakkelijk gedaan over biomassa. De ellende van de RWE-centrale kennen we. Binnen de RES, wordt voornamelijk uitgegaan van de energievoorziening voor de bebouwde omgeving. Kleinschalige of middelgrote verbranding van biomassa voor warmte en energie maakt daar - nu al - deel van uit, en is groeiende. Uit een rapport van natuur en milieu van eind 2018 – haar zogenaamde biomassa-visie…… blijkt dat de vraag naar biomassa in 2020 al groter is dan het aanbod.

Een paar punten uit het genoemde rapport:

Biomassaproductie kent een aantal serieuze duurzaamheidsrisico’s: ontbossing, het verslechteren van bodem- en waterkwaliteit, wereldwijd verlies aan biodiversiteit, voedsel en waterzekerheid, en landroof.

Inzet van biomassa als alternatievegrondstof vraagt daarom een goedeonderbouwing, waarbij een aantal factoren van belang zijn om ongewenste effecten te voorkomen. Allereerstmag de herkomst en productiewijze van de biomassastroom geen schade toebrengen aan klimaat, mens en milieu.

De voor de provincie binnen de RES relevante aanbeveling zijn:

Stel per biomassastroom duurzaamheidscriteria op, onafhankelijk van de toepassing, die voorkomen dat de productie en toepassing van de biomassa - direct of indirect - leidt tot ontbossing, verslechterde bodem- of waterkwaliteit, verlies van biodiversiteit, verminderen van voedsel- en waterzekerheid, of landroof. (Dus ook strikte voorwaarden voor de kleinschalige toepassingen).

Reken bij de toepassing van biomassa met de werkelijke emissie van broeikasgassen over de gehele keten. Dus neem ook de uitstoot mee die ontstaat bij de teelt, de winning en verwerking, en die wordt veroorzaakt door verandering van landgebruik.

Daarnaast, voorzitter, speelt het stikstofprobleem nog een prominente rol, met name ook bij lokale biomasssaverbranding in de bebouwde kom. De commissie Remkes schrijft in haar rapport “Niet alles kan’ over kleine biomassacentrales ten opzichte van de grotere: "Voor kleinere, specifieke biomassacentrales die in wijken of steden thans worden ontwikkeld om in de lokale of regionale energie- of warmtevraag te voldoen, is zeldensprake van ‘end-of-pipe- technieken’ en is er veelal geen inputcontrole.Het is onvoldoende duidelijk of deze installaties aan dezelfde emissie-eisen worden onderworpen. Bovendien is als gevolg van de schaal van de installaties de afstand ten opzichte van het maaiveld, waarop de uitstoot in de lucht plaatsvindt, kleiner dan bij grote installaties, hetgeen tot hogere deposities kan leiden in Natura 2000-gebieden.”

Voorzitter, het in stand houden van bossen en nieuwe aanplant is heel belangrijk, productiebossen zetten echter geenzoden aan de dijk. Natuur- en milieu schrijft hierover: “er zijn - voor het duurzaam verwarmen van woningen - meerdere alternatieven, bijvoorbeeld de warmtepomp. Een warmtepomp werkt op stroom en is een zeer efficiënte manier om een woning te verwarmen. Hierdoor kunnen - van een voetbalveld aan zonnepanelen - 227 woningen worden verwarmd, terwijl hetzelfdevoetbalveld aan productiebos.. slechts één woning met een pelletkachel kan verwarmen.”

Tenslotte voorzitter, het klimaat wacht niet op het inlossen van de koolstofschuld. (Boom hakken – verbranden – planten – wachten totdat deze volgroeid is). Dat kan 50 jaar duren! Zoveel tijd hebben we niet.

Wij dienen graag twee moties in.

Dank u wel!