Bijdrage duidings­debat coali­tie­ak­koord 'Versterken, versterken, vernieuwen'


29 mei 2019

Voorzitter: Verbinden, versterken, vernieuwen… Het nieuwe coalitieakkoord.

Heel veel groene ambities. Met veel van de uitgesproken ambities is de Partij voor de Dieren erg blij. Maar wel … en daar maken we ons zorgen over, ligt er – soms letterlijk - een bijl bij de boom. Groen versus grijs – een onmogelijke compromis!

Het akkoord is regelmatig vaag en kenmerkt zich door veel, opgelaten maar niet uitgewerkte ballonnetjes, waarmee een coalitiepartij alle kanten op kan en lijkt ruimte te geven om per besluit de komende vier jaar de discussie nog een keer dunnetjes over te doen. Ik zal in mijn verdere woordvoering met een paar voorbeelden komen.

Voorzitter,

Op pagina 5 wordt gesproken over transparantie met betrekking tot de keuzes die de provincie maakt. Eerlijke communicatie en een gelijkwaardig informatieproces. Open data speelt daarbij een belangrijke rol. De Partij voor de Dieren vindt transparantie erg belangrijk. Wel zouden we die transparantie ook bij andere - voor bewoners belangrijke - zaken willen zien.

Kan de gedeputeerde toezeggen dat er ook een gemakkelijk nazoekbare set data komt over faunaschade en faunabeheer? En data die gemakkelijk te doorzoeken valt met betrekking tot veehouderijbedrijven, eventuele aanvragen voor nieuwe stallen en/of uitbreiding van stallen. De dierenaantallen en de gemeten emissies per stal?

Over pagina 9 een korte opmerking over de rol van de provincie als gesprekspartner tussen gemeenten en het Rijk met betrekking tot de gaswinning. Hoe voorkomen we dat we aan de kant van het Rijk terechtkomen en meespelen in het casino van EZK. Daarbij onze bewoners uit het oog verliezend en gokkend op hun veiligheid en welzijn? Tenslotte zijn vier van de coalitiepartijen dezelfde als die van het kabinet. Het rijk is tot nu toe niet echt happig geweest om werkelijk daadkrachtig op te treden. Met aardige woordjes, aaien over de bol en krokodillentranen redden we het tenslotte niet.

Op pagina 11 zien we een duidelijke voorbeeld van twee uitersten: Klimaatadaptie, droogte en het hebben van voldoende water. Water is belangrijk voor landschap en natuur... maar schrijft het college: bijzondere aandacht moet er zijn voor zoet koelwater en proceswater voor de industrie. Een lofzang op de industrie! Alsof dat nog van belang is als de natuur verdroogt, de groente op het land verschrompeld, en mens en dier te kort komen.

Koel- en proceswater voor de industrie moet helemaal achterin de rij aansluiten wat ons betreft. De hand van de VVD moet niet te veel gevuld worden. Erg, erg schadelijk voor alles wat niet bedrijf is. Als het op echte droogte aankomt, is het een onmogelijke compromis.

Dan de energiebesparing op bladzijde 13. Voorzitter op zich positieve punten. Maar echte besparing krijg je door een radicale verandering in de manier waarop wij leven en consumeren. Wij moeten als individu en samenleving ons weer gaan bewegen binnen de draagkracht van de planeet. De Nederlander heeft - op dit moment - door haar leefwijze ruim drie planeten nodig.

Is het college bereid om na te denken over hoe niet alleen bedrijven circulair kunnen worden, maar ook hoe consumenten gestimuleerd kunnen worden om minder producten te kopen en meer gebruik te maken van tweedehandse artikelen en gezond, onverpakt vers voedsel? Kunnen de supermarkten bij het laatste betrokken worden?

Op pagina 15 wordt een duidelijke keuze gemaakt voor de zonneladder. Dit standpunt delen we. Is de gedeputeerde op de hoogte van een proef met zonne-folie op vangrails langs de provinciale weg bij Heerhugowaard. In juli moeten daarvan de resultaten bekend worden. Misschien iets om in de gaten te houden?

Uit het coalitieakkoord zou nog meer prioriteit mogen spreken voor herstel van de biodiversiteit. Laat dit alsjeblieft geen onderdeel zijn van compromissen. Wij hopen dat het nieuwe College de ronduit alarmerende conclusies uit het IPBES rapport zeer goed tot zich laat doordringen en omzet in navenant beleid.

Verder wordt er onder het kopje landschap en natuur gesproken over het terugdringen van de veenoxidatie. Er staan ambities, mooie ambities…., maar de daadkracht ontbreekt. Voorzitter, sommige dingen moeten we gewoon doen! Voor het klimaat, voor de achteruit-hollende biodiversiteit, voor de natuur. De tijd van onderzoeken en twijfelen is voorbij. Het water moet terug naar zijn natuurlijke stand!

De aanplant van bomen wordt gestimuleerd, maar in één adem door wordt de kap óók weer mogelijk maakt. Voor de lokale energieproductie. Het bos en de bijl. Een onmogelijke compromis.

Kunnen wij er van op aan dat er serieus gekozen gaat worden voor bossen in combinatie met het verhogen van de biodiversiteit ? Daarom deze motie.

Ook op pagina 15 wordt de bijstook van biomassa geaccepteerd gedurende de transitieperiode. Ook hier vaagheid troef.

Voorzitter, de suggestie wordt gewekt dat het hier om kleinschalige bijstook gaat. Geldt dat dan niet langer voor de massa-bijstook zoals in de RWE-Centrale. Of laten we het rijk daar mooi weer mee spelen en wast het college haar handen net als de afgelopen jaren in totale onschuld?

Dan de paragraaf over landbouw op blz.23 en 24. Naast de positieve ambities met betrekking tot biologische landbouw, natuurinclusief e.d. toch ook weer behoorlijk onduidelijk en zelfs tegenstrijdig.

Voorzitter, met name rond de intensieve veehouderij hebben wij van GroenLinks en het CDA geruststellende antwoorden gekregen. Toch willen wij de vaagheden duiden en een motie indienen hierover.

1. Wat bedoelt het college met “het streven naar meer diversiteit binnen de reguliere bedrijven’ om verduurzaming te bereiken. Wat wordt hier bedoeld met meer diversiteit, en hoe is dit gerelateerd aan verduurzaming?

2. Dan… het Groninger verdienmodel voor de Intensieve Veehouderij. Je zou er in kunnen lezen, dat het huidige beleid wordt losgelaten, en dat er weer uitbreidingen en nieuwvestiging mogelijk wordt? Er staat ‘bij voorkeur binnen de huidige bouwblok-grootte en binnen de grenzen van het huidige beleid.’ Bij voorkeur…lijkt wat ruimte te geven?

3. Verderop staat het volgende te lezen: ‘alleen onder voorwaarde dat het aantal dieren op het bouwblok stapsgewijs afneemt.’. Mag het aantal dieren dan eerst groeien met ingebruikname van een groter bouwblok, en moet het daarna weer afnemen??? En hoe wordt dat dan gecontroleerd? We begrijpen dit niet!

Dus ter verduidelijking voorzitter: We hoorden zojuist van twee coalitiepartijen dat het IV niet mag groeien in het aantal dieren; alleen maar in ruimte ten behoeve van het dierenwelzijn. Daar zijn we natuurlijk blij mee, een stap in de goede richting. Toch een motie om alle twijfel weg te nemen.

Dan voorzitter, in het akkoord wordt 2 keer zilte teelt aangehaald. Het belang van zilte teelt voor kustprovincies is erg belangrijk. Door het veranderen van de teeltsoort is minder verbruik van zoet water nodig, en hoeft er minder zoet water opgepompt te worden uit het IJsselmeer. Ook gaat de provincie dan terug naar de oorsprong van de samenwerking tussen boer en zee. Hierdoor ontstaat weer oorspronkelijke bodem die erg vruchtbaar is.

Sterk inzetten op andere gewassen zoals zilte teelt past ook in het plaatje van het nationaal en internationaal proeftuin willen zijn. Wat de Partij voor de Dieren betreft dus sterk inzetten daarop.

Want een toekomstbestendige provincie behalen we door onze provincie leidend te laten zijn in natuurvolgende landbouw. Dat we de gewassen aanpassen aan de omstandigheden in plaats van de omstandigheden (aanwezig zoet water) aan te passen aan de gewassen. Dit laatste kost een hoop geld, een hoop energie, is vaak slecht voor de natuur en is dus verspilling.

Op blz. 26 staan een aantal zaken waar we als Partij voor de Dieren blij van worden. Waaronder bossen en voedselbossen, inclusief natuur- en milieueducatie, mooi!

Voorzitter, het ecologisch beheer van bermen e.d. Prachtig dat de provincie daar aandacht voor heeft. Regelmatig horen wij van verontwaardigde inwoners van onze provincie, dat er juist in het seizoen waarin alles tot leven komt, het voortplantingsseizoen waarin voldoende voedsel- en waardplanten onmisbaar zijn… gemaaid wordt. Ook zijn er gemeenten, die het als hun opdracht zien om iedere week te maaien, met dode bermen tot gevolg. Volstrekt onbegrijpelijk in deze tijden van het massa-uitsterven van insecten. We zouden graag zien dat het college het voortouw neemt om met gemeenten en andere beheerders van bermen in gesprek te gaan met als doel ecologisch, … bij- en insectvriendelijk beheer. (Motie)

Voorzitter, tenslotte ook op blz. 26 schrijft het college dat de agrarische sector van grote waarde is voor de vitaliteit van het platteland en het beheer van het landschap. Ware woorden, mits de agrarische sector deze taak vervult met eerbied en respect voor de biodiversiteit en voor alle dieren in onze provincie. Vee en wild.

Belangrijk is hier ook hier weer het gedrag van de consument. Boeren geven regelmatig aan wel te willen veranderen, maar dat ze opgesloten zitten in een onmogelijk systeem.

Wat gaat de provincie doen om juist bij die consument te laten doordringen, dat ook de boer met een fatsoenlijk bedrijf, op een fatsoenlijke wijze, een fatsoenlijke boterham moet kunnen verdienen. Niet een boterham met dierenleed! M.a.w. hoe komen wij, en de boer, af van de bio-industrie.

Lokaal, diervriendelijk, biologisch…dat moet de norm zijn. Wat gaat het nieuwe college doen om de eiwittransitie in gang te zetten? Waarom is dit geen onderdeel van het nieuwe akkoord? Alle toonaangevende organisaties roepen immers op tot minder vlees en meer plantaardig?

Tot zover, dank u wel