Vragen betreffenden natuurbranden in de Provincie Groningen
Indiendatum: mei 2013
Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Groningen aan het college van GS op grond van artikel 46 van het Reglement van Orde.
Geacht college,
Nederland heeft een droge periode achter de rug. Deze droogte is niet geheel ongevaarlijk voor onze provincie, zo bleek onder andere uit de flinke brand in het natuurgebied in Meerstad van 9 april jl.[1] en enkele dagen daarvoor de brand in Overschild[2], waarbij een oppervlakte ter grootte van drie voetbalvelden aan natuur opbrandde. En dit was niet het eerste jaar dat onze provincie te kampen kreeg met omvangrijke natuurbranden. In de zomer van vorig jaar nog, brandde bijvoorbeeld een groot gedeelte van het natuurgebied de Kardinge[3] af. Voor meer informatie over oorzaken en gevolgen van natuurbranden en de mogelijkheden die Provincies hebben verwijzen we u naar de toelichting bij deze vragen.
1.Bent u op de hoogte van de recente natuurbranden in Meerstad en Overschild?
2. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat natuurbrand een gevaar is voor mens, dier en natuur en dat de provincie een taak en verantwoordelijkheid heeft in het voorkomen van natuurbrand?
3. Wat wordt er in de provincie Groningen gedaan ter preventie van natuurbranden?
4. Is er momenteel inzichtelijk waar en waarom het risico op natuurbrand groot is (bijvoorbeeld door nabijheid van een autoweg) en welke maatregelen omtrent natuurbrand nodig zijn(zoals vluchtroutes)? Zo nee, waarom niet?
5. Is er een samenwerkingsverband tussen terreinbeheerders, waterschappen, gemeentes provincie, en andere relevante betrokken partijen, voor de aanpak van natuurbranden? Zo nee, bent u bereid om samenwerking te zoeken met bovengenoemde partijen en inzichtelijk te maken waar het risico op natuurbrand groot is en hoe dit risico verholpen, dan wel beperkt kan worden? Zo nee, waarom niet?
6. Bent u bereid om, indien dit niet al gebeurt, mensen die in de provincie natuur bezoeken middels natuurgebieden, campings, of landgoed, voor te lichten ter bevordering van natuurbrandpreventie (zoals onder andere de Inspectie OOV aanraadt)? Zo ja op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?
Met vriendelijke groet,
A.A.H. Hazekamp
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Toelichting bij de schriftelijke vragen van Partij voor de Dieren over natuurbranden
Gevaren van natuurbrand
Natuurbranden ontstaan meestal door onvoorzichtigheid, of kwaadwillendheid van mensen en kenmerken zich in droge periodes door onvoorspelbaarheid en de hoge snelheid waarmee het vuur zich verspreidt[4]. Dit is een enorme klap voor de flora en fauna; het kan decennialang duren voor de natuur zich volledig hersteld heeft[5]. Bovendien vinden veel dieren de dood bij een dergelijke brand. Dan is er nog het gevaar voor de mens; bezoekers van een natuurgebied, of camping, kunnen ingesloten raken door een natuurbrand. Verschillende partijen werken dan ook op landelijk en regionaal niveau samen, om voorlichting, handhaving en zicht op brandgevaar te bevorderen. Zo zijn er meerdere natuurgebieden waar risicofactoren, als de luchtvochtigheid, worden gemeten, die direct doorgespeeld worden aan de regionale hulpdiensten[6]. In het rapport Natuurbranden van de Inspectie OOV staat dat de kans op onbeheersbare natuurbranden in Nederland groot is[7].
Provinciale taken en verantwoordelijkheden rondom natuurbrand
Voor de provincie ligt hier een belangrijke taak. Ten eerste is een provincie als natuurbeheerder verantwoordelijk voor het zicht op brandgevaar in de natuurgebieden en op het concreet afgeven van waarschuwingen bij reëel brandgevaar. Het zicht hebben op risico’s voor natuurbranden omvat onder andere kennis van soorten begroeiing en eventuele aanpassing van de beplanting, om brandgevaar te beperken. Bovendien bepalen de Flora- en Faunawet en Wet Dieren dat (o.a.) de provincie er zorg voor dient te dragen dat (in het wild levende) dieren niet onnodig verstoord of geschaad worden. Als toezichthouder dient de provincie er dan ook, naast haar eigen verantwoordelijkheid, op toe te zien dat bezoekers van een natuurgebied de natuur en de aanwezige dieren niet in vlammen op laten gaan. De aanwezigheid van vluchtroutes en bereikbaarheid voor hulpdiensten zijn overigens ook belangrijke aspecten. Een aanbeveling aan onder andere provincies van de Inspectie OOV is: “stimuleer en ondersteun bestaande ontwikkelingen op het gebied van natuurbrandpreventie en natuurbrandbestrijding krachtig, betrek ook nieuwe inzichten en ontwikkelingen daarbij en initieer nieuw onderzoek[8].”
Wat doen andere provincies?
Er zijn meerdere provincies die het gevaar van natuurbranden serieus genomen hebben en concrete maatregelen genomen hebben. Zo heeft de provincie Noord-Brabant de Taskforce Natuurbranden ingesteld. Hierin werken overheden, veiligheidsregio’s, hulpdiensten, natuurbeheerders, terreineigenaren en ondernemers samen ter voorkoming en bestrijding van natuurbranden[9]. Middels het Actieprogramma Natuurbranden ondersteunt provincie Noord-Holland partijen bij de aanpak van natuurbranden[10] en de provincie Gelderland is actief op dit vlak middels samenwerking met andere partijen en voorlichtingscampagnes, gericht op gebruikers van landgoed en campings[11]. In de pilot Natuurbrandbeheersing en Zelfredzaamheid van de Hulpverleningsdienst Drenthe, wordt nadrukkelijk gekeken naar de rol van de provincie. Omdat, zoals gesteld in het rapport, de taken van inrichting en gebruik van natuurgebieden bij provincies en gemeentes liggen[12]. Bovendien brengt de provincie Drenthe, samen met partners, al jaren voor de brandweer in kaart waar brandgevaar schuilt. Daarnaast vermelden veel provincies de risicokaart (voor natuurbranden en andere gevaren) op hun website.
[1] http://www.dichtbij.nl/groningen/112/artikel/2725692/fikse-natuurbrand-in-meerstad.aspx
[2] http://www.112groningen.nl/Groningen/nieuws/20948/flinke-natuurbrand-in-overschild-video.html
[5] http://www.overijssel.nl/thema%27s/veiligheid/risicokaart/informatie-risico%27s/natuurbrand/
[8] zie vorige.
[10] http://www.noord-holland.nl/web/Actueel/Dossiers/Dossier/Actieprogramma-Natuurbranden.htm
[11] http://www.gelderland.nl/smartsite.dws?id=15235 en http://www.gelderland.nl/?id=3862
[12] http://hvd-drenthe.nl/documents/ProjectplanNatuurbrandbeheersinginDrenthe1.1.pdf
Indiendatum:
mei 2013
Antwoorddatum: 18 jun. 2013
Geachte mevrouw Hazekamp,
Hierbij ontvangt u onze reactie op de door u gestelde schriftelijke vragen inzake risico's voor natuurbranden en preventie. Voor de beantwoording van de vragen hebben wij informatie ingewonnen bij de terrein beherende organisaties en bij de brandweer. Wij zullen uw vragen herhalen en daarna beantwoorden.
1. Bent u op de hoogte van de recente natuurbranden in Meerstad en Overschild?
Antwoord;
Ja, waarbij ons is gebleken dat de branden relatief gering van omvang waren en geen direct gevaar hebben opgeleverd.
2. Bent u met de Partij voor de Dieren eens dat natuurbrand een gevaar is voor mens, dier en natuur en dat de provincie een taak en verantwoordelijkheid heeft in het voorkomen van natuurbrand?
Antwoord;
Wij delen uw bezorgdheid ten aanzien van het gevaar van natuurbranden voor mens, dier en natuur. In hoeverre een natuurbrand een reëel gevaar is voor deze drie componenten, is sterk afhankelijk van de omvang van de brand en de locatie waar de brand woedt.
De natuurgebieden in Groningen, die voor natuurbranden gevoelig zijn, hebben niet een dergelijke omvang dat gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, die niet beheersbaar zijn. Voorts blijkt uit onderzoek dat de natuur zich redelijk snel na een natuurbrand herstelt.
Vrijwel alle natuurgebieden in Groningen zijn in eigendom bij de terrein beherende organisaties als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Stichting het Groninger Landschap. Deze organisaties hebben een calamiteitenhandboek waarin staat beschreven hoe te handelen bij natuurbranden. De provincie is zelf geen eigenaar van natuurterreinen.
Bij brand wordt zo snel mogelijk de brandweer gealameerd, die afhankelijk van de grote van de brand, benodigd materieel inzet.
Gelet op het bovenstaande achten wij een grotere betrokkenheid van de provincie bij het voorkomen van natuurbranden dan ook niet noodzakelijk.
3. Wat wordt er in de provincie gedaan ter preventie van natuurbranden?
Antwoord:
Het risico op natuurbranden in de regio Groningen is - vergeleken met regio's die over meer bos en hei beschikken - relatief klein. Om die reden wordt aangesloten bij landelijke campagnes ten aanzien van preventie van natuurbranden, maar worden geen aanvullende eigen regionale initiatieven ondernomen.
Wel wordt - afhankelijk van de kleurencode die landelijk wordt afgegeven ten aanzien van de brandgevoeligheid van natuur (bijv. in tijden van langdurige droogte) preventief rekening gehouden bij de brandweer met een snellere en omvangrijkere opschaling als een melding van natuurbrand binnenkomt.
Voorts worden in terreinen waar er een reëel risico bestaat voor brand, de bezoekers, door de terrein beherende organisaties, nadrukkelijk op het gevaar hiervoor gewaarschuwd.
Bij de toekomstige inrichting van natuurgebieden wordt rekening gehouden met de toegankelijkheid voor hulpverlenende organisaties
4. Is er momenteel inzichtelijk waar en waarom het risico op natuurbrand groot is (bijvoorbeeld door de nabijheid van een autoweg) en welke maatregelen omtrent natuurbranden nodig zijn (zoals vluchtroutes)? Zo, nee waarom niet?
Antwoord;
Het risico van natuurbrand is sterk afhankelijk van het soort natuurterrein. Veel natuurterreinen in Groningen hebben een hoge grondwaterstand en zijn daarom erg nat, waarmee het risico voor een natuurbrand vrijwel uitgesloten is. De provincie Groningen heeft in de afgelopen jaren nauwelijks natuurbranden gekend. Voor zover er branden zijn geweest is dit merendeels voortgekomen uit de natuurlijke omstandigheden (m.n droogte en wind).
De voor natuurbrand gevoelige natuurterreinen in Groningen hebben niet een dergelijke omvang dat tot de aanleg van vluchtwegen moet worden besloten.
5. Is er een samenwerkingsverband tussen de terrein beheerders, waterschappen, gemeentes, provincie en andere relevante betrokken partijen, voor de aanpak van natuurbranden? Zo, nee. Bent u bereid om samenwerking te zoeken met bovengenoemde partijen en inzichtelijk te maken waar het risico op natuurbranden groot is en hoe dit risico verholpen, dan wel beperkt kan worden? Zo, nee waarom niet?
Antwoord;
Zo er al afspraken over samenwerking tussen de door u genoemde partijen in de regio zijn, zijn die van oudsher op lokaal niveau gesloten. Gelet op het geringe aantal natuurbranden dat de provincie Groningen in de afgelopen jaren heeft gekend is een intensivering van eventuele bestaande samenwerkingsverbanden dan ook niet oven/vogen.
Wij zijn van mening dat door de inzet van de terrein beherende organisaties en waar nodig de brandweer er voldoende maatregelen worden genomen om eventuele natuurbranden te voorkomen dan wel in te perken.
6. Bent u bereid om, indien dit niet al gebeurt, mensen die in de provincie natuur bezoeken middels natuurgebieden, campings of landgoed, voor te lichten ter bevordenng van natuurbrandpreventie (zoals onder andere de inspectie OOV aanraadt)? Zo ja op welke wijze en termijn? Zo nee waarom niet?
Antwoord;
Wij achten het een taak van de terrein beherende organisaties, campingeigenaren, landgoedeigenaren en eigenaren van overig recreatie gebied om het publiek voor te lichten over mogelijke risico's van brand. Wij zeggen u toe dat wij in algemene zin en onder bepaalde weersomstandigheden, op de provinciale website zullen waarschuwen voor brandgevaar in natuur- en recreatiegebieden.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Groningen
http://hvd-drenthe.nl/documents/ProjectplanNatuurbrandbeheersinginDrenthe1.1.pdf
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen betreffende meidoornkap Ezinge/Feerwerd
Lees verderVragen betreffende wol van alpaca's in subsidieproject provincie
Lees verder