Vragen betreffende rekenmodel geuruitstoot VStacks
Indiendatum: mei 2014
Geacht college,
Op 28 april 2014 heeft de provincie Noord-Brabant aan Minister Mansveld (I&M) laten weten dat zij zich zorgen maakt over de vergunningverlening voor geuruitstoot, met name de werking van het programma VStacks. De zorgen zijn gebaseerd op aanbevelingen uit een notitie van het bureau Witteveen en Bos. Het bureau concludeert dat geurberekeningen op basis van VStacks zowel naar boven als naar beneden aanzienlijke verschillen vertonen met de realiteit. Dit betekent dat er momenteel geen betrouwbaar instrument voorhanden is om te bepalen of veehouderijen aan de geurnormen voldoen.
Het rekenmodel VStacks is de uitkomst van onderzoek dat in 2001is geïnitieerd door het ministerie van VROM om meer ruimte te bieden voor veehouderij. Daaropvolgend is in 2007 de Wet Geurhinder en Veehouderij (WGV) van kracht geworden. De oorspronkelijk wetgeving was gebaseerd op afstandsnormen die voor de burgers eenvoudig te controleren waren. De huidige verlening op basis van VStacks is voor leken niet of nauwelijks controleerbaar. Bovendien wordt in het VStacks-model enkel gekeken naar de emissie van afzonderlijke bedrijven en dus geen rekening gehouden met de cumulatie van meerdere veebedrijven in een gebied.
- Bent u van mening dat VStacks nog steeds een adequate methodiek is om stank te meten, c.q. omwonenden voor stankoverlast te behoeden, gegeven de uitkomst van het onderzoek door Witteveen en Bos? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, gaat u bij het Rijk aandringen op een verbetering van VStacks of toepassing van een andere rekenmethode? Hoe wordt dit meegenomen in het geurbeleid dat momenteel wordt opgesteld door Gedeputeerde Staten?
- Kunt u aangeven of er sinds de invoering van VStacks veebedrijven zijn waar ondanks de uitgevoerde berekening en daarop verleende vergunning toch sprake is van stankoverlast? Zo ja, hoe wordt gehandeld in dergelijke gevallen? Wordt daarbij ook de berekening volgens de V-stacks methode onder de loep genomen?
- Indien u van mening bent dat de VStacks methodiek mogelijk omissies bevat, hoe gaat u om met vergunningverlening in de tijdspanne dat er verbeteringen doorgevoerd worden?
- Indien er geconstateerd wordt dat er sprake is van foutief berekende en vergunde geuruitstoot, hoe bent u voornemens deze te herstellen? Worden vergunningen opnieuw getoetst en worden daar consequenties aan verbonden?
- Bent u met ons van mening dat de Wet Geurhinder en Veehouderij (WGV) nog meer omissies omvat omdat de geuruitstoot van bijvoorbeeld melkveehouderijen, nertsenfarms, mestopslag en mestvergisters niet worden meegenomen in de bepaling van geuruitstoot, en dat er dientengevolge veel meer burgers aan stank worden blootgesteld? Zo nee, waarom niet?
- Hoe beoordeelt u het feit dat het voor burgers zo goed als onmogelijk is om de berekeningen volgens VStacks te controleren?
Met vriendelijke groet,
Anja Hazekamp
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
mei 2014
Antwoorddatum: 1 jul. 2014
Geachte mevrouw Hazekamp,
Op 21 mei ontvingen wij schriftelijke vragen van de fractie van de Partij van de Dieren omtrent het rekenmodel VStacks voor de geuremissie van veehouderijen. De aanleiding voor de vragen was een brief van de provincie Noord Brabant aan staatsecretaris Mansveld van l&M over dit onderwerp. Hierin wordt verwezen naar onderzoek van bureau Witteveen en Bos naar de werking van het voorgeschreven rekenmodel VStacks voor geuremissies van veehouderijen. Het onderzoek laat zien dat de modeluitkomsten (zeer) sterk kunnen afwijken van de werkelijkheid.
Voordat wij ingaan op uw vragen, willen wij eerst een algemene contekst schetsen van de praktijk van de vergunningverlening en het aspect geurhinder.
Geurhinder is weliswaar te beperken met maatregelen uit vergunningvoorschriften, maar nooit helemaal te voorkomen. Hinder is in zijn algemeenheid een complex socio-fysiologisch fenomeen waarbij de feitelijke niveau's van geurstoffen, decibellen en lumen een belangrijke, maarzeker niet de enige factor vormen die leiden tot hinder. Ander factoren zoals communicatie, eigenbelang, gewennning, vermogen om te beïnvloeden en persoonlijke gevoeligheid zijn evenzeer van belang. Ook het wél voldoen aan grenswaarden is dus geen garantie dat er geen hinder optreedt. Dat geldt onverkort voor geurhinder.
Ons provinciale geurbeleid richt zich op die bedrijven waarvoor de provincie bevoegd gezag is. Dit is vastgelegd in de Beleidsregel vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2013-2016 provincie Groningen, die wij op 29 oktober 2013 hebben vastgesteld. De provincie is niet het bevoegd gezag voor de milieuvergunningen van veehouderijen, dat zijn de gemeenten. Voor het berekenen van de geurverspreiding van deze grotere industriële bedrijven is niet V-stacks voorgeschreven, maar is het Nieuw Nationaal Model (NNM) van toepassing. Daarmee sluiten wij aan bij bestaande afspraken op provinciaal en landelijk niveau, waaronder bestaande wetten, regels, en meet- en rekentechnieken.
Het Rijk heeft in de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) het gebruik van V-STACKS verplicht gesteld voor het berekenen van geurconcentraties bij veehouderijen. V-STACKS is dus het wettelijk verplicht kader dat gemeenten moeten hanteren bij vergunningverlening aan veehouderijen.
Mede in het licht van bovenstaande, beantwoordt het college uw vragen als volgt:
Vraag 1. Bent u van mening dat VStacks nog steeds een adequate methodiek is om stank te meten, c.q. omwonenden voor stankoveriast te behoeden, gegeven de uitkomst van het onderzoek door Witteveen en Bos? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, gaat u bij het Rijk aandringen op een verbetering van VStacks of toepassing van een andere rekenmethode? Hoe wordt dit meegenomen in het geurbeleid dat momenteel wordt opgesteld door Gedeputeerde Staten?
Antwoord: V-stacks is geen methode om de stank te meten, maar een methode om de geur- (zo u wilt stank-)belasting te berekenen. Wij begrijpen de zorgen van de provincie Noord Brabant. Tegelijkertijd betreuren wij het dat de provincie Noord Brabant niet in IPO-verband, maar op eigen initiatief haar zorgen heeft geuit aan Staatsecretaris Mansveld van l&M. Wij zien evenwel geen meerwaarde om in navolging van Noord Brabant een brief met gelijke strekking aan de Staatsecretaris te richten. Zoals bovenvermeld, is ons provinciale geurbeleid - dat gezien onze verantwoordelijkheden is gericht op de grotere industriële bedrijven - inmiddels in oktober 2013 vastgesteld en van kracht.
Vraag 2. Kunt u aangeven of er sinds de invoering van VStacks veebedrijven zijn waar ondanks de uitgevoerde berekening en daarop verleende vergunning toch sprake is van stankoverlast? Zo ja, hoe wordt gehandeld in dergelijke gevallen? Wordt daarbij ook de berekening volgens de V-stacks methode onder de loep genomen?
Antwoord: Wij hebben geen landbouw-gerelateerde geurklachten geverifieerd en/of onderzocht aangezien wij niet het bevoegde gezag zijn.
Vraag 3. Indien u van mening bent dat Vstacks methodiek omissies bevat, hoe gaat u om met vergunningverlening in de tijdspanne dat er verbeteringen doorgevoerd worden?
Antwoord: Overleg tussen de provincie Noord-Brabant, het Rijk en vertegenwoordigers van diverse gemeenten heeft inmiddels geresulteerd in een besluit dat het model V-stacks voor de vergunningverlening aan veehouderijen zal worden verbeterd en uitgebreid. De formele aanpassing en aanwijzing in de Regeling geurhinder en veehouderij zullen circa september 2014 gereed zijn. Na realisatie zullen geen verschillen meer optreden tussen de uitkomsten van V-stacks en die van de moderne rekenmethode (NNM).
Het Rijk adviseert in de tussentijd om de vergunning aan te houden totdat meer informatie over de afwijkingen in het model bekend is.
Vraag 4. Indien is geconstateerd wordt dat er sprake is van foutief berekende en vergunde geuruitstoot, hoe bent u voornemens deze te herstellen? Worden vergunningen opnieuw getoetst en worden daar consequenties aan verbonden?
Antwoord: Er zijn in de provincie Groningen geen veehouderijen die onder het bevoegd gezag van ons vallen, dus wij zijn niet in de positie om hierop actie te ondernemen. Overigens zijn verleende omgevingsvergunningen die in werking zijn getreden zogenaamd 'rechtens onaantastbaar'. Deze vergunningen kunnen door het bevoegd gezag slechts ambtshalve worden gewijzigd, als blijkt dat milieugevolgen van het bedrijf, gezien de ontwikkeling van de kwaliteit van het milieu, verder kunnen of moeten worden beperkt. Nog een stap verder - het intrekken van deze vergunning - kan alleen als met strengere voorschriften niet kan worden bereikt dat beste beschikbare technieken worden toegepast. Daarnaast gelden uiteraard de beginselen van behoorlijk bestuur. Het bevoegd gezag kan niet zo maar een veel strengere norm hanteren zonder overgangsbepalingen.
Vraag 5. Bent u met ons van mening dat de Wet Geurtiinder en Veehouderij (WGV) nog meer omissies omvat omdat de geuruitstoot van bijvoorbeeid melkveehouderijen, nertsenfarms, mestopslag en mestvergisters niet worden meegenomen in de bepaling van geuruitstoot, en dat er dientengevolge veel meer burgers aan stank worden blootgesteld. Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Zoals bij het antwoord op vraag 1 is aangegeven, hebben wij begrip voor de zorgen zoals verwoord door de provincie Noord Brabant. Voor een aantal van de door u genoemde activiteiten gelden echter andere milieu-hygienische kaders om de geuremissies te beperken. Voor melkveehouderijen geldt bijvoorbeeld een standaard afstandscriterium tot bewoning dat in de vergunning moet worden toegepast. Mestvergisters dienen een Wabo-vergunning te hebben waarin geurhinder één van de te reguleren milieuthema's is.
Vraag 6. Hoe beoordeelt u het feit dat het voor de burgers zo goed ais onmogelijk is om de berekeningen met Vstacks te controleren?
Antwoord. De aanvraag en de vergunning moeten voldoende informatie geven om te berekeningen met een rekenmodel te kunnen controleren. Het rekenmodel V-stacks is kosteloos verkrijgbaar, wat de toegankelijkheid voor burgers ten goede komt.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Groningen:
Interessant voor jou
Vragen megamelkveehouderij Bellingwedde
Lees verderVragen betreffende proef Metam-natrium
Lees verder