Vragen betreffende openbaarheid gegevens en aanpak faunabeheer
Indiendatum: mrt. 2014
Geacht college,
Onlangs publiceerde de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek naar het Faunafonds . Hun conclusie was dat dit fonds inefficiënt is, omdat er geen rekening gehouden wordt met de maatschappelijke baten van in het wild levende dieren.
De maatschappelijke kosten van schadebestrijding door de landbouw zijn hoger dan die van de landbouw alleen, aldus de onderzoekers. Voor het afschieten van dieren betaalt de hele maatschappij de prijs, bijvoorbeeld omdat dieren schuwer en minder zichtbaar zijn. Deze prijs wordt niet meegenomen door het Faunafonds.
Het beleid zou volgens de onderzoekers meer gericht moeten zijn op het voorkómen van schade van in het wild levende dieren aan de landbouw en op structurele oplossingen hiervoor. De economen verwijzen daarbij naar voorstellen van de Dierenbescherming om schade door ganzen te voorkomen.
Het eigen risico van 5 procent voor de landbouw is in Nederland erg laag vergeleken met andere landen, zoals Canada. Volgens de onderzoekers is gedeeltelijke vergoeding van de faunaschade aan de landbouw het meest optimaal, omdat een volledige schadevergoeding de faunaschade overschat en de waarde van in het wild levende dieren onderschat. Door gedeeltelijke schadecompensatie ontstaat een aansporing voor de landbouw om zelf preventieve maatregelen te nemen.
Per 1 januari 2014 is de financiële verantwoordelijkheid van het Faunafonds overgegaan van het Rijk naar de provincies.
Naar aanleiding van deze informatie, heeft de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen:
1. Bent u op de hoogte van de conclusie van de Rijksuniversiteit Groningen over het Faunafonds?
2. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat naar aanleiding hiervan de taken van het Faunafonds opnieuw moeten worden ingericht, waarbij preventie en structurele oplossingen in het kader van het voorkomen van schade de kerntaken zijn? Zo ja, wanneer kunnen wij een voorstel van u verwachten over de herziene taken van het Faunafonds? Zo nee, waarom niet?
3. Bent u bereid om in het vervolg rekening te houden met maatschappelijke baten van in het wild levende dieren, zoals de onderzoekers voorstellen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
4. De onderzoekers pleiten voor een lagere tegemoetkoming in de schade dan de huidige 95%. Bent u met de Partij voor de Dieren van mening dat het nuttig is om het eigen risico voor landbouwers te verhogen? Zo ja, hoe hoog wilt u het percentage eigen risico vaststellen? Zo nee, waarom niet?
De Faunabeheereenheid registreert gegevens rondom in het wild levende dieren, zoals aantallen dieren en afschot van dieren, middels het faunaregistratiesysteem en de FaunaSchadeRegistratie. Voor het beoordelen van effectiviteit van het provinciaal faunabeleid en het opstellen/evalueren van het Faunabeheerplan is het van belang dat schademeldingen, wildtellingen en afschotcijfers openbaar zijn. De gegevens in dit systeem zijn echter niet openbaar beschikbaar en zijn digitaal vergrendeld met een inlogcode. Alleen Wildbeheereenheden, grondgebruikers en jagers lijken toegang te krijgen. Dit terwijl Natuurnetwerk, de maker van het Faunaregistratiesysteem, op haar site stelt "wat komt kijken bij Faunabeheer mag iedereen weten ". De Raad van State oordeelde vorig jaar dat de gegevens over de uitvoering van het faunabeheer openbaar zijn. Wanneer de provincie de opdrachtgever is, geldt hier de WOB .
5. Kunt u gemotiveerd aangeven wat u vindt van het niet openbare karakter van de registratie van faunagegevens door Faunabeheereenheid?
6. Heeft het ambtelijk apparaat van de provincie wel toegang tot het faunaregistratiesysteem? Zo nee, hoe worden de handhavers en beleidsambtenaren dan geïnformeerd?
7. Kunt u aangeven of u de gegevens voor de provincie Groningen in het FaunaRegistratieSysteem en de FaunaSchadeRegistratie openbaar gaat maken? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, hoe gaat u burgers en Statenleden, in de gelegenheid stellen het faunabeleid in de provincie te beoordelen respectievelijk te controleren?
Met vriendelijke groet,
Anja Hazekamp
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
mrt. 2014
Antwoorddatum: 23 apr. 2014
*Deze vragen zijn in tweeën gesplitst ingediend: een deel over het Faunaregistratiesysteem en een deel over de doelmatigheid van faunabeheer.*
Faunaregistratie:
Geachte mevrouw Hazekamp,
Hierbij sturen wij u de antwoorden op de door u op 21 maart jl. (ontvangen 28 maart) gestelde vragen met betrekking tot de openbaarheid van gegevens van de Faunabeheereenheid.
Vraag 1. Kunt u gemotiveerd aangeven wat u vindt van het niet openbare karakter van de registratie van faunagegevens door Faunabeheereenheid?
Antwoord: De toegankelijkheid van het Faunaregistratiesysteem is geregeld conform de Wet bescherming persoongegevens. Ontsluiting van de benodigde faunagegevens vindt plaats door middel van het jaarverslag van de Faunabeheereenheid. Hiervan ontvangen wij jaarlijks een exemplaar.
Vraag 2. Heeft het ambtelijk apparaat van de provincie wel toegang tot het faunaregistratiesysteem? Zo nee, hoe worden de handhavers en beleisambtenaren dan geinformeerd?
Antwoord: Het ambtelijk apparaat heeft op dit moment geen direct toegang tot het FRS. Faunagegevens en rapportages van het gebruik van de ontheffingen vindt jaarlijks schriftelijk plaats.
Vraag 3. Kunt u aangeven of u de gegevens voor de provincie Groningen in het FaunaRegistratieSysteem en de FaunaSchadeRegistratie openbaar gaat maken? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, hoe gaat u burgers en Statenleden, in de gelegenheid stellen het faunabeleid in de provincie te beoordelen respectievelijk te controleren?
Antwoord: De faunagegevens, zoals de rapportages met betrekking tot ontheffingen en de jaarverslagen van de Faunabeheereenheid Groningen zijn openbaar. U kunt de gegevens bij ons of via het ambtelijk apparaat opvragen. Bijgevoegd treft u het meest recente jaarverslag van de Faunabeheereenheid aan waarin ook gegevens van voorgaande jaren zijn verwerkt. Daarnaast zijn gegevens met betrekking tot tegemoetkomingen in de schade te vinden op de website van het Faunafonds.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Faunabeheer
Geachte mevrouw Hazekamp,
Hierbij ontvangt u de beantwoording op uw schriftelijke vragen van 21 maart jl. (ontvangen 28 maart) met betrekking tot een onderzoek naar het Faunafonds.
Vraag 1. Bent u op de hoogte van de conclusie van de Rijksuniversiteit Groningen over het Faunafonds?
Antwoord: ja.
Vraag 2. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat naar aanleiding hiervan de taken van het Faunafonds opnieuw moeten worden ingericht, waarbij preventie en structurele oplossingen in het kader van het voorkomen van schade de kerntaken zijn? Zo ja, wanneer kunnen wij een voorstel van u verwachten over de herziene taken van het Faunafonds? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: bevorderen van maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schade door dieren is reeds één van de kerntaken van het Faunafonds. Dit is geregeld in de Flora- en Faunawet art. 83 lid 1. Het Faunafonds laat regelmatig onderzoek uitvoeren naar het vorkomen van schade, waarvan onderzoek naar preventieve middelen deel uitmaakt. Wij zien dan ook geen aanleiding voor het opnieuw inrichten van de taken van het Faunafonds.
Vraag 3. Bent u bereid om in het vervolg rekening te houden met maatschappelijke baten van in het wild levende dieren, zoals de onderzoekers voorstellen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: bij het tot stand komen van het Faunabeheerplan van de Faunabeheereenheid Groningen, waarin verschillende maatschappelijke partijen uit de landbouw, natuur en jacht vertegenwoordigd zijn, vindt een maatschappelijke afweging plaats. Aanvullingen daarop zijn naar ons oordeel niet nodig.
Vraag 4. De onderzoekers pleiten voor een lagere tegemoetkoming in de schade dan de huidige 95%. Bent u met de Partij voor de Dieren van mening dat het nuttig is om het eigen risico voor landbouwers te verhogen? Zo ja, hoe hoog wilt u het percentage eigen risico vaststellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: provincies voeren met het Faunafonds reeds verkennende gesprekken om te komen tot nieuwe afspraken in het kader van het uitkeren van tegemoetkomingen in de schade. Het is te vroeg om hierover nu al uitspraken te doen.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Interessant voor jou
Vragen met betrekking tot verbod op nachtelijke jacht op vossen met kunstlicht
Lees verderVragen betreffende bomenkap Engelbert /Middelbert
Lees verder