Vragen betreffende bomenkap Engelbert /Middelbert
Indiendatum: mrt. 2014
Geacht college,
In de omgeving van Middelbert en Engelbert worden momenteel in een rap tempo productiebossen gekapt. We zijn de afgelopen week vele verontruste omwonenden benaderd. Zij zijn bezorgd over het toenemende verkeerslawaai van de A7, het verdwijnen van groen in hun leefomgeving maar vooral om het verdwijnen van het leefgebied van talloze dieren. De snelheid waarmee de bomen gekapt worden is enorm en veel dieren hebben geen tijd om een veilig heenkomen te zoeken. In het bos zijn ten minste twee buizerdnesten aanwezig. Gezien de weersomstandigheden zijn daarnaast vermoedelijk vele andere broedende vogels aanwezig. Egels die mogelijk nog in hun winterslaap zijn worden doodgereden en reeën, die hoogdrachtig zijn, hebben tussen de langsrazende machines en in de boomloze vlakte geen veilige plek meer om hun kalfjes te verstoppen. Bovendien zijn er wilde bijensoorten en vleermuizen aanwezig.
Aan uw College, heeft de Statenfractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen:
1. Was u op de hoogte van het feit dat er op dit moment bossen gekapt zouden worden rond Middelbert? Heeft u hierover overleg gevoerd met de (evt. voormalige) eigenaren?
2. Is op (een deel van) deze productiebossen de Boswet van toepassing of is er sprake van een herplantplicht? Zo ja, heeft dit ook consequenties voor de kapwerkzaamheden? Zo nee, kunt u aangeven voor welke bestemming de percelen hierna gebruikt zullen worden?
Het plangebied van Meerstad ligt tussen het Strategisch Groenproject (SGP) “Midden-Groningen” en de grote natuurgebieden rondom het Zuidlaardermeer. Het rijks- en provinciaal beleid is er lange tijd op gericht geweest deze gebieden ecologisch te verbinden.
3. Heeft het kappen van de bossen bij Middelbert invloed op de ecologische verbindingen in dit gebied?
4. Maken de productiebossen deel uit van het Natuurnetwerk Nederland -de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en/of van het zoekgebied voor de robuuste verbindingszone? Zo ja, heeft het volledig rooien van deze bospercelen nadelige gevolgen voor de EHS en/of de robuuste verbindingszone?
Volgens de Flora- en faunawet dient voorafgaand aan de werkzaamheden geïnventariseerd te worden of er beschermde dieren en planten aanwezig zijn.
5. Kunt u aangeven of de inventarisaties voor deze bospercelen tijdig hebben plaatsgevonden? Zo ja, kunt u aangeven of er beschermde dieren en plantensoorten zijn aangetroffen? Zo nee, waarom niet?
Alhoewel de monocultuur van productiebossen over het algemeen geen grote soortenrijkdom kent, komt aan de randen van de bossen in het Meerdorpen gebied al een grote verscheidenheid aan bomen en struiken voor. Deze randen zijn ook jachtgebied voor de in het gebied voorkomende vleermuizen. Van het nabijgelegen Meerstad Midden is bekend dat er verschillende soorten vleermuizen zitten met een hoge beschermingsstatus.
6. Kunt u aangeven welke soorten vleermuizen in het gebied waar bomen gekapt zijn voorkomen en of hier ook boombewonende vleermuizen leven? Zo ja, is er een ontheffing aangevraagd voor de massale bomenkap? Zo nee, bent u bereid de werkzaamheden (tijdelijk) te stoppen, zodat het voortplantingsproces van de vleermuizen niet vroegtijdig wordt afgebroken?
7. Hoe beoordeelt u de vernietiging van een deel van het leefgebied van vleermuizen uitgerekend in hun kraamperiode?
De productiebossen hebben jarenlang ongestoord kunnen groeien. Vele diersoorten hebben hiervan geprofiteerd en in deze gebieden een veilig leefgebied gevonden. De Flora- en faunawet gaat uit van de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren. Dat betekent dat voor de wet alle dieren van onvervangbare waarde zijn, dat mensen daar zorgvuldig mee moeten omspringen en dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren (dus niet alleen de beschermde) en hun leefomgeving.
8. Kunt u aangeven wie verantwoordelijk is/zijn voor de handhaving van deze zorgplicht bij het kappen van deze productiebossen?
9. Hoe wordt voorkomen dat aan de aanwezige dieren, hun vaste verblijfplaatsen en hun leefgebied door de werkzaamheden onherstelbare schade wordt toegebracht?
10. Kunt u bevestigen dat er vanwege het warme voorjaar vele vogels broeden in de te kappen bomen, waaronder twee broedparen van de buizerd? Zo ja, kunt u aangeven of het is toegestaan om broedende vogels te verstoren en hun jongen te doden? Indien dit niet het geval is: wat gaat de provincie hiertegen doen?
11. Is het waar dat er in het gebied vossenburchten aanwezig waren, die tijdens de werkzaamheden dichtgereden zijn, waardoor de in de burcht aanwezige zogende vossenjongen levend begraven zijn? Zo ja, welke acties gaat u hiertegen ondernemen?
De kap wordt niet gefaseerd uitgevoerd, waardoor de dieren niet of nauwelijks kunnen vluchten.
12. Bent u het met ons eens dat de kap in deze orde van grootte en snelheid, een grote impact heeft op de leefomgeving van de flora en fauna en de omwonenden?
13. Kunt u aangeven hoeveel reeën er in en rond deze bossen leven? Zo nee, waarom niet?
14. Een deel van de productiebossen grenst aan de snelweg A7. Hoe wordt voorkomen dat dieren die vluchten voor de werkzaamheden, zoals reeën, de snelweg oversteken? Als er ten gevolge van de verstorende werkzaamheden aanrijdingen met reeën plaatsvinden, wie is dan aansprakelijk voor de eventuele schade?
15. Bent u bereid om het kappen met onmiddellijke ingang te stoppen of, indien de provincie niet het bevoegd gezag is, aan te dringen op stopzetten van de werkzaamheden bij de NVWA? Zo nee, waarom niet?
Met vriendelijke groet,
Anja Hazekamp
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
mrt. 2014
Antwoorddatum: 7 mei 2014
Geachte mevrouw Hazekamp,
Bij uw brief van 8 april zond u ons een 10-tal vragen aangaande het kappen van productiebossen in de omgeving Middelbert en Engelbert. De beantwoording van deze vragen treft u hieronder aan.
Vraag 1
Bent u het met ons eens dat de kap in deze orde van grootte en snelheid, een grote impact heeft op de leefomgeving van de flora en fauna en de omwonenden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het gaat hier om een zogenaamd productiebos, dat was voorbestemd om na een vastgestelde tijd te worden gerooid.
Vraag 2
Was u op de hoogte van het feit dat er op dit moment bossen gekapt zouden worden rond Middelbert? Heeft u hieronder overleg gevoerd met de (evt. voormalige) eigenaren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Omdat deze productiebossen onder de jurisdictie van het Rijk vallen, is de velling volgens voorschrift gemeld bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Wij waren derhalve niet op de hoogte van het feit dat deze houtopstanden op dit moment gekapt zouden worden, noch hebben wij hierover overleg gevoerd met (evt. voormalige) eigenaren.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het verdwijnen van zo veel groen in de omgeving van het Strategisch Groenproject (SGP) ‘Midden-Groningen’ en de grote natuurgebieden rond het Zuidlaardermeer, terwijl het provinciaal beleid er altijd op gericht is geweest deze gebieden ecologisch te verbinden? En:
Vraag 4
Vindt u het verdwijnen van zoveel groen in de provincie passen binnen de natuurdoelstellingen van de provincie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Afgezien van het feit dat dergelijke bossen niet per definitie een -tijdelijke- bijdrage aan de natuurwaarden leveren, gaat het hier om snelgroeiend bos op landbouwgrond, dat buiten de Ecologische Hoofdstructuur is gelegen.
Vraag 5
Kunt u aangeven of de inventarisaties voor deze bospercelen tijdig hebben plaatsgevonden? Zo ja, kunt u aangeven of er beschermde dieren en plantensoorten zijn aangetroffen? Zo nee, waarom niet? En:
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de vernietiging van een deel van het leefgebied van vleermuizen met een hoge beschermingsstatus uitgerekend in hun kraamperiode? En:
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe het vernietigen van de leefomgeving, inclusief holen en nesten, zich verhoudt met de wettelijke zorgplicht (Wet Dieren en Flora- en Faunawet)? En:
Vraag 9
Hoe gaat u voorkomen dat de aanwezige dieren hun vaste verblijfplaatsen en hun leefgebied door de werkzaamheden onherstelbare schade wordt toegebracht en dat deze dieren verstoord of gedood worden?
Antwoord
Een inspecteur van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit heeft samen met de provinciale inspecteur Groene Wetten de situatie ter plekke in ogenschouw genomen, naar aanleiding van een melding van een burger. Daarbij is geconstateerd dat de eigenaren zogenaamde ecoscans hebben laten opstellen, waaruit bleek dat er geen beletselen waren om tot velling over te gaan. Daarmee is procedureel aan de wettelijke zorgplicht voldaan.
Vraag 7
Een deel van de productiebossen grenst aan de snelweg A7. Kunt u aangeven hoe groot het risico is dat dieren, zoals reeën, die voor de werkzaamheden vluchten de snelweg oversteken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Degenen die de velling uitvoeren dienen de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. De provincie is niet de instantie die hierop toe moet zien.
Vraag 10
Bent u bereid om, gelet op de aanwezigheid van broedende en zogende dieren, aan te dringen op stopzetten van de werkzaamheden bij de NVWA? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De kaplocaties hebben op dit moment qua handhaving de aandacht van zowel de NVWA als de provincie. Ook provinciale inspecteurs Groene Wetten, die tevens Bijzonder Opsporings Ambtenaar zijn kunnen de werkzaamheden (tijdelijk) stopzetten, wanneer zij overtredingen van de Flora- en Faunawet constateren. Tot nu toe is daar noch aan de zijde van de NVWA noch van provinciale zijde aanleiding toe gezien.
Interessant voor jou
Vragen betreffende openbaarheid gegevens en aanpak faunabeheer
Lees verderVragen betreffende kraaienschietdagen
Lees verder