Statenvragen over nertsenfokkerij in Aduard
Indiendatum: aug. 2016
Groningen, 3 augustus 2016
Betreft: Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Groningen aan het college van GS ex artikel 46 RvO betreffende uitbreiding van een nertsenfokkerij in Aduard.
Geacht college,
Recent verscheen een artikel in het Dagblad van het Noorden[1] over het ontwerpbesluit van de gemeente Zuidhorn om de uitbreiding van een nertsenfokkerij te Aduard van bijna 1500 naar zo’n 6000 dieren toe te staan. Onze fractie heeft een deel van de ter inzage gelegde stukken opgevraagd en doorgenomen. In Nederland is bij de Wet verbod pelsdierhouderij geregeld dat nertsenfokkerijen niet mogen uitbreiden.[2] Op MijnRVO.nl valt te lezen dat gemeentes ondanks de Wet verbod pelsdierhouderij niet op basis daarvan een milieu- of omgevingsvergunning zouden mogen weigeren.[3]
Naar aanleiding van dit alles stelt de Partij voor de Dieren u graag de volgende vragen:
1 Klopt het dat de pelsdierhouderij ondanks een eventuele omgevingsvergunning niet legaal mag uitbreiden in verband met de Wet verbod pelsdierhouderij? Ziet u mogelijkheden om hierop te (doen) handhaven? Zo nee, waarom niet?
2 Deelt u onze mening dat het onbegrijpelijk en verwarrend is dat er een (ontwerp-) omgevingsvergunning wordt verleend voor 6000 nertsen terwijl de wet de uitbreiding verbiedt?
3 Heeft er over deze nertsenhal bestuurlijk of ambtelijk overleg met de provincie Groningen plaatsgevonden? Zo ja, wat was daarvan de uitkomst?
4 Het betreft hier intensieve veehouderij. Wordt volgens u aan alle regels ten aanzien van uitbreiding van intensieve veehouderij voldaan? Kunt u dit toelichten?
5 Vallen er effecten van bijvoorbeeld ammoniak te voorzien van dit plan voor natuurgebieden waarvoor de provincie Groningen bevoegd is?
6 Ziet u mogelijkheden om de uitbreiding en/of nieuwvestiging van pelsdierhouderij(en) in onze provincie tegen te gaan? Bent u hiertoe bereid? Zo nee, waarom niet? Deelt u onze mening dat pelsdierfokkerij verwerpelijk is?
7 Is er (ook) een verklaring van geen bedenkingen gevraagd aan de provincie Groningen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, heeft u die dan afgegeven en waarom?
8 In de “ruimtelijke afweging” bij het ontwerpbesluit staat dat er een ontheffing van het bestemmingsplan wordt gegeven voor de bouw van de nertsenhal, omdat er geen provinciale belangen bij zouden zijn betrokken. Deelt u de visie van de gemeente Zuidhorn, dat er geen provinciaal belang speelt bij de bouw van deze nertsenfabriek, en zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u dan nu doen?
9 Gaat u een zienswijze indienen of heeft u een zienswijze ingediend tegen deze uitbreiding? Zo nee, waarom niet? Zo ja, met welke strekking?
Met vriendelijke groet,
Ankie Voerman
Partij voor de Dieren
[1] http://www.dvhn.nl/groningen/Nertsenfokker-Aduard-wil-bedrijf-uitbreiden-21505148.html
[2] http://www.infomil.nl/onderwerpen/landbouw-tuinbouw/systematiek/nieuws/kopie-gevolgen/
[3] https://mijn.rvo.nl/pelsdieren/-/faq/1295550/Veelgestelde+vragen/showFaq/showFaq?p_auth=4JImuQlA
Indiendatum:
aug. 2016
Antwoorddatum: 28 sep. 2016
Geachte mevrouw,
Bij uw bovenvermelde brief heeft u ons, namens de Statenfractie van de Partij voor de Dieren, een aantal vragen gesteld over het voornemen van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidhorn om een omgevingsvergunning te verlenen voor uitbreiding van de nertsenfokkerij aan de Spanjaardsdijk Zuid nr. 5 te Aduard.
Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
Vraag 1
Klopt het dat de pelsdierhouderij ondanks een eventuele omgevingsvergunning niet legaal mag uitbreiden in verband met de Wet verbod pelsdierhouderij? Ziet u mogelijkheden om hierop te (doen) handhaven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De Wet verbod pelsdierhouderij is op 15 januari 2013 in werking getreden. De wet verbiedt het houden, doden of doen doden van een dier dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gehouden ter verkrijging van diens pels. Dit verbod is op een ethische afweging gebaseerd. In de wet is een overgangstermijn opgenomen. Deze houdt in dat pelsdierhouderijen die op 15 januari 2013 bestonden - onder voorwaarden - tot 1 januari 2024 mogen worden voortgezet. IJitbreiding van een bestaande pelsdierhouderij is echter niet toegestaan.
Het project waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd betreft de bouw van hallen/bedrijfsgebouw met een oppervlakte van 4035 m2 ten behoeve van pelsdierhouderij. Deze bebouwing vervangt af te breken bedrijfsbebouwing met een oppervlakte van 2865 m2. Het aantal te houden pelsdieren wordt uitgebreid van 1499 naar 6000.
Indien het project - op grond van een (eventueel) verleende omgevingsvergunning - wordt uitgevoerd en uitbreiding van de nertsenfokkerij plaatsvindt, wordt in strijd met de Wet verbod pelsdierhouderij gehandeld. Overtreding van dit verbod is een economisch delict. Een dergelijke overtreding komt voor eigen risico van de ondernemer.
Het toezicht op de naleving van deze wet berust niet bij ons college, maar bij het rijk. Strafrechtelijke handhaving van de wet ligt in handen van het Openbaar ministerie.
Vraag 2
Deelt u onze mening dat het onbegrijpelijk en verwarrend is dat er een (ontwerp-) omgevingsvergunning wordt verleend voor 6000 nertsen terwijl de wet de uitbreiding verbiedt?
Antwoord
De Wet verbod pelsdierhouderij biedt geen grond om een aangevraagde omgevingsvergunning voor de activiteiten "bouwen en milieu" niet te verlenen wegens strijd met het uitbreidingsverbod. Ook de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) biedt die mogelijkheid niet.
Dat kan echter anders liggen indien de omgevingsvergunning - zoals in dit geval - slechts kan worden verleend onder afwijking van het bestemmingsplan.
Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied" mag de stalvloeroppervlakte voor intensieve veehouderij niet meer bedragen dan de oppervlakte die daarvoor in gebruik was ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan. Dit betrof 2865 m2.
Burgemeester en wethouders beschikken op grond van het bestemmingsplan over de bevoegdheid om bij het verlenen van de omgevingsvergunning van het bestemmingsplan af te wijken voor een vergroting van deze oppervlakte waarbij het aantal dieren toeneemt. Bij de toepassing van deze (binnenplanse) afwijkingsbevoegdheid moet aan de hand van een "afwegingskader" een belangenafweging plaatsvinden. Van de afwijkingsbevoegdheid mag onder meer geen gebruik worden gemaakt indien de uitvoerbaarheid van het project waarvoor vergunning is aangevraagd niet is aangetoond. In dit verband kan rekening worden gehouden met de Wet verbod pelsdierhouderij, zo blijkt uit de jurisprudentie.
Uit het ontwerpbesluit blijkt niet dat burgemeester en wethouders hebben onderkend dat de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend onder afwijking van de planregels voor intensieve veehouderij. Op ambtelijk niveau is daar inmiddels op gewezen.
Vraag 3
Heeft er over deze nertsenhal bestuurlijk of ambtelijk overleg met de provincie Groningen plaatsgevonden? Zo ja, wat was daarvan de uitkomst?
Antwoord
Nee. De gemeente was daartoe echter ook niet wettelijk verplicht.
Vraag 4
Het betreft hier intensieve veehouderij. Wordt volgens u aan alle regels ten aanzien van uitbreiding van intensieve veehouderij voldaan? Kunt u dit toelichten?
Antwoord
Bij de beslissing op de aanvraag om omgevingsvergunning moeten de in de provinciale Omgevingsverordening gestelde (direct werkende) regels voor intensieve veehouderij in acht worden genomen. Volgens deze regels mag de gezamenlijke stalvloeroppervlakte voor intensieve veehouderij in dit geval niet meer dan 5000 m2 bedragen. Aan deze norm wordt voldaan.
Vraag 5
Vallen er effecten van bijvoorbeeld ammoniak te voorzien van dit plan voor natuurgebieden waarvoor de provincie Groningen bevoegd is?
Antwoord
Volgens het m.e.r-beoordelingsbesluit van de gemeente heeft de beoogde bedrijfsuitbreiding geen significante nadelige gevolgen voor het milieu (en de natuur), zodat geen milieueffectrapport hoeft te worden opgesteld.
Vraag 6
Ziet u mogelijkheden om de uitbreiding en/of nieuwvestiging van pelsdierhouderij(en) in onze provincie tegen te gaan? Bent u hiertoe bereid? Zo nee, waarom niet? Deelt u onze mening dat pelsdierfokkerij verwerpelijk is?
Antwoord
Pelsdierhouderij is een vorm van intensieve veehouderij. Op grond van de Omgevingsverordening is nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet toegestaan. Uitbreiding van een bestaande intensieve veehouderij is - bij wijze van overgangsrecht - tot 1 januari 2019 binnen bepaalde grenzen toegestaan.
Wij zien geen mogelijkheid om vooruitlopend daarop de uitbreiding van pelsdierhouderijen tegen te gaan. Nog daargelaten dat de Wet ruimtelijke ordening niet de mogelijkheid biedt om pelsdierhouderij om ethische motieven tegen te gaan, bestaat voor een herziening van de Omgevingsverordening op dit punt, gelet op de Wet verbod pelsdierhouderijen, geen noodzaak.
Vraag 7
Is er (ook) een verklaring van geen bedenkingen gevraagd aan de provincie Groningen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, heeft u die dan afgegeven en waarom?
Antwoord
Nee. Een dergelijke verklaring is namelijk niet vereist.
Vraag 8
In de "ruimtelijke afweging" bij het ontwerpbesluit staat dat er een ontheffing van het bestemmingsplan wordt gegeven voor de bouw van de nertsenhal, omdat er geen provinciale belangen bij zouden zijn betrokken. Deelt u de visie van de gemeente Zuidhom, dat er geen provinciaal belang speelt bij de bouw van deze nertsenfabriek, en zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u dan nu doen?
Antwoord
Een dergelijke afweging hebben wij in het ontwerpbesluit niet aangetroffen. Afgezien daarvan is een (eventueel) voor het project verleende omgevingsvergunning niet in strijd met de Omgevingsverordening.
Vraag 9
Gaat u een zienswijze indienen of heeft u een zienswijze ingediend tegen deze uitbreiding? Zo nee, waarom niet? Zo ja, met welke strekking?
Antwoord
Nee. Een (eventueel) voor het project verleende omgevingsvergunning is namelijk niet in strijd met de Omgevingsverordening.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geantwoord.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Groningen
Interessant voor jou
Statenvragen betreffende het festival Over de Vloed
Lees verderVragen over uitbraak van een dodelijke konijnenziekte
Lees verder