Staten­vragen betref­fende provin­ciale taken bij mili­eu­rampen Wadden­gebied


Indiendatum: mrt. 2019

Geacht college,

“We lijken wel zeeblind", stelde klimaatjournalist Bernice Notenboom over de vervuiling die gepaard gaat met de steeds groter wordende containerschepen. Ze maakte er een documentaire over, 'Seablind'. “Hoe groter de containerschepen worden, hoe minder wij over ze weten,” aldus Notenboom. Een nieuw dieptepunt inzake het containervervoer is het verlies van 345 containers in het Waddengebied.

Tijdens de eerste dagen na het ongeluk met de MSC Zoë ontbrak duidelijke coördinatie, waardoor mogelijk kostbare tijd verloren ging. Zo stonden er vele vrijwilligers klaar die niet aan de slag konden omdat de regie ontbrak. Organisaties als het Waddencentrum in Pieterburen konden de vrijwilligers niet inzetten omdat de waterschappen en RWS hiertoe geen toestemming gaven. Omdat het lang duurde voordat een georganiseerde aanpak op gang kwam, verdween onder andere veel van het voor dieren gevaarlijke plasticgranulaat onder het strandzand en de modder in de kwelders. De Partij voor de Dieren maakt zich grote zorgen over dit granulaat dat overal op stranden, in kwelders en tegen de dijken ligt. Inmiddels is het gebied grotendeels ‘schoon’ verklaard, maar dit geldt slechts voor de grotere voorwerpen, de kleine korrels zijn in de kwelders verzonken.

Wij stellen u graag de volgende vragen.

  1. Kunt u uiteenzetten wat uw overwegingen zijn geweest om al dan niet in de openbaarheid te treden als provincie na het ongeluk?
  2. Kunt u uiteenzetten wat precies uw formele rol is als zich een ecologische ramp voordoet in het Waddengebied? Welke bestuurlijke en financiële taken en verplichtingen heeft de provincie?
  3. Kunt u aangeven welke stappen u heeft gezet meteen na het bekend worden van het overboord slaan van de containers en in de daarop volgende dagen? Op welke wijze heeft u hulp gefaciliteerd? Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat de provincie bij een scheepvaartramp geen formele rol draagt, maar in dit geval wel een rol heeft omdat natuur één van de provinciale kerntaken is en deze ramp grote gevolgen kan hebben voor de flora en fauna op de kwelders en de kust?
  4. De eindverantwoordelijkheid voor de Waddenzee en –kust is opgeknipt in vele stukjes. Hoe kan volgens u voorkomen worden dat er door deze splitsing van verantwoordelijkheden vertraging wordt opgelopen in het bestrijden van rampen?
  5. In de berichtgeving valt te lezen dat vanuit Den Haag werd aangedrongen op een opschaling naar Grip4. In Friesland is men daartoe overgegaan, ook omdat men dan meer hulp zou kunnen inschakelen. In Groningen is dat niet gebeurd. Een nadeel van Grip4 is dat de besluitvorming plaats vindt in de grootste gemeente van de Veiligheidsregio, terwijl een lokale aanpak vaak het meest doeltreffend is. Wat is uw oordeel over deze formaliteiten en deze gang van zaken?
  6. Kunt u aangeven op welke manier de provincie medewerking gaat verlenen aan het nieuwe veiligheidsplan? Bent u bereid om onder andere aan te dringen op het afsluiten van de ‘korte’ vaarroute langs de Wadden voor grote schepen? Het gaat ons dan om een specifiek plan voor kust én Wad voor rampenbestrijding door vervuiling anders dan door olie.
  7. Het kan nog jaren duren voordat er een veiligheidsplan ligt. Wat gaat er gebeuren op de korte termijn, is er een interim-manier om bindende afspraken te maken, bijvoorbeeld als er volgende maand een schip weer lading verliest?
  8. Welke rol ziet u bij rampenbestrijding weggelegd voor de toekomstige Waddenautoriteit? Het is bekend dat één van de kritiekpunten op de autoriteit is dat zij weinig bindende aanwijzingen zal kunnen geven en dat er moeilijk knopen doorgehakt zullen worden. Juist in acute situaties als deze is besluitvorming en slagvaardigheid essentieel. Bent u van mening dat rampenbestrijding een voldoende prominente plaats kan krijgen binnen (de ontwikkeling van) de Waddenautoriteit? Hoe gaat u zich hier voor inzetten?
  9. Bent u bereid om aan te dringen op en bij te dragen aan een gedegen organisatie voor (vrijwillige) opruimacties op de Wadden, waarbij veiligheid en informatievoorziening (centraal aanspreekpunt, materiaal, instructies, uitrusting) goed geregeld worden? Bent u bereid om hierover in overleg te treden met het Waddencentrum in Pieterburen en andere betrokken partijen? Zo niet, waarom niet?
  10. Wie is volgens u verantwoordelijk voor het opruimen van het plastic granulaat? Zijn dit alleen de waterschappen of zijn hier ook natuurorganisaties en Rijkswaterstaat bij betrokken? Kunt u ons meenemen in de stappen die genomen zijn en die nog genomen worden om kwelders en kust te ontdoen van granulaat?
  11. Bent u bereid om extra middelen in te zetten om (de kwelders en) dijken te ontdoen van het plasticgranulaat, en zo organisaties (die bijvoorbeeld al met zuigmachines aan het werk zijn) meer slagkracht te geven? Zo nee, waarom niet?
  12. Kunt u aangeven op welke wijze de gevolgen van de vervuiling voor natuur en milieu in Groningen inzichtelijk gemaakt worden, inclusief de negatieve effecten op dieren door het eten van kleine plastic deeltjes op de korte, midden en lange termijn?
  13. De burgemeesters van de Nederlandse Waddeneilanden maken zich al lange tijd ernstige zorgen over het schijnbare gemak waarop containers van boord kunnen slaan, met alle gevolgen van dien. Zij hebben een brandbrief aan de voorzitter van de Tweede Kamer gestuurd, waarin ze vragen om de volgende maatregelen: - 1) Adequater toezicht en handhaving op het beladen en sjorren van de zeecontainers; - 2)Verplichten dat de zeecontainers worden voorzien van een GPS-marker, waarmee de containers ook onder water te lokaliseren zijn; - 3)Verplichten dat de zeecontainers worden voorzien van chips, waarmee aan de buitenkant van de zeecontainer af te lezen is, welke inhoud de container bevat en of deze gevaarlijke/giftige stoffen bevat; - 4) Toezicht op de keuze die door de kapitein van het schip wordt gemaakt met betrekking tot de te volgen route boven de Waddeneilanden en het Waddengebied. Bent u bereid hun pleidooi te ondersteunen, middels bijvoorbeeld een brief samen met de provincie Fryslân? Zo nee, waarom niet?
  14. Nu er is afgeschaald naar GRIP-0 hebben betrokken partijen in het Waddengebied opnieuw gezamenlijk maatregelen afgesproken voor het opruimen van de (nog niet) aangespoelde lading uit de overboord geslagen containers van het schip MSC Zoe, zo werd door onder andere Rijkwaterstaat ongeveer twee weken geleden naar buiten gebracht. Hoe oordeelt u over deze maatregelen? [1] Welke stappen heeft u als portefeuillehouder natuur genomen om u hiervan op de hoogte te stellen? Bent u bij de totstandkoming van dit pakket betrokken geweest en zo nee, waarom niet?
  15. De aanpak van de ramp heeft hinder ondervonden van het feit dat deze exact in de kerstvakantie lag. Alhoewel de parate diensten altijd oproepbaar zijn, viel dit incident daar niet in, omdat er niet letterlijk iets “in brand stond”. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat dit de aanpak heeft bemoeilijkt en dat moet worden nagedacht over de vraag hoe bij een soortelijke ramp wel onmiddellijk alle hulpdiensten in staat van paraatheid kunnen worden gebracht? Zo ja, hoe gaat u zich daarvoor inzetten en zo nee, waarom niet?
  16. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat de ramp met de MSC Zoë een afspiegeling van de wereld in het klein is? Welke conclusies trekt u daaruit?

Bij voorbaat dank ik u voor uw antwoorden.

Met vriendelijke groet,

Kirsten de Wrede,

Partij voor de Dieren

[1] https://staticresources.rijkswaterstaat.nl/binaries/maatregelenpakket%20eindversie%202.0_tcm21-207860.pdf

Indiendatum: mrt. 2019
Antwoorddatum: 2 apr. 2019

Antwoorden: https://www.provinciegroningen...

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Statenvragen betreffende deelname provincie aan Week zonder vlees

Lees verder

Statenvragen betreffende achteruitgang boerenlandvogels en predatiebeheer

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer