Schrif­te­lijke vragen inzake voor­keur­sal­ter­na­tieven Net op Zee


Indiendatum: 3 mei 2021

Betreft: Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Groningen aan het college van GS ex artikel 67 RvO betreffende Net op Zee VKA Eemshaven-West

Geacht College,

Op 2 oktober 2020 bracht u het regioadvies[1] Net op Zee uit aan het ministerie EZK. In januari heeft het Rijk besloten om voor voorkeursalternatief (VKA) Eemshaven-West (EW) te kiezen. In een brief[2] gaat de minister in op deze keuze en de gestelde randvoorwaarden. Natuurmonumenten, de Waddenvereniging en de Groninger Natuur en Milieufederatie stellen dat de schade aan de natuur op Schiermonnikoog en in het Waddengebied onontkoombaar en niet te compenseren is[3].

Inwoners van Schiermonnikoog voelen zich overvallen nu de volle impact van de kabels voor het eiland en de natuur duidelijk worden. Pas op 22 en 29 maart j.l. waren er bewonersavonden op Schier. Agrariërs aan land maken zich ernstig zorgen over verlies aan landbouwgrond.

De natuurorganisaties stellen ons inziens terecht dat de hoofdfunctie natuur van het Waddengebied onvoldoende gewicht krijgt. In uw regioadvies stelt u dat “goed omgaan met het Waddengebied meer is dan alleen een randvoorwaarde” en dat “waarborging van dit natuurgebied als uitgangspunt bij de aanleg als cruciaal wordt gezien door alle dertien regiopartijen.” Het ministerie lijkt nauwelijks doordrongen van de eisen. De minister “geeft Tennet mee” om te kijken naar de randvoorwaarden voor de landbouw, “streeft ernaar” om effecten op de kwetsbare Waddennatuur te voorkomen, en ziet “mogelijkheden die kunnen bijdragen” aan Europees beschermde natuurwaarden.

Graag stellen wij u de volgende vragen:

  1. In de commissievergadering is aan de Staten meegedeeld dat tracé Eemshaven Oost zo goed als onmogelijk was, o.a. door oorlogstuig en andere obstakels. Tot onze grote verbazing lezen wij nu dat de minister dit tracé ‘vrij wil houden’ voor mogelijke toekomstige aanlandingen.
    1. Heeft u de Staten wel correcte informatie verstrekt t.a.v. de (on)mogelijkheden van tracé Eemshaven Oost?
    2. Bent u, met deze informatie, bereid om terug te gaan naar het ministerie en te vragen om nieuw overleg? Wat vindt u van het voorstel van de natuurorganisaties om uw regioadvies in te trekken en opnieuw naar de tekentafel te gaan?
    3. Bent u het met ons eens dat het Waddengebied ontzettend zal lijden als er in de toekomst opnieuw zulke grote ingrepen plaatsvinden? Is dit niet voldoende reden om het proces een halt toe te roepen, eerst alle toekomstige ontwikkelingen beter in kaart te brengen en vervolgens te kiezen voor één definitieve verbinding?
  2. In MER fase 2 zal blijken of VKA EW zonder ‘significante natuurschade’ door het Wad kan gaan.
    1. Is het correct dat het proces van de invulling van de randvoorwaarden momenteel gaande is? Zo ja, hoe gaat u er voor zorgen dat de randvoorwaarden worden omgezet in harde garanties, waar niet van af geweken mag worden? Kunt u toezeggen dat álle te nemen natuurmaatregelen stuk voor stuk bindend worden opgenomen in het inpassingsplan?
    2. Heeft u voldoende vertrouwen in de daadkracht van het ministerie en TenneT over de invulling van de randvoorwaarden, gezien de weinig stellige bewoordingen van de minister in haar antwoord op het regioadvies?
    3. De minister “geeft aan Tennet mee”om “indien mogelijk” ook een “plus” te creëren voor de natuur. Waar zou een dergelijke plus volgens u uit moeten / kunnen bestaan, en wat gaat u ondernemen om te zorgen dat deze plus er ook daadwerkelijk komt?
  3. Indien blijkt dat het gekozen VKA om wat voor reden dan ook niet haalbaar blijkt te zijn, wanneer tijdens het proces zijn er dan mogelijkheden om de stekker er uit te trekken? Of zal deze variant koste wat kost middels inpassingsplannen, onteigeningen en andere zware middelen worden doorgezet?
  4. Wat is uw motivatie om af te wijken van de Gebiedsagenda 2050 voor de Wadden, waarin staat dat kabelverbindingen geclusterd dienen te worden en zuinig met de ruimte omgesprongen moet worden? Wat is nog de waarde van gebiedsagenda’s als deze steeds doorkruist worden door plannen van het Rijk en het bedrijfsleven?
  5. Wat zijn de gevolgen van het voorbereidingsbesluit voor (geplande) natuurontwikkeling of andere ruimtelijke plannen in het tracégebied? Welke projecten worden mogelijk gehinderd door het besluit? Gaat u deze impact ook verhalen op het ministerie? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
    1. Hoe kunt u verklaren dat in de verkenning het draagvlak voor VKA EW als ‘positief’ bestempeld werd? Hoe is dit draagvlak gepeild? Werden in de verkenning ook lokale bestuurders en burgers gehoord? Is bij de peiling volgens u volledige informatie gedeeld over de verstrekkende gevolgen voor natuur, landbouw en leefomgeving?
    2. Denkt u, terugblikkend, dat er een correct proces gevoerd is t.a.v. het eerlijk en tijdig informeren van belanghebbenden, en het peilen van draagvlak? Kunt u uitsluiten dat er bewust informatie is achtergehouden om mogelijk protest te voorkomen?
    3. Bent u met ons van mening dat de Staten in de stukken verkeerd geïnformeerd zijn over het draagvlak voor VKA EW? Zo nee, waarom niet?
  6. Wij zien bij het proces rondom Net op Zee een terugkerend patroon, waarbij omwonenden en andere belanghebbenden bij grote ruimtelijke ingrepen, zoals op dit moment bij de uitbreiding van Eemshaven, wind- en zonneparken, pas op een (te) laat tijdstip deelgenoot worden van de plannen. Zij voelen zich in het beste geval niet gehoord maar vaker nog gepiepeld, genegeerd of ‘er niet toe doen’. Dit is een zeer kwalijke ontwikkeling die niet bijdraagt aan het vertrouwen in de overheid alsook het SAMENwerken aan een goede toekomst voor iedereen. Graag uw reactie!
    1. Welke informatie exact heeft u uiteindelijk doen besluiten om voor VKA EW te kiezen? Hoe is de afweging gemaakt tussen de gecompliceerde en duurdere aanleg van het oostelijke tracé en de nu gekozen route? Graag uw precieze argumenten. Daarnaast ontvangen wij graag de informatie die, naast de integrale effecten analyse, verder is uitgewisseld tussen de provincie en het ministerie.
    2. Graag toelichting op de kosten-baten. Hoeveel geld wordt de provincie geacht te investeren, en hoeveel financiële vergoeding wordt verkregen? Hiermee doelen wij op zowel middelen voor een gebiedsfonds en wettelijke compensatie, alsook de hoogte van een extra bedrag. Kunt u uitsluiten dat er een aantrekkelijke financiële deal is gesloten die heeft bijgedragen aan het loslaten van tracé Oost?

Vriendelijke groet,

Ankie Voerman

Partij voor de Dieren


[1]https://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Downloads/Downloads_2020/Regioadvies_Net_op_zee_Ten_noorden_van_de_Waddeneilanden_DEF.pdf

[2] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2021D12493&did=2021D12493

[3] DD.06.A : https://ris2.ibabs.eu/Agenda/Details/ProvincieGroningen/c5ac7ff7-8fc0-476d-aacb-7db93a3e4284

Indiendatum: 3 mei 2021
Antwoorddatum: 6 jul. 2021

U kunt de antwoorden hier inzien.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake ontheffing doden reeën

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake bebouwen natuurgebied voormalige vloeivelden Suikerunieterrein

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer