Schrif­te­lijke vragen inzake actu­a­li­satie Groninger Verdien­model


Indiendatum: nov. 2017

Betreft: Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Groningen aan het college van GS ex artikel 46 RvO inzake actualisatie Groninger Verdienmodel.

Geacht college,

In paragraaf 2.2. van het basisdocument GVM staat het volgende: ‘Het (GVM) is een dynamisch instrument dat geactualiseerd kan worden al naar gelang ontwikkelingen in de sector’. Sinds het tot stand komen van het GVM in 2014 is er in de veehouderijsector veel veranderd en zijn er nieuwe inzichten ontstaan. We zien een aantal negatieve alsook positieve ontwikkelingen. Negatief is de enorme achteruitgang van de biodiversiteit, waarbij de dramatische achteruitgang van insecten (met 75%) het meest recente dieptepunt is. Positief is de wens van de provincie om natuurinclusieve- en biologische landbouw te stimuleren. Ook vraagt de consument steeds vaker om melk van een koe die in de weide loopt. Ook ligt het in de verwachting dat er volgend jaar, o.a. ten gevolge van de fosfaathandel, meer aanvragen voor grote bedrijven zullen komen waarop het GVM van toepassing zal zijn.

Naar aanleiding van bovenstaande hebben wij de volgende vragen:

  1. Is het college bereid het GVM op korte termijn te actualiseren, en ziet het college de noodzaak tot actualisatie? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
  2. Bent u het met ons eens dat ook, juist, in het GVM zaken als biodiversiteit, kruidenrijke weilanden, weidegang en natuur-inclusiviteit een prominente plaats verdienen? Zo ja, kunt u ons op de hoogte houden? En op welke termijn? Zo niet, waarom niet?
  3. Bent u het met ons eens dat in het huidige GVM dierenwelzijn zeer karige aandacht krijgt? Bent u bereid binnen het GVM punten te geven aan de boer, die bereid is a. het kalf langer bij de moeder te laten lopen, b. zijn koeien niet te onthoornen en c. diervriendelijkere stalsystemen toe te passen? Zo nee, waarom niet?

Bij voorbaat dank ik u voor uw antwoord.

Met vriendelijke groet,

Ankie Voerman en Kirsten de Wrede

Partij voor de Dieren

Indiendatum: nov. 2017
Antwoorddatum: 30 jan. 2018

1. Is het college bereid het GVM op korte termijn te actualiseren, en ziet het college de noodzaak tot actualisatie? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Een deel van de maatlatten in het GVM, onder andere die voor dierwelzijn, diergezondheid en energie, is gekoppeld aan de certificeringsschema's van de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). Afgesproken is dat in het kader van het GVM steeds de meest recente versie van de MDV van toepassing is. Wij worden door de Stichting Milieukeur, verantwoordelijk voor deze certificeringsschema's, op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen.

Voor de andere maatlatten, die door de provincie zijn ontwikkeld, geldt dat wij zelf voor de actualisatie verantwoordelijk zijn. Wij houden de ontwikkelingen op dit gebied in de gaten, maar gezien de onderwerpen (bijvoorbeeld kennisontwikkeling en natuurplannen) en de manier waarop de maatlatten zijn ingevuld, is daar tot nu toe weinig reden voor geweest. Mochten externe ontwikkelingen aanleiding zijn voor grote aanpassingen van het GVM, dan stellen wij u daarvan op de hoogte.

2. Bent u het met ons eens dat ook, Juist, in het GVM zaken als biodiversiteit, kruidenrijke weilanden, weidegang en natuur-inciusiviteit een prominente plaats verdienen? Zo Ja, kunt u ons op de hoogte houden? En op welke termijn? Zo niet, waarom niet?

De door u genoemde onderwerpen maken op verschillende manieren al onderdeel uit van maatlatten in het GVM, bijvoorbeeld door de uitwerking van een bedrijfsnatuurplan en het toekennen van punten voor weidegang. Wij zien op dit moment geen reden om deze een prominentere plaats te geven. De door u geschetste positieve ontwikkelingen in de melkveehouderij betekenen dat de daarbij betrokken ondernemers extra ondersteund worden bij het voldoen aan de vereisten van het GVM.

3. Bent u het met ons eens dat in het huidige GVM dierenwelzijn zeer karige aandacht krijgt? Bent u bereid binnen het GVM punten te geven aan de boer, die bereid is a. het kaif langer bij de moeder te laten lopen, b. zijn koeien niet te onthoornen en c. diervriendelijkere stalsystemen toe te passen? Zo nee, waarom niet?

De maatlat Dierenwelzijn neemt een belangrijke plek in het GVM in. Met LTO en de Natuur- en Milieufederatie is afgesproken dat het GVM daarvoor aansluit bij de Maatlat Duurzame veehouderij. Wij zien op dit moment geen reden om van die afspraak af te wijken.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Interessant voor jou

Statenvragen over uitbreiding melkveehouderij Blijham

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake toezicht en handhaving veehouderij

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer