Schrif­te­lijke vragen betref­fende peil­be­sluit Wester­polder-Oosterland en natuur­doelen


Indiendatum: mei 2018

Betreft: Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Groningen aan het college van GS ex artikel 46 RvO betreffende het door het waterschap aangehouden peilbesluit Westerpolder-Oosterland-Vestdijklaan en de volgens de provinciale omgevingsvisie te behalen natuurdoelen in het gebied.

Geacht college,

In de actualisatie Omgevingsvisie Drenthe en de Omgevingsvisie van de provincie Groningen 2016-2020 heeft het gebied Westerpolder-Oosterland met uitzondering van het bebouwde gebied (Haren/Paterswolde) de functie natuur gekregen. Het betreft hier een NNN gebied. Door de aardgaswinning heeft er bodemdaling in het gebied plaatsgevonden van ongeveer 10cm. Het waterpeil is daarop niet aangepast, waardoor er vernatting optrad. Goed voor de natuur, minder goed voor de huidige landbouw. De belangen van landbouw en natuur zijn hier tegenstrijdig.

In het gebied komt de zeer zeldzame witte kievitsbloem voor. De bloem heeft het nu al moeilijk en zal een verdere verlaging van het waterpeil volgens o.a. Natuurmonumenten waarschijnlijk niet overleven

De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 14 juli 2016 een drietal landbouwers in het gelijk gesteld als het gaat om een betere onderbouwing voor een zogenaamd stand-still principe in het peilgebied. Het waterschap vreest een nieuwe rechtsgang als het waterpeil niet opnieuw wordt aangepast (lees: verlaagd).

Waterschap Hunze en Aa's besprak op 25 april jl. in het Algemeen Bestuur het peilbesluit Westerpolder-Oosterland-Vestdijklaan". Het besluit werd aangehouden tot het najaar van 2018. Dit om ruimte te geven voor gesprekken en het komen tot overeenstemming tussen boeren en overheden met hun tegenstrijdige doelen. De provincie Groningen ?n provincie Drenthe zullen worden aangespoord om regie te nemen in dit proces zodat er in het najaar van 2018 een beter peilbesluit kan worden genomen.

Omdat hier een belangrijke rol lijkt weggelegd voor de provincies en dan met name voor de provincie Groningen heeft de Statenfractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen:

  1. Is het juist te veronderstellen dat de provincie Groningen trekker is in deze situatie en dat zij in deze ook bevoegd is te spreken en te handelen namens de provincie Drenthe?
  2. Is het college bekend met de tegenstrijdige belangen in bovenstaand gebied tussen natuurwaarden en de landbouw? Hoe kijkt u daar tegen aan? Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het uiterst belangrijk is dat deze situatie niet op zijn beloop wordt gelaten, maar dat de provincie daarin de regie neemt? Indien niet, waarom niet en wie dan wel? Graag een gemotiveerd antwoord.
  3. In de omgevingsvisie wordt natuur als functie aangewezen voor dit gebied. Hoe kunt u dit in overeenstemming brengen met de belangen van de landbouw in het gebied? Hoe denkt u dat hier de natuurdoelen kunnen worden behaald, inclusief het overleven van de zeer zeldzame kievietsbloem? Graag een uitgebreid antwoord.
  4. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat voor het behalen van de natuurdoelen een hoge waterstand noodzakelijk is? En dat dit uiteindelijk voor de belangen van een paar veeteelthouders moet gaan? Indien uw antwoord nee is, waarom niet?
  5. Weet u hoeveel agrariërs er nog actief zijn in het gebied? Zijn er gesprekken met hen geweest over uitkopen, het aanbieden van een plaatsvervangend bedrijf of een natschaderegeling? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de uitkomst van deze gesprekken geweest?
  6. Onteigening is een bevoegdheid van de provincie bij het realiseren van natuurdoelen. Als er na een gesprek met alle betrokken agrariërs niet tot een minnelijke regeling kan worden gekomen dan vindt de Partij voor de Dieren dat de Provincie een onteigeningsprocedure moet starten. Een en ander heeft immers al lang genoeg geduurd en het is zaak dat alle betrokkenen duidelijkheid krijgen. Bent u bereid om tot onteigening over te gaan,? Indien uw antwoord nee is, waarom niet? Als u een dergelijke stap niet wenst te nemen, bent u dan ook bereid schadevergoeding uit te keren veroorzaakt door niet handelen vanuit de provincie aan Natuurmonumenten?

Indiendatum: mei 2018
Antwoorddatum: 26 jun. 2018

1. Is het juist te veronderstellen dat de provincie Groningen trekker is in deze situatie en dat zij in deze ook bevoegd is te spreken en te handelen namens de provincie Drenthe?

Antwoord.

Het door het Algemeen Bestuur van het waterschap Hunze en Aa's aangehouden peilbesluit heeft betrekking op 3 peilgebieden (Westerpolder-Oosterland-Vestdijklaan). Het peilgebied Oosterland is in de Omgevingsverordeningen van de provincie Groningen en van de provincie Drenthe (groten)deels begrensd als onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Voor de beide andere peilgebieden (die in de provincie Groningen liggen) is dit niet het geval.

Voor zover begrensd als NNN zijn de provincies Groningen (voor het binnen de provincie Groningen gelegen deel) en de provincie Drenthe (voor het binnen de provincie Drenthe gelegen deel) trekker voor de realisatie van de NNN. Onder realisatie wordt verstaan: het waar noodzakelijk verwerven en - als natuur - inrichten van deze gronden. De provincie Groningen is niet bevoegd te spreken of te handelen over de realisatie van de NNN voor zover deze is gelegen in de provincie Drenthe. Wel wordt in goed overleg met de provincie Drenthe getracht om in gezamenlijkheid de doelen, het waar nodig verwerven en inrichten, van de NNN te realiseren.

2. is het college bekend met de tegenstrijdige belangen in bovenstaand gebied tussen natuurwaarden en de landbouw? Hoe kijkt u daar tegen aan? Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het uiterst belangrijk is dat deze situatie niet op zijn beloop wordt gelaten, maar dat de provincie daarin de regie neemt? indien niet, waarom niet en wie dan wel?

Graag een gemotiveerd antwoord.

Antwoord.

Ons college kent de tegenstrijdige belangen van natuur en landbouw in polder het Oosterland.

In onze Omgevingsverordening is deze polder, vanwege de huidige én de potentiële natuurwaarden, begrensd als onderdeel van de NNN. Onze inspanningen zijn er dan ook op gericht om de NNN hier te realiseren en er is geen sprake van dat deze situatie 'op zijn beloop wordt gelaten'. De provincie heeft hierin de regie. Reeds meerdere jaren, en nog steeds, zijn gesprekken gaande met betrokken grondeigenaren om op minnelijke wijze tot overeenstemming over de noodzakelijke grondverwerving te komen.

3. In de omgevingsvisie wordt natuur als functie aangewezen voor dit gebied. Hoe kunt u dit in overeenstemming brengen met de belangen van de landbouw in het gebied?

Antwoord.
De huidige wijze waarop de agrarische functie in het Oosterland wordt ingevuld past minder goed in de functie 'natuur' die in de omgevingsvisie aan het gebied is toegekend. In juridische zin zijn echter de aan het gebied toegekend functies uit het door de gemeente vastgestelde bestemmingsplan bepalend voor het gebruik; niet de functie uit de omgevingsvisie. In het bestemmingsplan hebben de gronden deels de functie 'Natuur' en deels de functie 'Agrarisch met waarden'.
In belangrijke mate vanwege de verschillen van inzicht in het voorgestane peilbeheer verhouden de functies 'landbouw' en 'natuur' in polder het Oosterland zich momenteel slecht.
Daar waar de (natuur)terrein beherende organisaties een hoger grondwaterpeil (dan het huidige), en meer invloed van de Drentse Aa, voorstaan, richten de bezwaren van betrokken agrariër zich juist op het, zijn inziens, te hoge grondwaterpeil. Door beide betrokkenen zijn, min of meer tegenovergestelde, zienswijzen tegen het meest recente (en aangehouden) peilbesluit van het Waterschap ingediend.
Nadat de polder is ingericht voor de functie 'natuur' kan een (aangepast) agrarisch (mede)gebruik mogelijk zijn.

4. Hoe denkt u dat hier de natuurdoelen kunnen worden behaald, inclusief het overleven van de zeer zeldzame kievietsbloem? Graag een uitgebreid antwoord.

Antwoord.
Beleid van de provincie is om, waar nodig, de gronden te verwerven die noodzakelijk zijn om de NNN in te richten. Wij handelen bij deze verwerving conform de spelregels uit de Nota Grondbeleid zoals deze door Provinciale Staten is vastgesteld. Nadat deze gronden zijn verworven is het mogelijk een (nieuw) peilbesluit te nemen dat leidt tot een verhoging van de grondwaterpeilen. Hogere peilen en het mogelijk maken van (winter) inundaties dragen bij aan het realiseren van de door ons voorgestane natuurdoelen.

5. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat voor het behalen van de natuurdoelen een hoge waterstand noodzakelijk is? En dat dit uiteindelijk voor de belangen van een paar veeteelthouders moet gaan? indien uw antwoord nee is, waarom niet?

Antwoord.
Zie ook het antwoord op vraag 4. Zolang nog niet alle gronden die nodig zijn om de polder voor de functie 'natuur' optimaal in te richten zijn verworven, dient rekening gehouden te worden met de (agrarische) belangen. De rechtbank Noord-Nederland heeft in haar uitspraak in 2016 (casus peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid) hier ook nadrukkelijk op gewezen.

6. Weet u hoeveel agrariërs er nog actief zijn in het gebied? Zijn er gesprekken met hen geweest over uitkopen, het aanbieden van een plaatsvervangend bedrijf of een natschaderegeling? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de uitkomst van deze gesprekken geweest?

Antwoord.
Feitelijk is er anno 2018 nog één agrarisch bedrijf met eigendommen in het Groninger deel van polder het Oosterland. Gesprekken met de agrariër zijn reeds meerdere jaren, en nog steeds, gaande om op minnelijke wijze tot overeenstemming over de noodzakelijke grondverwerving te komen. Ook opties als vervangende grond worden in deze gesprekken betrokken, helaas tot nu toe zonder succes.
Het waterschap is verantwoordelijk voor het peilbeheer en daarmee eveneens verantwoordelijk voor een eventuele natschaderegeling.

7. Onteigening is een bevoegdheid van de provincie bij het realiseren van natuurdoelen. Als er na een gesprek met alle betrokken agrariërs niet tot een minnelijke regeling kan worden gekomen dan vindt de Partij voor de Dieren dat de Provincie een onteigeningsprocedure moet starten. Een en ander heeft immers al lang genoeg geduurd en het is zaak dat alle betrokkenen duidelijkheid krijgen. Bent u bereid om tot onteigening over te gaan,? Indien uw antwoord nee is, waarom niet? Ais u een dergelijke stap niet wenst te nemen, bent u dan ook bereid schadevergoeding uit te keren veroorzaakt door niet handelen vanuit de provincie aan Natuurmonumenten?

Antwoord.
Wij handelen bij de grondverwerving conform de Nota Grondbeleid zoals Provinciale Staten deze hebben vastgesteld. Omdat polder het Oosterland gelegen is in twee provincies en de polder één hydrologische eenheid is, zullen wij hierbij samen optrekken met de provincie Drenthe.
Het uitkeren van schadevergoeding aan Natuurmonumenten voor het niet handelen achtten wij niet opportuun (zo dit niet handelen al kwantificeerbaar zou zijn).
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Interessant voor jou

Vragen betreffende aanrijdingen met reeën en een protocol voor ongevallen met wild  

Lees verder

Schriftelijke vragen betreffende handhaving natuurwetgeving bij bouwprojecten

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer