Vragen betreffende aanrijdingen met reeën en een protocol voor ongevallen met wild
Indiendatum: mei 2018
Betreft: Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Groningen aan het college van GS ex artikel 46 RvO betreffende aanrijdingen met reeën en een protocol voor ongevallen met wild.
Geacht college,
In het Dagblad van het Noorden stond op 30 april j.l. een artikel[1] over de vele aanrijdingen met reeën in deze tijd van het jaar. Op bijvoorbeeld de N361 Lauwersoog – Lauwersmeer vinden schrikbarend veel aanrijdingen plaats. In andere provincies, bijvoorbeeld in Overijssel[2], zijn succesvolle wildsluizen met infraroodsensoren en waarschuwingslichten in gebruik. Het aantal aanrijdingen met reeën nam hier met een spectaculaire 95% af[3]. Ook in Duitsland heeft men goede ervaringen. In het DvhN lezen we dat dit systeem ‘in beeld’ is bij de provincie.
Voor automobilisten is het onduidelijk bij welke instantie aanrijdingen met groot wild gemeld moeten worden. Politie, provincie en faunabeheerders speken elkaar tegen over wie de verantwoordelijkheid draagt voor het afhandelen van meldingen. In Duitsland is inmiddels een app in gebruik, die waarschuwt voor plaatsen waar wild kan oversteken, en na een aanrijding kan men via deze app de verantwoordelijke wegbeheerder waarschuwen[4].
Vorig jaar verscheen het rapport ‘Leidraad verminderen aanrijdingen reeën’[5]. Daarin werd geconcludeerd dat een goede samenwerking tussen betrokken partijen, en kiezen voor maatwerk kan leiden tot aanzienlijke vermindering van het aantal aanrijdingen met reeën. Het rapport ‘Road kills of Roe deer in the Netherlands’[6] beschrijft 14 bestaande en innovatieve maatregelen om aanrijdingen te voorkomen en biedt een stappenplan om te komen tot de beste keuze per wegvak.
Graag stellen wij u de volgende vragen.
- De provincie spant zich in voor meer natuur en natuur met een hoge (belevings) waarde voor natuurliefhebbers en recreanten. Bent u het met ons eens dat dientengevolge ook een zorgplicht ontstaat om migrerende en vluchtende dieren zo goed mogelijk te beschermen? Zo nee, waarom niet?
- Bent u van mening dat er door de provincie voldoende inspanning wordt verricht om aanrijdingen met groot wild op provinciale wegen te voorkomen en dieren voldoende veiligheid te garanderen? Zo ja, kunt u dat toelichten?
- In de antwoorden op onze vragen van d.d. 09-03-2015 stelt u dat er sprake is van diffuse spreiding van aanrijdingen, en dat er daarom weinig maatregelen zijn getroffen. Bent u met de kennis van nu nog steeds dezelfde mening toegedaan en kunt u dat toelichten?
- Is de provincie bereid een pilot doen met het bovengenoemd wildwaarschuwingssysteem op de N361 (Lauwersmeer-Lauwersoog)? Zo nee waarom niet?
- Bent u bereid om meer financiële middelen aan te wenden om de best beschikbare technieken per wegvak toe te passen, tenminste op díe wegen waar vaak aanrijdingen plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
- Bent u bekend met bovengenoemd rapporten? Zo ja, op welke wijze heeft u tot nu toe de aanbevelingen meegenomen in uw beleid? Indien u de conclusies naast u neer heeft gelegd, wat is hiervan de reden?
- Ziet u de noodzaak in van één meldpunt voor aanrijdingen met groot wild, zodat het voor alle burgers duidelijk en simpel is om ongevallen te melden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u voornemens om (op korte termijn) met de andere partijen (gemeenten, Rijk) in overleg te treden, om tot een werkbaar protocol te komen?
- Bent u bereid om bovengenoemde app onder de aandacht te brengen in de discussie, en de mogelijkheden te onderzoeken om deze app in Nederland te laten ontwikkelen?
- Kunt u aangeven waarom de politie in Noord-Nederland verzuimt om aanrijdingen met reewild te melden bij het Faunaregistratiesysteem, waardoor er een onzuiver beeld ontstaat van het werkelijke aantal aanrijdingen, welke dieren het meest betrokken zijn bij aanrijdingen en waar ze plaatsvinden?
- Bent u bereid om in direct overleg te treden met de politie, om te waarborgen dat élke aanrijding met wild met onmiddellijke ingang wordt doorgegeven?
- In bijvoorbeeld Overijssel wordt gebruik gemaakt van een computersysteem[7] waar de aanrijdingen worden geregistreerd zodat gevaarlijke locaties inzichtelijk worden gemaakt. Is in de provincie Groningen ook een dergelijk systeem in gebruik? Zo ja, zijn de meldingen van politie, provincie en faunabeheerders daar aan gekoppeld? Zo nee, ziet u het nut in van een dergelijk systeem en bent u bereid dit op te zetten?
- Welke afzonderlijke rol is er volgens u voor politie, faunabeheerders en provinciemedewerkers? Denkt u dat het bij elke organisatie voldoende duidelijk is wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft? Zo nee, bent u voornemens hierover in overleg te treden?
- In het nu geldende Besluit valwild zit een discutabele prikkel: jagers die aangewezen zijn om gewond valwild op te sporen en eventueel te doden, mogen het vlees voor eigen consumptie meenemen. Volgens de Partij voor de Dieren zou dit althans in theorie kunnen leiden tot het onnodig doden van lichtgewonde reeën. Mogelijk is er ook een ongewenst verband tussen het belang van de ‘valwildjagers’ en het al dan niet meer inspanning leveren om verkeersslachtoffers onder reeën terug te dringen. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat alleen al om dergelijke verdachtmakingen te voorkomen, een dierenarts de persoon is die moet beslissen over het lot van gewonde dieren? Zo nee, waarom niet?
- Hoe rijmt u het bestaan van een ‘valwildquotum’[8] met een integere inspanning om het aantal wildaanrijdingen terug te brengen?
Met hartelijke groet,
Kirsten de Wrede
Partij voor de Dieren
[1] http://www.dvhn.nl/drenthe/Waarschuwingslichten-moeten-reewild-sparen-23141118.html
[2] http://www.rtvoost.nl/nieuws/default.aspx?nid=130567
[5] https://www.dierenbescherming.nl/userfiles/IHWLD/Leidraad_verminderen_aanrijdingen-reeen.pdf
[6] https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/312187
[7] https://www.destentor.nl/ommen/reeen-helpen-met-oversteken~ac930728/
[8] Brief van de Commissie Rechtsbescherming ‘Advies inzake bezwaren tegen aanwijzingsbesluit valwild’ d.d. 19 december 2016.
Indiendatum:
mei 2018
Antwoorddatum: 18 jun. 2018
Vraag 1. De provincie spant zich in voor meer natuur en natuur met een hoge (beievings) waarde voor natuuriiefhebbers en recreanten. Bent u het met ons eens dat dientengevoige ook een zorgplicht ontstaat om migrerende en vluchtende dieren zo goed mogelijk te beschermen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: We zetten ons in voor meer biodiversiteit door het aanleggen van natuur en verbindingen tussen natuurgebieden. Mogelijkheden bieden voor migrerende dieren is hier onderdeel van.
Vraag 2. Bent u van mening dat er door de provincie voldoende inspanning wordt verricht om aanrijdingen met groot wild op provinciale wegen te voorkomen en dieren voldoende veiligheid te garanderen? Zo Ja, kunt u dat toelichten?
Antwoord: We hebben op een aantal wegen maatregelen genomen om aanrijdingen met wild te voorkomen. Dit betreft locaties waar met enige regelmaat aanrijdingen plaats vinden. Veel aanrijdingen in Groningen vinden verspreid langs de wegen plaats en zijn niet geconcentreerd op één locatie. Het voorkomen van alle aanrijdingen is daarom niet mogelijk.
Vraag 3. in de antwoorden op onze vragen van d.d. 09-03-2015 stelt u dat er sprake is van diffuse spreiding van aanrijdingen, en dat er daarom weinig maatregelen zijn getroffen. Bent u met de kennis van nu nog steeds dezelfde mening toegedaan en kunt u dat toelichten?
Antwoord: Ook na de beantwoording van uw vragen uit 2015 zien wij een soortgelijke verspreiding van aanrijdingen in onze provincie. Er is wel een aantal wegen, zoals N361 in het Lauwersmeergebied, dat door de jaren heen opvalt door meerdere aanrijdingen per jaar verspreid over de lengte van de weg. Daarom zijn langs de N361 in het Lauwersmeergebied maatregelen getroffen zoals het plaatsen van elektrisch raster.
Vraag 4. Is de provincie bereid een pilot doen met het bovengenoemd wildwaarschuwingssysteem op de N361 (Lauwersmeer-Lauwersoog)? Zo nee waarom niet?Antwoord: We hebben al maatregelen genomen in het Lauwersmeergebied die tamelijk succesvol lijken. Wij zullen nader onderzoeken welke mogelijkheden we in dit gebied hebben om aanrijdingen met reewild verder te voorkomen.
Vraag 5. Bent u bereid om meer financiële middelen aan te wenden om de best beschikbare technieken per wegvak toe te passen, tenminste op die wegen waar vaak aanrijdingen plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Indien wij wegen opnieuw inrichten of voorzien van groot onderhoud kijken wij ook naar de veiligheid van de weg. Aanrijdingen met wild is één van de veiligheidsaspecten. Als blijkt dat er maatregelen gewenst zijn om aanrijdingen te voorkomen zullen deze in de afwegingen, inclusief de financiële aspecten, binnen deze projecten worden meegenomen.
Vraag 6. Bent u bekend met bovengenoemd rapporten? Zo ja, op welke wijze heeft u tot nu toe de aanbevelingen meegenomen in uw beleid? indien u de conclusies naast u neer heeft gelegd, wat is hiervan de reden?
Antwoord: Ja, wij kennen de door u aangehaalde rapporten. Een aanzienlijk deel van wat In de rapporten wordt genoemd, wordt reeds in de praktijk toegepast. Inmiddels is ook bekend dat veel maatregelen helaas een tijdelijk effect hebben en er snel gewenning optreedt.
Vraag 7. a. Ziet u de noodzaak in van één meldpunt voor aanrijdingen met groot wild, zodat het vooralle burgers duidelijk en simpei is om ongevallen te meiden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u voornemens om (op korte termijn) met de andere partijen (gemeenten. Rijk) in overleg te treden, om tot een werkbaar protocol te komen?
b. Bent u bereid om bovengenoemde app onder de aandacht te brengen in de discussie, en de mogelijkheden te onderzoeken om deze app in Nederland te laten ontwikkeien?
Antwoord: Wij zien de noodzaak voor een centraal meldpunt voor aanrijdingen met groot wild. Wat ons betreft is dit de Faunabeheereenheid. De verantwoordelijkheden omtrent dit onderwerp zijn verdeeld tussen verschillende organisaties. Wij zijn reeds in gesprek met de betrokken partijen om een gezamenlijke werkwijze te realiseren in Noord-Nederland. Wij zullen de genoemde app onder de aandacht brengen bij de Faunabeheereenheid.
Vraag 8. Kunt u aangeven waarom de politie in Noord-Nederland verzuimt om aanrijdingen met reewiid te meiden bij het Faunaregistratiesysteem, waardoor er een onzuiver beeld ontstaat van het werkelijke aantal aanrijdingen, weike dieren het meest betrokken zijn bij aanrijdingen en waar ze plaatsvinden?
Antwoord: Het registratiesysteem van de politie is er niet op toegerust om incidenten met aangereden wild zodanig te registreren dat deze informatie bruikbaar is.
Vraag 9. Bent u bereid om in direct overleg te treden met de politie, om te waarborgen dat élke aanrijding met wlid met onmiddellijke ingang wordt doorgegeven?
Antwoord: Het zorgdragen voor een goede registratie zien wij als taak voor de Faunabeheereenheid. Omdat zowel de politie als de provincie bevoegdheden hebben omtrent wildaanrijdingen zijn wij in overleg met de politie om overeenstemming te krijgen in de werkwijze van het registreren en het uit het lijden verlossen van reeën.
Vraag 10. in bijvoorbeeld Overijssel wordt gebruik gemaakt van een computersysteem waar de aanrijdingen worden geregistreerd zodat gevaarlijke locaties inzichtelijk worden gemaakt. Is in de provincie Groningen ook een dergelijk systeem in gebruik? Zo ja, zijn de meldingen van politie, provincie en faunabeheerders daar aan gekoppeld? Zo nee, ziet u het nut in van een dergelijk systeem en bent u bereid dit op te zetten?
Antwoord: Aanrijdingen worden in Groningen geregistreerd in het Faunaregistratiesysteem zoals ook in Overijssel wordt gebruikt. Met name de wildbeheereenheden en de dierenambulances leveren veel gegevens voor dit systeem. Gegevens van ons en de politie zijn op dit moment nog onvoldoende opgenomen in het Faunaregistratiesysteem. Dit wordt in de toekomst verbeterd. Hiervoor zijn goede werkafspraken nodig om te voorkomen dat aangereden reeën dubbel in het Faunaregistratiesysteem worden opgenomen.
Vraag 11. Welke afzonderlijke rol is er volgens u voor politie, faunabeheerders en provinciemedewerkers? Denkt u dat het bij elke organisatie voldoende duidelijk is wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft? Zo nee, bent u voornemens hierover in overleg te treden?
Antwoord: Het gaat te ver om hier de rollen van de verschillende partijen uiteen te zetten. Partijen kennen hun verantwoordelijkheid. Daarbij zijn er overlappingen in verantwoordelijkheid. Het is belangrijk dat partijen daarover goede afspraken maken. Wij zullen ons hiervoor inzetten en voeren overleg met politie en de Faunabeheereenheid.
Vraag 12. In het nu geldende Besluit valwild zit een discutabele prikkel: Jagers die aangewezen zijn om gewond valwild op te sporen en eventueel te doden, mogen het vlees voor eigen consumptie meenemen. Volgens de Partij voor de Dieren zou dit althans in theorie kunnen lelden tot het onnodig doden van lichtgewonde reeën. Mogelijk is er ook een ongewenst verband tussen het belang van de 'valwildjagers' en het al dan niet meer inspanning leveren om verkeersslachtoffers onder reeën terug te dringen. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat alleen al om dergelijke verdachtmakingen te voorkomen, een dierenarts de persoon is die moet beslissen over het lot van gewonde dieren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: De aangewezen jagers zijn ons inziens goed in staat om de afweging te maken wanneer een ree uit het lijden verlost moet worden.
Vraag 13. Hoe rijmt u het bestaan van een 'valwlldquotum' met een integere Inspanning om het aantal wildaanrijdingen terug te brengen?
Antwoord: Het terugdringen van het aantal wildaanrijdingen staat los van het 'valwildquotum'. Met het regulier afschotbeheer wordt getracht om het aantal aanrijdingen zo laag mogelijk te houden. Afschot van reewild geschiedt op basis van een maximum aantal te schieten dieren per jaar. Om dit te controleren wordt gewerkt met lootjes (zegels). Het 'valwildquotum' is een gereserveerd aantal lootjes dat ingezet kan worden om gewonde reeën uit het lijden te verlossen.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen inzake vogelraders op windmolens
Lees verderSchriftelijke vragen betreffende peilbesluit Westerpolder-Oosterland en natuurdoelen
Lees verder