Enquete dialoog Groninger landbouw
Indiendatum: mrt. 2012
Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Groningen aan het college van GS op grond van artikel 46 van het Reglement van Orde.
Geacht college,
Graag stellen wij u onderstaande vragen met betrekking tot enkele aspecten van de 'Groninger dialoog' over de toekomst van de Groninger landbouw.
1. Kunt u bevestigen dat er een enquête is opgesteld die op de site van de provincie Groningen heeft gestaan en onder leden van de LTO en NMF is verspreid, waarmee een mening kon worden geven over belangrijke thema's voor de toekomst van de landbouw in Groningen?
2. Hoe lang heeft deze enquête online gestaan c.q. wanneer is deze enquête verspreid onder de achterban van de LTO en NMF?
3. Wat was uw doelstelling met de enquête?
4. Voor wie was de enquête die op de site van de provincie Groningen heeft gestaan volgens u bedoeld?
5. Op welke wijze is de enquête onder de aandacht gebracht van de inwoners van Groningen?
6. Bent u van mening, ook gezien de respons zoals gedeeld tijdens de stropakconferentie, dat deze enquête een representatief onderzoek was om de mening van de inwoners van Groningen over de landbouw te inventariseren, en kunt u dit toelichten?
7. Op welke wijze worden de inwoners van Groningen verder betrokken bij de 'Groninger dialoog'?
8. Op welke wijze worden dierenwelzijnsorganisaties betrokken bij de Groninger dialoog? (Nb. de Natuur en Milieufederatie Groningen is géén dierenwelzijnsorganisatie, dit is zeer recentelijk door de NMF zelf bevestigd.)
9. Wij hebben begrepen dat er uit de tien thema's vijf of drie gekozen worden die verder worden uitgewerkt. Op basis waarvan worden deze thema's gekozen, en heeft dat tot gevolg dat de overige thema's verder buiten beeld blijven in het vervolg van de dialoog?
10. Bent u van mening dat het baseren van de dialoog op basis van drie of vijf thema's recht doet aan een complex onderwerp als de landbouw, en kunt u dit toelichten?
11. Kunt u aangeven waarom er geen dierenwelzijn-expert is uitgenodigd voor de stropakconferentie, terwijl dit wel is toegezegd?
12. Bent u van mening dat dierenwelzijn en duurzaamheid factoren van groot maatschappelijk belang zijn, en dat deze thema's daarom ook thuishoren in de Groninger dialoog? Kunt u dit toelichten?
13. Op welke wijze krijgen dierenwelzijn en duurzaamheid een plaats in het vervolg van de 'Groninger dialoog'?
In de toelichting bij het thema's intensieve veehouderij en dierenwelzijn in de enquête staat het volgende:
Dierenwelzijn
Aan de ene kant maken burgers zich zorgen over hoe er met dieren wordt omgegaan in de veehouderij, maar aan de andere kant willen burgers wel goedkoop vlees, kaas en eieren in de supermarkt. Betere dierenwelzijn kost geld, dus het vlees wordt duurder. Bij meer ruimte per dier, komen er ook grotere stallen in het landschap. Dieren buiten laten lopen is weer minder goed voor de uitstoot van ammoniak. Hoeveel hebben we over voor dierenwelzijn?
Intensieve veehouderij
Duizenden dieren in een stal. Het voer wordt van elders aangevoerd, de mest wordt in de regio afgezet of afgevoerd, dat zorgt voor veel vrachtverkeer. Doordat de dieren op stal blijven, kunnen wel de ammoniak (stikstof) en andere stoffen worden afgevangen, wat positief is voor het milieu. Ook kan er een prettig klimaat voor de dieren gecreëerd worden. Bovendien zijn de dieren binnen minder vatbaar voor ziektes. Maar als er een ziekte uitbreekt, verspreidt deze zich sneller.
Bovenstaande bevat onjuiste informatie en geeft een weinig objectief beeld van de discussie rond dierenwelzijn en intensieve veehouderij.
'Een prettig klimaat voor dieren' is een zware verdraaiing van de werkelijkheid en slechts beredeneerd vanuit een menselijk en economisch standpunt. Ook wordt gesuggereerd dat dieren gezond blijven door ze binnen te houden, hetgeen volledig onbelicht laat dat juist het intensieve ophokken en de keus voor bepaalde foklijnen in de veehouderij de weerstand van de dieren ondermijnt. De bewering dat dieren buiten laten lopen minder goed is voor de uitstoot van ammoniak is onjuist. 'Meer ruimte per dier betekent grotere stallen' is zeer kort door de bocht. Meer ruimte kan ook leiden tot meer dieren die een buitenruimte hebben, en tot het houden van minder dieren, omdat gekozen wordt voor een diervriendelijker segment met een hogere opbrengst.
Wij geven de voorkeur aan het opwekken van een discussie op basis van feitelijke informatie. Een dergelijke tendentieuze manier van presenteren is onnodig en komt de geloofwaardigheid en objectiviteit niet ten goede.
14. Bent u van mening dat de situatie met betrekking tot dierenwelzijn en de intensieve veehouderij feitelijk weergegeven zijn in de enquête?
15. Draagt deze manier van presenteren en vraagstelling volgens u bij aan een correcte en objectieve beeldvorming rond deze thema's en kunt u dit toelichten?
Met vriendelijke groet,
Wynanda van der Land
Interessant voor jou
Vervolgvraag opschorten doden van dieren vanwege winterweer
Lees verderVragen betreffende doodschieten van knobbelzwanen
Lees verder