Schrif­te­lijke vragen inzake afval­lo­zingen Nedmag in de lucht en de Waddenzee


Schrif­te­lijke vragen

Indiendatum: 19 jan. 2024

Geacht college,

In november 2023 bespraken we in de Provinciale Staten de grove overtredingen van Nedmag B.V. te Veendam. Het zoutwinningsbedrijf stoot Zeer Zorgwekkende Stoffen uit in de lucht - waaronder zware metalen -, en loost nog grotere hoeveelheden zware metalen in een van ‘s werelds meest unieke natuurgebieden de Waddenzee.

Gedeputeerde Staten lieten in een informatiebrief weten dat Nedmag al geruime tijd de voorschriften uit haar vergunning en rechtstreeks werkende regels voor emissies naar lucht overtreedt. Voor wat betreft lozingen van afvalwater in Waddenzee via de Eems-Dollard lieten zij weten dat Nedmag niet meer in werking is conform de aanvraag waarop revisievergunning is verleend. Nota bene, die revisievergunning komt uit 2008 en is zwaar verouderd. Er is dus tevens niet aan de actualisatieplicht voldaan.

Intussen komt 2027 - het jaar waarin voldaan moet worden aan de Kaderrichtlijn Water - steeds verder dichterbij. Maar sinds de Nederlandse Waterwet in 2010 van kracht is, zijn de lozingen van zware metalen in de Waddenzee door Nedmag juist sterk gestegen. Terwijl er in de Eems-Dollard, net als in de gehele Waddenzee, al te veel kwik en arseen zit. Daar mag in principe niks meer bij. Maar waar er in 2010 nog 0,9 kilo kwik door de VKA naar de zee ging, is dat in 2021 al gestegen naar 4,8 kilo. Ook de uitstoot van cadmium - waarvan de uitstoot in 2027 tevens naar het nulpunt gebracht moet zijn - steeg in die jaren flink. Tussen 2010 en 2021 steeg de lozing met 3 kilo per jaar naar 24 kilogram. Of kijk naar de lozingen van lood, die in elf jaar fors toegenomen zijn: van 47 naar 536 kilo per jaar. En arseen: van 4,9 naar 11,2 kilo.

De Partij voor de Dieren vindt het onbegrijpelijk en schandalig dat zulke lozingen in lucht en water zo lang kunnen plaatsvinden, en is van mening dat er per direct een einde gemaakt moet worden aan deze vergiftiging van ecosystemen. Elke dag dat dit soort vernietiging plaatsvindt, is een dag te veel. Zeker als het gaat om UNESCO-werelderfgoed de Waddenzee.

Op 10 juni 2022 heeft er een ambtshalve wijziging van de vergunning plaatsgevonden, die Nedmag heeft voorgeschreven een Vermijdings- en Reductieprogramma met betrekking tot Zeer Zorgwekkende Stoffen (hierna VRP-ZZS genoemd) op te stellen. De informatie met betrekking tot het minimalisatieonderzoek luchtemissies en indirecte lozingen ZZS moest binnen 6 maanden aan bevoegd gezag verstrekt worden.

In december 2022 heeft Nedmag een VRP-ZZS aangeleverd bij de ODG. Dit bleek echter niet volledig: de Omgevingsdienst heeft Nedmag verzocht meer informatie aan te leveren, met name met betrekking tot de minimalisatie van emissies van ZZS naar water.

Tijdens de Commissievergadering van 1 november 2023 liet gedeputeerde Van Dekken weten dat hij nog niet wist of Nedmag haar Vermijdings- en Reductieprogramma had ingeleverd, terwijl dat - zo werd gezegd - voor 1 november moest gebeuren. In de Statenvergadering van 8 november liet de gedeputeerde vervolgens weten dat er een plan is ingediend, maar dat deze na bespreking met de Omgevingsdienst nog aangevuld zou worden. Het ging dus nog steeds niet om de definitieve versie die in het kader van de minimalisatieplicht wel beoordeeld moet worden.

De Partij voor de Dieren vindt het zorgwekkend dat het zo lang duurt voordat de opgevraagde informatie over (de reductie van) Zeer Zorgwekkende Stoffen in volledigheid is ontvangen. Met de uitstoot van ZZS en de bescherming van de lucht en de Waddenzee kan geenszins met lichtzinnigheid omgegaan worden; dergelijke zaken dienen wat ons betreft grote prioriteit te hebben. Daarom stellen wij de volgende vragen:

Vraag 1

a) Heeft Nedmag de resterende informatie van het VRP-ZZS aangeleverd? b) Zo ja: wanneer? c) En kunt u iets vertellen over de mate van reductie van ZZS die volgens dit plan op welke termijn behaald kan worden?

Vraag 2

a) Klopt het dat het VRP waarvan gedeputeerde Van Dekken in november 2023 liet weten dat het nog niet volledig was ingediend door Nedmag, eigenlijk al in december 2022 ingeleverd had moeten zijn? b) Zo ja: hoe kan het dat daar zo’n grote vertraging is?

Vraag 3

a) Zitten er voor Nedmag consequenties - juridische of ambtshalve - verbonden aan het te laat aanleveren van het VRP met betrekking tot Zeer Zorgwekkende Stoffen? b) Kunt u dat toelichten?

Vraag 4

De ODG meldde op zoek te gaan naar juridische mogelijkheden voor handhaving en/of ambtshalve aanpassingen van de vergunning om de lozing in water van zware metalen te beperken. a) Kunt u ons al meer vertellen over de juridische en bestuurlijke mogelijkheden van bevoegd gezag om de lozingen die niet conform de vergunning zijn te stoppen?

Vraag 5

In de informatiebrief van 31-10-2023 wordt gesteld dat wanneer Nedmag op korte termijn géén aanvraag voor revisievergunning indient, een traject opgestart wordt om de strengere eisen via ambtshalve wijzigingen van de vergunning vast te leggen. a) Wat kan er hier worden verstaan onder 'op korte termijn'?

Vraag 6

a) Wacht de ODG momenteel nog een aanvraag voor een revisievergunning af, of onderneemt zij al stappen om een traject op te starten om de strengere eisen via ambtshalve wijzigingen van de vergunning vast te leggen? b) Kunt u dat toelichten? c) Welke stappen zijn er inmiddels genomen? d) Welke stappen worden er op welke termijn genomen? e) Wat is het tijdspad hiervan?

De ODG laat weten in Q2 van 2023 stappen te hebben gezet om Nedmag te dwingen de overtredingen van emissies naar lucht te beëindigen. Hierbij wordt echter een jarenlange begunstigingstermijn genoemd, waarmee de overtredingen die nu al jarenlang duren in feite nog langer gedoogd worden. Met andere woorden: Nedmag mag de lucht verder blijven vergiftigen. Wat de Partij voor de Dieren betreft klinkt het jarenlange gedogen van overtredingen als een vrij milde vorm van ‘dwingen’. Daarom stellen wij de volgende vragen:

Vraag 7

a) Wat zijn de uitgangspunten voor het vaststellen van een begunstigingstermijn? b) Is het ook mogelijk om de begunstigingstermijn te verkorten - met als mogelijk gevolg dat Nedmag tijdelijk en/of deels haar activiteiten zou moeten staken zodat de emissies voldoen aan de normen?

Vraag 8

Voor de BBT-conclusies WGC is een verzoek om informatie naar Nedmag verstuurd met een termijn van 1 december 2023. a) Is de informatie inmiddels ontvangen? b) Zo ja: is dat gebeurd binnen de termijn?

Vraag 9

Nedmag bestreed het grootste deel v.d. overtredingen, en ook dat de nieuwe BBT-conclusies WGC op het bedrijf van toepassing zijn. a) Is er nog steeds een verschil in opvatting over de toepassing van de nieuwe BBT-conclusies WGC op Nedmag?

Vraag 10

a) En welke overtredingen - in het algemeen; dus m.b.t. water, booractiviteiten, bodemdaling en lucht - worden er momenteel nog ontkend door Nedmag? b) Of is er inmiddels overeenstemming? c) Kunt u dat toelichten?

Vraag 11

In het artikel van Pointer over Nedmag van 28 oktober 2023, staat dat de ODG een voornemen tot last onder dwangsom heeft uitgesproken. De Omgevingsdienst wil dat Nedmag voor 1 april 2024 aan de normen voor loodemissies naar de lucht voldoet. Voor elk kwartaal dat de overtreding na 1 april nog voortduurt, zou Nedmag een half miljoen euro moeten betalen. Echter, het bedrijf kon ten tijde van het artikel van Pointer nog bezwaar maken tegen deze dwangsom. a) Is er door Nedmag bezwaar gemaakt? b) Staat de dwangsom nog?

Vraag 12

a) Is Nedmag voornemens om voor 1 april 2024 te voldoen aan de normen voor loodemissies naar lucht? b) En welke stappen heeft Nedmag ondernomen of gaan ze ondernemen om die uitstoot te laten voldoen aan de normen?

Na 2008 belandden de lozingen van Nedmag en anderen via de VKA onder het gezag van de provincie Groningen. De Omgevingsdienst stelt dat de kennis over lozingen in water toen echter is achtergebleven bij Rijkswaterstaat. Hilly Oosting - ODG-inspecteur met Nedmag in haar portefeuille - liet aan Dagblad van het Noorden weten dat de ODG zo vergunningen verleent op een terrein waarop onvoldoende expertise is. De Partij voor de Dieren vindt dat erg zorgelijk, omdat we als provincie onze taak met betrekking tot de bescherming van de Waddenzee goed moeten kunnen uitoefenen.

Volgens de informatiebrief is de provincie Groningen op grond van de Wabo het bevoegd gezag voor de bedrijven die via de VKA indirect afval in de Waddenzee lozen. De VKA - de daadwerkelijke leiding - is echter eigendom van waterschap Hunze en Aa’s, die de VKA niet als een overheidstaak beschouwt en de integrale kosten bij de gebruikers in rekening wil brengen. Onlangs hebben we vernomen dat het waterschap onderzoekt of het eigendom overgedragen kan worden.

Vraag 13

a) Kunt u deze gesprekken over ander eigenaarschap van de VKA bevestigen? b) Zo ja: kunt u daar meer over vertellen?

Vraag 14

a) Worden er op dit moment binnen de provincie of de ODG al stappen gezet om meer expertise in huis te halen als het gaat om uitstoot van ZZS in de lucht en de vergiftiging van de Waddenzee door de lozingen van ZZS via de VKA? b) Kunt u dat toelichten?

Met vriendelijke groet,

Stijn ten Hoeve

Partij voor de Dieren


Indiendatum: 19 jan. 2024
Antwoorddatum: 5 mrt. 2024

U kunt de antwoorden hier inzien.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake gevolgen gaswinning Waddenzee

Lees verder

Schriftelijke (vervolg)vragen inzake de injectie van afvalwater in Borgsweer

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer