Geen ganzen bejagen in landbouw van de toekomst
Provincie moet tunnelvisie loslaten
Boeren en ganzen hebben één grote overeenkomst. Ze zijn dol op gras, van dat eiwitrijke, sappige Engels raaigras waar koeien goed melk op geven, en ganzen van opvetten en hun jongen op groot kunnen brengen.
Van oudsher komen ganzen voor aan de Noordzeekust en in moerassen in het binnenland. Halverwege vorige eeuw was de gans zo goed als verdwenen uit Nederland, door ontginning van de moerassen en jacht. Om de ganzen terug te krijgen werden er in de jaren zestig in o.a. Friesland ganzen uitgezet. Eind jaren zeventig broedde vervolgens het eerste paar grauwe ganzen weer in de Oostvaardersplassen, een gebeurtenis die met gejuich werd onthaald. Daarna ging het snel.De landbouw intensiveerde, het aantal koeien groeide explosief, en de ganzen namen de uitnodiging van groene weiden graag aan. Inmiddels bezoeken in de winter zo’n 2 miljoen ganzen Nederland en heeft Nederland een internationale beschermplicht voor deze trekganzen. Enkele honderdduizenden blijven ook in de zomer om hier te broeden, de standganzen.
Groninger ganzenakkoord
Ganzen hebben vele functies in de Nederlandse, waterrijke natuur. In moerasgebieden houden ze het riet kort waardoor het water niet dicht groeit en ruimte blijft bieden voor veel planten- en diersoorten. Maar in Nederland worden
ganzen door overheid en boeren beschouwd als vretende lastpakken die schade veroorzaken, en daarom moeten worden geëlimineerd. Ganzen doen in de winter wat schapen ook doen: het gras begrazen en mest achterlaten. Op wintergras zorgt dit niet voor schade. Pas als de eerste, voor boeren kostbaarste snee begint te groeien wil men die ganzen koste wat kost weg hebben van het land. De verantwoordelijkheid hiervoor is in de schoenen geschoven van de overheid. Die moet zorgen dat de schade binnen de perken blijft. Objectief gezien een vreemde gang van zaken, want waarom moet de overheid een probleem oplossen dat wordt veroorzaakt door de agrarische ondernemer zelf?
In de provincie Groningen werd in 2014 een ganzenakkoord gesloten. De oorspronkelijke doelstelling was om beschermde ganzenpopulaties in stand te houden en zo min mogelijk ganzen te doden. Toch zijn er in de voorbije acht jaar tienduizenden ganzen gedood. Heeft het geholpen? Nee, integendeel. De aantallen ganzen worden niet minder en de schade is ondanks al het schieten alleen maar toegenomen. Dat moet een beleidsmaker zich toch achter de oren doen krabben. Het plan werkt niet, hoogste tijd om het anders aan te pakken.
Helaas durft de provincie Groningen deze stap niet te zetten en wil ze een nieuw akkoord sluiten waarin het doden onverminderd wordt voortgezet. Hobbyjagers, geholpen door ingehuurde ganzendoodteams, krijgen toestemming om in de zomerperiode ongelimiteerd op ganzen te jagen. Ook in de winter is ‘ondersteunend afschot’ toegestaan, bedoeld om ganzen te leren dat ze op bepaalde percelen niet welkom zijn. Maar ganzen door bejaging naar plekken sturen waar ze wél mogen eten werkt niet. De dieren zijn zich niet bewust van onze regels en wetten, maar ondervinden wel de dodelijke consequenties van een ‘overtreding’. Méér schieten resulteert in meer chaos en grotere verspreiding zodat er op meer plekken schade ontstaat. De Partij voor de Dieren verdedigt in de Statenzaal de belangen van de stemloze hoofdrolspelers in het akkoord, de ganzen!
Natuurinclusieve landbouw
De oplossing ligt voor het oprapen: natuurinclusieve landbouw. Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer tot 30% van het raaigras wordt vervangen door kruiden- en bloemrijk gras, het voedselaanbod voor ganzen afneemt. De gezondheid van koeien verbetert, de melkgift blijft gelijk, en de weidevogelstand gaat flink omhoog. Minder voedsel betekent minder ganzen. Bij overvloed worden er veel jongen groot, bij schaarste wordt voortplanting afgeremd. De oplossing kan dus van de boeren zelf komen door middel van aanpassing van hun bedrijfsvoering. De omschakeling naar een natuurinclusieve landbouw is ook voor andere grote maatschappelijke opgaven als stikstofreductie, herstel biodiversiteit en schoon water essentieel. Waarom leggen GS geen enkele relatie tussen ganzenbeheer en deze vorm van landbouw?
SOVON constateert in een recent onderzoek naar het Groninger ganzenbeleid dat de foerageergebieden (gebieden waar ganzen gedoogd worden), te klein zijn en niet altijd even logisch liggen. Het is zaak beter te kijken naar ganzengedrag en daar de ligging van de gebieden op aan te passen. De minste schade ontstaat als die foerageergebieden rondom de slaapplaatsen van de ganzen liggen. Dan ontbijten en dineren ze op die percelen en houden ze nachtrust in hun slaapgebieden, vaak waterrijke natuur.
Wil je de ganzenaantallen in Nederland omlaag brengen dan zal je ook internationale afspraken moeten maken. Pooldeskundige Maarten Loonen (RUG) , noemt het afschieten van ganzen een heilloze weg: “Als in ons land ganzen worden afgeschoten, trekken er minder naar de broedgebieden. Daar hebben ze dan minder concurrentie, dus hebben ze de beste plekken met het meeste voedsel voor het uitzoeken. Met een beter broedresultaat als gevolg. Zo komen er weer meer naar de overwinteringsgebieden terug.”
Jagers uit ganzenakkoord
De rol van jagers in het ganzenakkoord is dubieus. Er wordt vaak gezegd dat jagers zo goed voor de natuur zorgen. In werkelijkheid verstoren ze juist de balans die de natuur zelf probeert te bereiken. Dood je ganzen, dan compenseert de groep dit verlies door bij een volgend legsel meer eieren te krijgen. De natuurlijke vijand van de gans, de vos, wordt in Nederland intensief bejaagd. Vossen zijn geduchte predatoren van ganzenlegsel, kuikens en soms volwassen ganzen.
Ook speelt er eigenbelang: het doden van ganzen is een ‘puike’ vrijetijdsbesteding en levert ook nog een mooie bijverdienste op door verkoop van de ganzen aan de poelier. Daarnaast houdt een deel van de jagers zich niet aan de regels, of kennen deze onvoldoende. Zo worden ganzen geschoten die opvliegen uit buitendijkse natuurgebieden en worden in de winter zonder scrupules beschermde trekganzen uit de lucht geknald.
De Partij voor de Dieren wil dat jagers als partij uit het ganzenakkoord worden geschrapt zodat het beleid weer zuiver wordt. Waar ganzen toch verjaagd moeten worden, moet worden ingezet op diervriendelijke verjaging. Serieus werk maken van preventie is nu geen onderdeel van het ganzenakkoord. Integendeel, als boeren in aanmerking willen komen voor schadevergoeding moeten ze zelfs aantonen dat er twee keer per week jagers op hun land komen om te schieten. Vervang de jaagteams door professionele verjaagteams en maak werk van de transitie naar natuurinclusieve landbouw. Zodat we in de toekomst weer trots kunnen zijn op de vele prachtige ganzensoorten in onze provincie.
Wij staan voor:
Gerelateerd nieuws
Opinie: Provinciale Staten legt rode loper uit voor jagerslobby bij nieuw ganzenakkoord
Provinciale Staten legt rode loper uit voor jagerslobby bij nieuw ganzenakkoord Behalve onschuldige dieren doden, kunnen jag...
Lees verderPartij voor de Dieren op verplantdag
De Partij voor de Dieren Groningen was vandaag aanwezig in het Stadspark. Achttien armen komen uit de mouwen van de partij-ja...
Lees verder