Bijdrage Aanbieding propo­sitie stikstof en natuur


26 januari 2022

Voorzitter,

De gigantische opgave wat betreft het reduceren van problematische stikstofverbindingen is een symptoom, wij hebben het al vaak benoemd. Wij leven op een dusdanig grote voet, zo disproportioneel, dat we onhoudbare problemen creëren. Die luxe is heerlijk. Het is genieten. Maar het kan gewoon niet. Dat is de moeilijke boodschap.

De uitspraak van de Raad van State betekende een wake-up-call. Met de staat van de natuur is het slecht gesteld. Er moet nu gigantisch veel gebeuren om de gemakzucht uit het verleden terug te draaien. Waar kennen we dat nog meer van? Opwarming van het klimaat, het niet behalen van de KRW richtlijnen en de risico’s die nu bestaan omtrent Zeer zorgwekkende stoffen. En ondertussen heeft Nederland dit jaar wéér meer landbouwproducten geëxporteerd, maar het excessieve nitraat en de gifstoffen blijven hier achter.

En dan lezen we in de eerste zin van de propositie: We nemen verantwoordelijkheid met het oog op economische ontwikkeling en leefbaarheid. Geen woord over de natuur, de biodiversiteit, het belabberde milieu. Hieruit spreekt opnieuw weinig besef dat de mens onderdeel is van de natuur en volledig afhankelijk is van hoe wij omgaan met onze ecosystemen. Als we dat niet goed doen, dan komen we in crises terecht, een stikstofcrisis, een klimaatcrisis, een wereldwijde pandemie.

Het rijk stelt 25 miljard beschikbaar om het stikstof probleem op te lossen. Een deel hiervan zal naar de provincies vloeien. Maar wat heeft het voor zin om te proberen iets te herstellen als je de problemen aan de basis niet aanpakt? Als je kijkt naar alle problemen in de landbouw, alle doelen die gehaald moeten worden — natuur, klimaat, waterkwaliteit, voedselproductie — dan zie je dat het aantal dieren met minstens 70% moet krimpen. Als je die keuze niet durft te maken, kan je er nog zo veel geld tegenaan gooien, maar dan los je het probleem niet op. De kosten die nu gemaakt worden, waren niet nodig geweest als partijen als VVD en CDA eerder hadden geluisterd, eerder hadden onderkend hoe groot de problemen zijn en als ze eerlijk waren geweest naar de boeren.

Is het College bereid, om zowel in de IPO overleggen, als in de gesprekken met het ministerie, duidelijkheid te vragen over de vermindering van het aantal dieren? Hoe gaat dat vorm krijgen, en hoe kunnen provincies dat doorvertalen naar provinciaal beleid zodat ook wij bijdragen aan die reductie?

Wij willen op dit punt een motie indienen, en vragen dan ook om dit agendapunt mee te nemen naar de Statenvergadering.

Groningen heeft relatief gezien niet zoveel varkens en kippen, maar des te meer koeien. In rundveemest zit heel veel stikstof, waaruit dus veel ammoniak neerkomt, die dichtbij neerslaat in natuurgebieden. Een fikse verlaging van de rundveestapel rondom natuurgebieden is dus effectief. En dan doelen wij niet alleen op Liefstinghsbroek, maar ook andere natuurgebieden. Maar melkveebedrijven vinden het fijn in Groningen, want ze lopen tegen weinig beperkingen aan. Een vergunning krijgen voor uitbreiding is makkelijk. Meer mest doen we in Groningen niet moeilijk over, nee, dat is zelfs onderdeel van ons klimaatbeleid. Er is op papier maar één stikstofgevoelig natuurgebied, dat draagt bij aan het gemak. Dat de overige natuur ook zwaar te lijden heeft onder de stikstofdeken daar hebben de boeren geen last van, dat heeft geen consequenties.

Er zijn twee zinnetjes uit de voordracht die ons intrigeren: ‘De zekerheid dat de opgaven gerealiseerd worden zal een belangrijk uitgangspunt van het Rijk zijn’. En ‘Wij zijn bereid ons te binden aan doelen’. Maar doelen hebben geen zin, als er steevast vanaf geweken wordt. Het verleden biedt nou niet bepaald vertrouwen in de doelen die de provinciale overheid zichzelf stelt. Denk aan de KRW, het NNN, de ZZS. In hoeverre kunnen wij nog vertrouwen op doelen? Krijgen we volgend jaar gebiedsplannen onder ogen zónder achterdeurtjes en uitweggetjes? Met controleerbare doelen? Hoe gaat u de Staten, in de gelegenheid stellen om de vinger aan de pols te houden?

Als laatste: dit betreft een IPO compromis. Een samenvoegsel van de visies van zowel links als rechts georiënteerde Colleges van 12 heel verschillende provincies. Je komt ergens in het midden uit, met een compromis waar veel Provinciale Staten niet achterstaan. Dit is ondemocratisch. Wat doen de Staten er nog toe, als het IPO namens hen gaat praten zonder dat de Staten gekend zijn in het compromis? Graag een reactie van de gedeputeerde.


Interessant voor jou

Bijdrage Voordracht Opname- en acceptatiebesluit project ‘doorfietsroute Zuidlaren-Haren-Groningen’

Lees verder

Bijdrage Ruimtelijk-economisch perspectief A7-N33

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer