Schrif­te­lijke vragen inzake gifstoffen en mili­eu­kwa­liteit


Indiendatum: apr. 2019

Betreft: Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Groningen aan het college van GS ex artikel 46 RvO betreffende milieukwaliteit en gifstoffen.

Geacht college,

Een greep uit de berichten over gifstoffen in het milieu van het laatste jaar:

‘Water van de Drentsche Aa nog steeds vervuild met onkruidbestrijdingsmiddelen’[1]. Bij het innamepunt van het waterleidingbedrijf worden regelmatig overschrijdingen geconstateerd door onder andere glyfosaat en andere onkruidbestrijdingsmiddelen. 200.000 mensen, waaronder de stad Groningen, krijgen drinkwater uit de Drentsche Aa.

Uit het recent verschenen onderzoeksrapport ‘Waterkwaliteit en biodiversiteit’[2] van Natuur & Milieu komt naar voren dat 99% van de wateren niet voldoet aan de ecologische norm van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Als hoofdreden wordt een ineffectief waterkwaliteitsbeheer genoemd, door met name versnippering van verantwoordelijkheden tussen de verschillende bestuursorganen, ontoereikend bronbeleid en tekortschietende handhaving. Natuur & Milieu stelt onder andere dat er duidelijkere afspraken gemaakt moeten worden tussen gemeenten, provincie en waterschappen over verantwoordelijkheden, en moet er samen beter gehandhaafd worden. Tevens zouden provincies kritischer moeten zijn op de door de waterschappen voorgestelde KRW-doelen.

Onlangs werden de resultaten van het ‘Onderzoek Blootstelling Omwonenden’[3] (OBO) van het RIVM bekend. Via de lucht en huisstof komen mensen met bestrijdingsmiddelen in aanraking, zelfs in de inhoud van babyluiers werden gifstoffen gevonden. Het RIVM stelt dat er nog veel lacunes in kennis zijn. Het kabinet heeft inmiddels aanvullend onderzoek toegezegd naar de effecten op kwetsbare groepen zoals kinderen en zwangere vrouwen.[4] Ook de combinaties van verschillende gifsoorten waar mensen aan worden blootgesteld moet nader onderzocht worden. In het OBO werd niet gekeken naar de schadelijke effecten op de gezondheid. Echter uit o.a. een zeer omvangrijke studie in Amerika is gebleken dat er een significant verband is tussen het aantal aangeboren afwijkingen bij baby’s en de hoeveelheid toegepaste bestrijdingsmiddelen per hectare. Frappant is dat het Ctgb geen risico’s ziet: ‘Na analyse van het rapport concludeert het Ctgb dat de toegelaten gewasbeschermingsmiddelen veilig zijn voor omwonenden en dat er dus geen reden is om in te grijpen in de toegelaten middelen.’[5]

In de gemeente Westerveld in Drenthe werden in het bewonersonderzoek ‘Meten = weten’ nabij velden met lelieteelt 57 verschillende bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Uit het onlangs verschenen ‘Landelijk Meetnet Gewasbeschermingsmiddelen 2017’ [6] (Deltares) blijkt, dat bij bloembollenteelt (op zand) het gemiddelde percentage normoverschrijdende stoffen per meetlocatie het hoogst is. In Groningen worden vooral in Eemsmond (gemeente Het Hogeland) en gemeente Loppersum lelies geteeld, maar er zijn ook grote concentraties lelievelden rond het stroomgebied van de Drentsche Aa.

Graag stellen wij u de volgende vragen.

  1. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat een schoon leefmilieu, een vitale bodem en schoon grond- en oppervlaktewater letterlijk van levensbelang is, voor zowel gezondheid van mens en dier als de biodiversiteit? Wachten op de resultaten van nog weer nieuwe onderzoeken, of wachten op aanpassing van rijks- en Europese regelgeving is volgens de PvdD kostbaar tijdverlies. Deelt u onze mening dat de hierboven aangehaalde bevindingen zorgwekkend en ernstig zijn, en dat business as usual geen optie is, ook niet voor de provinciale overheid? Zo ja, kunt u uiteenzetten op welke manier en middels welk beleid u van plan bent op korte termijn maatregelen te nemen om mensen en dieren beter te beschermen tegen belastende stoffen in het milieu? Zo nee, waarom denkt u dat er geen aanleiding is om in actie te komen?
  2. Bent u het met ons eens dat de land- en tuinbouw momenteel bovenmatig verslaafd is aan het gebruik van gifstoffen om te kunnen produceren? Wat zegt dat volgens u over ons voedselsysteem? Is het voor de provincie acceptabel dat voedselproductie en exporthonger het milieu in onze provincie, en daarmee onze gezondheid en levenskwaliteit aantasten?
  3. Bent u bereid om (veel) meer inspanningen te gaan verrichten om biologische land- en tuinbouw de norm te laten worden? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
  4. In 2021 moeten de maatregelenpakketten voor betere ecologische waterkwaliteit in plaats zijn. Vervolgens moet dit tijd krijgen om tot positieve effecten op het water te hebben, zodat in 2027 de KRW doelen kunnen worden gehaald. Bent u van mening dat deze doelstelling (2021 én 2027) voor de Drentsche Aa en andere wateren in onze provincie nog haalbaar is, en kunt u dit toelichten? Acht u het wenselijk en mogelijk de gestelde doelen middels aangepast beleid dichterbij te brengen?
  5. Kunt u aangeven of de aanscherping van het Activiteitenbesluit Wet Milieubeheer al tot concrete resultaten heeft geleid? Bent u van mening dat door toepassing van deze wet de in de inleiding benoemde problemen opgelost gaan worden, en kunt u dit toelichten?
  6. Glyfosaat wordt zowel door particulieren als in de landbouw nog zeer vaak gebruikt voor onkruidverdelging, bijvoorbeeld om gras dood te spuiten alvorens te ploegen. Kunt u aangeven welk aandeel de landbouw heeft in de aangetroffen overschrijdingen, en welk deel door particulieren wordt veroorzaakt?
  7. Wat is u bekend over vervuilingen van het water in de Drentscha Aa die wordt veroorzaakt door lelieteelt in Drenthe? Heeft u naar aanleiding van bovengenoemde constateringen contact gehad met de provincie Drenthe en de waterschappen over bollenteelt en waterkwaliteit? Zo nee, waarom niet?
  8. Bij het instellen van de KRW is onderscheid gemaakt tussen KRW-wateren en overige wateren. De ‘overige wateren’ zijn echter als haarvaten van het watersysteem wel essentieel voor de algehele waterkwaliteit. Acht u het wenselijk dat de KRW monitorings- en rapportageverplichting wordt uitgebreid met de ‘overige wateren’, zodat er een beter beeld ontstaat van de chemische en ecologische waterkwaliteit in de hele provincie, en er gerichter maatregelen kunnen worden genomen? Zo ja, bent u bereid dit in Groningen op te pakken, en/of in IPO verband hier overleg over te voeren? Zo nee, waarom niet?
  9. Kunt u aangeven of er in de KRW-wateren ook resten van onkruidbestrijdingsmiddelen worden aangetroffen die al bij wet verboden zijn, en zo ja, welke en uit welke teelt (glastuinbouw, landbouw, e.d.) deze afkomstig zijn? Bent u van mening dat de handhaving op het gebruik van verboden middelen adequaat genoeg is opgezet en kunt u dit toelichten?
  10. Kunt u aangeven of er gerichte waterkwaliteitsmetingen (incidenteel of structureel) worden verricht in de directe omgeving van lelieteelt en andere teelten met hoog gifgebruik? Zo ja, wat zijn de bevindingen? Zo nee, waarom niet, en acht u het noodzakelijk om dergelijke metingen in te stellen gegeven de alarmerende hoeveelheid giftige stoffen die in de gemeente Westerveld werden aangetroffen?
  11. Bent u bereid om ook atmosferische metingen uit te laten voeren bij bollenteelt en andere teelten waar veel gifstoffen worden gebruikt, zoals de fruitteelt? Zo nee, waarom niet?
  12. Naar aanleiding van de verontrustende resultaten van het onderzoek in de gemeente Westerveld: is de provincie bereid om in overleg met gemeente Het Hogeland en Loppersum bodemonderzoek uit te voeren? Met name omdat die gebieden ook nog dichtbij Natura2000 De Waddenzee gelegen zijn?
  13. Bent u het met de PvdD eens, dat bij het aantreffen van de gewasbestrijdingsmiddelen in of aan de rand van particuliere tuinen een overtreding van artikel 13 uit de Wet bodembescherming plaatsvindt? Hoe kunt u hier in samenwerking met gemeenten op handhaven?
  14. Een van de aanbevelingen uit het OBO luidde: ‘Het opnieuw analyseren met andere afstandscriteria van de data van de eerder uitgevoerde Gezondheidsverkenning, aangezien uit het blootstellingsonderzoek is gebleken dat de blootstelling niet zo eenduidig en snel afneemt met de afstand tot het perceel als waar eerder vanuit werd gegaan.’ Bent u bereid om, in samenwerking met gemeenten, een (ruime) afstandmaat tussen percelen waar gifstoffen worden gebruikt en bewoning vast te leggen in de Verordening Ruimte? Zo nee, waarom niet? Zo ja, aan welke afstandsmaat denkt u dan?
  15. Bij het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen bij oppervlaktewater moet er een teeltvrije zone zijn om drift en afspoeling naar oppervlaktewater te verminderen. Wordt deze regel volgens u voldoende nageleefd, en vindt er voldoende handhaving plaats?
  16. Heeft u, naar aanleiding van de metingen rondom lelievelden, en de uitkomsten van OBO, overleg gehad met de Waterschappen? Zo ja, wat was daarvan de uitkomst? Zo nee, waarom niet?
  17. Heeft u, naar aanleiding van de metingen rondom lelievelden, en de uitkomsten van het OBO, overleg gehad met de gemeenten waar bollen- en fruitteelt plaatsvindt? Zo ja, wat was daarvan de uitkomst? Zo nee, waarom niet?
  18. Bent u bereid om naar aanleiding van de recente bevindingen weer in overleg te treden met het Ministerie over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en onkruidbestrijdingsmiddelen, en het ‘ontgiften’ van de akkerbouw, bijvoorbeeld in IPO-verband of in samenwerking met de VNG? Zo ja, wat zal uw insteek zijn in deze gesprekken?
  19. In de kamerbrief bij het blootstellingsonderzoek stelt de Minister dat er veel kennislacunes zijn, en er daarom opdracht wordt gegeven tot aanvullend onderzoek naar gezondheidsrisico’s. Het ministerie geeft ook aan dat ‘er geen onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid naar voren zijn gekomen. Er zijn geen grenswaarden overschreden en in de huidige toelatingsmethodiek wordt de blootstelling volgens het Ctgb ook niet onderschat.’ Ondertussen worden mensen stelselmatig aan een cocktail van gifstoffen blootgesteld, en dit wordt als ‘aanvaardbaar’ beschouwd. Bent u van mening dat met deze handelswijze het voorzorgsbeginsel zorgvuldig wordt toegepast, en kunt u dit toelichten?
  20. Welke inspanningen gaat u in de aanstaande collegeperiode verrichten om waterkwaliteit van ‘ondergeschoven kindje’, zoals Natuur & Milieu stelt, naar topprioriteit te tillen?
  21. Welke stappen kunt u nemen om het waterbeleid eenduidiger te maken voor alle betrokken partijen, en de handhaving en controle op een hoger plan te brengen, zoals Natuur & Milieu adviseert?
  22. Kunt u aangeven welke nadelige gevolgen het gifgebruik heeft voor het behalen van de (internationale) biodiversiteitsdoelen, waaraan de provincie moet voldoen? Zo nee, waarom niet, en bent u bereid om u daarin te verdiepen?
  23. Het gaat slecht met de insectenetende vogels van de Waddenzee[7]. Er zijn vermoedens dat dit ook te wijten is aan het hoge gebruik van neonicotinoiden en fipronil, dat o.a. veel gebruikt wordt in de aardappelteelt[8], [9]. Deze vraag staat op de onderzoeksagenda van het actieplan Broedvogels Waddenzee. Kunt u aangeven of dit onderzoek inmiddels gestart is, en zo ja, wanneer hiervan resultaten mogen worden verwacht? Indien nee, bent u dan bereid om alsnog onderzoek te laten uitvoeren naar de relatie tussen bestrijdingsmiddelengebruik en de fauna van de Wadden? Zo nee, waarom niet?

Dank u wel,

met vriendelijke groet,


Ankie Voerman

Partij voor de Dieren


[1] https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/138418/Water-Drentsche-Aa-nog-regelmatig-vervuild-met-onkruidbestrijdingsmiddelen

[2] https://www.natuurenmilieu.nl/wp-content/uploads/2019/03/Onderzoeksrapport-Waterkwaliteit-en-biodiversiteit.pdf

[3] https://www.bestrijdingsmiddelen-omwonenden.nl/

[4] Kamerbrief Ministerie van I & W d.d. 10 april 2019

[5] Ibid.

[6] https://www.uvw.nl/wp-content/uploads/2019/01/Resultaten-Landelijk-Meetnet-Gewasbeschermingsmiddelen-2017.pdf?x27930

[7] https://www.sovon.nl/nl/actueel/nieuws/broedvogels-de-waddenzee-hebben-het-moeilijk

[8] https://www.farmlandbirds.net/content/veel-soorten-kustbroedvogels-de-waddenzee-hebben-te-maken-met-een-laag-broedsucces-maar-niem

[9] https://rijkewaddenzee.nl/wp-content/uploads/2018/05/Actieplan-Broedvogels-Waddenzee-2018_DEF_MET_voorwoord.pdf, p. 53

Indiendatum: apr. 2019
Antwoorddatum: 28 mei 2019

U kunt de antwoorden hier inzien: https://www.provinciegroningen...

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake uitbreiding geitenbedrijven

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake boerderijbrand Den Horn

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer