Schrif­te­lijke vragen inzake beheren van duiven met lucht­druk­geweer

Indiendatum: 9 aug. 2024

Betreft: Schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren aan het college van GS ex artikel 67 RvO betreffende ontheffing voor beheren van de duivenpopulatie met behulp van het luchtdrukgeweer in de gehele provincie Groningen.

Geacht College,

Naar aanleiding van de Ontheffing voor beheren van de duivenpopulatie met behulp van het luchtdrukgeweer in de gehele provincie Groningen heeft onze fractie de volgende vragen.

1) In de opdracht is een inspanningsverplichting opgenomen voor om waar mogelijk duivenwering aan te brengen en zodoende duiven te ontmoedigen om opnieuw op deze locatie te roesten en/of te gaan broeden. Hoe wordt de inspanningsverplichting gecontroleerd, door wie, waar en hoe vaak?

2) De aanvraag beschrijft dat twee alternatieve methodes geprobeerd zijn:

“Het verjagen van duiven met akoestische en visuele signalen; het binnentreden van de schuur moeilijker maken door het afdichten met gaas”. Dit werkte volgens de aanvrager onvoldoende, waarna deze concludeert “dat het gebruik van een persluchtwapen vaak de enige mogelijkheid biedt”.

Hoe is nagegaan of de genoemde niet-dodelijke alternatieven inderdaad serieus, deskundig en voor langere tijd zijn geprobeerd? Door wie is dat vastgesteld?

3) Er is ruime ervaring met andere niet-dodelijke methoden om de populatie duiven te beheersen. De methode Bazel bijvoorbeeld vervangt gelegde eieren door niet bevruchte eieren, en ook zijn er goede ervaringen met anticonceptie in speciaal voer. De recente rapportage (1) beschrijft dat in de stad Groningen met enkel speciaal voer de duivenpopulatie is teruggedrongen met 30-40%. Ook in België (Leuven bijvoorbeeld) zijn goede ervaringen met de duivenpil. Deze methode, voer met anticonceptie, is niet besproken door de aanvrager. De PvdD vraagt GS om de aanvrager te verplichten om de boven genoemde niet-dodelijke methoden toe te passen, en alleen als na een goede onafhankelijke evaluatie blijkt dat dit niet afdoende is, over te gaan op het doden van de duiven.

4) Waarom wordt de vergunning afgegeven voor de hele provincie Groningen, terwijl de aanvraag suggereert dat er specifieke locaties zijn waar de problemen bestaan? Het bericht in RTV Noord (ref 1) laat zien dat de populatie duiven in Groningen succesvol bestreden wordt.

Het argument om om in te grijpen in de duivenpopulatie is dat duiven overlast veroorzaken. In de aanvraag wordt echter niet gespecificeerd wat voor overlast op welke locaties geconstateerd is, en door wie. Voordat kan worden overgegaan tot een vergunning om de populatie te beperken is een goede beschrijving van de schade, de risico’s voor de gezondheid van mensen en dieren echter noodzakelijk. Deze gegevens zijn ook nodig om na te gaan of de vergunde ingrepen succesvol zijn geweest.

5a) Welke schade, veroorzaakt door de verwilderde duif, is er geweest in de provincie Groningen in de afgelopen 5 jaar (plaats en soort van de schade) en wie heeft deze schade vastgesteld en de hoogte van het bedrag vastgesteld?

5b) Op welke manieren is in de afgelopen 5 jaar de volksgezondheid daadwerkelijk in het geding geweest? Kunt u de plaatsen en de bedreigingen hier benoemen?

5c) Op welke manieren is in de afgelopen 5 jaar de gezondheid van andere dieren daadwerkelijk in het geding geweest? Kunt u ook hier de plaatsen en de bedreigingen noemen?

6) De vergunning leunt geheel op de gegevens die de aanvrager heeft verstrekt. In die gegevens worden alleen globale problemen geschetst, zonder specificaties. De aanvraag is zeer eenzijdig opgesteld. Duiven worden bijvoorbeeld afgeschilderd als uitsluitend overlastgevende dieren. Zij zijn echter een onderdeel van het leven op het platteland en in de stad, en maken deel uit van het ecosysteem. Waarom is bij het verlenen van de vergunning geen aandacht besteed aan de eenzijdige insteek van de aanvrager?

(1): https://www.rtvnoord.nl/natuur...

In afwachting van uw antwoorden,

met vriendelijke groet,

Stijn ten Hoeve