Statenvragen betreffende de natuurbescherming in Groningen en de samenstelling van FBE’s
Indiendatum: mrt. 2017
Geacht college,
Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Verordening Natuurbescherming Provincie Groningen heeft onze Statenfractie de volgende vragen:
1) Hoe oordeelt u over de wijze waarop op dit moment uitvoering wordt gegeven aan de maatschappelijke verbreding van de FBE, (met dierenbeschermings/dierenwelzijnsorganisaties) zoals de wet dat vraagt, en de in de Verordening vastgelegde verplichting2 om minimaal 2 zetels beschikbaar te stellen voor deze organisaties?
2) Hoe zal het nieuwe FBE bestuur er uit zien? Welke organisaties zijn daarin vertegenwoordigd? Welk standpunt nemen deze organisaties elk in ten aanzien van de bescherming van dieren en ten aanzien van de jacht?
3) Hoe wordt binnen de provincie Groningen vanaf 1 maart 2017 geborgd dat dieren worden beschermd in het licht van het faunabeheerplan; welke concrete maatregelen nemen de leden van het nieuwe bestuur van de faunabeheereenheid tot de bescherming van natuur en dieren, zoals staatssecretaris Van Dam noemde tijdens de behandeling van wetsvoorstel Natuurbescherming in de Eerste Kamer op 8 december 2015 en is hiermee volgens u voldaan aan de intentie van de staatssecretaris?
4) Gaan GS akkoord met statuten voor een FBE wanneer daar in staat dat besluiten met een volstrekte meerderheid van stemmen dienen te worden genomen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Realiseert u zich dat in het eerste geval de organisaties als bedoeld in artikel 4.4 lid 2 van de Verordening Natuurbescherming Provincie Groningen buitenspel kunnen worden gezet en wat is uw oordeel daarover in het licht van de voorgaande vragen?
5) Wat zegt dat volgens u over het democratisch gehalte van de FBE?
6) Hoe wordt volgens u geborgd dat maatschappelijke organisaties in de FBE die ten doel hebben "de natuur en de dieren te beschermen kunnen meebeslissen over de jacht op die vijf soorten’’ ?
7) Wat is u bekend over de binnen de FBE gemaakt afspraken omtrent stemgedrag en stemmingen van het bestuur van de FBE En hoe oordeelt u daarover?
8) Wat zijn de consequenties voor de dierenbeschermingsorganisatie(s), die een zetel zal/zullen hebben in het bestuur van de FBE, wanneer deze het niet eens kan / kunnen worden met de rest van het bestuur?
Met vriendelijke groet,
Kirsten de Wrede Partij voor de Dieren
Indiendatum:
mrt. 2017
Antwoorddatum: 10 mei 2017
Datum 30-03-2017
Briefnummer: 2017-14.203/13/A.6 678338
Behandeld door: R. Vos
Antwoord op: uw brief van 3 maart 2017
Onderwerp: schriftelijke vragen naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Verordening Natuurbescherming provincie Groningen en de samenstelling van FBE's
Geachte mevrouw De Wrede,
Op 3 maart jongsleden stuurde u ons vragen over de nieuwe samenstelling van het bestuur van de Faunabeheereenheid. In deze brief hebben wij uw vragen beantwoord. Vraag 1. Hoe oordeelt u over de wijze waarop op dit moment uitvoering wordt gegeven aan de maatschappelijke verbreding van de FBE, (met dierenbeschermings/dierenwelzijnsorganisaties) zoals de wet dat vraagt, en de in de Verordening vastgelegde verplichting om minimaal 2 zetels beschikbaar te stellen voor deze organisaties?
Antwoord: Bij de erkenning van het FBE bestuur zullen wij oordelen over de maatschappelijke verbreding van het bestuur. Dit doen wij op basis van de wet en de door u vastgestelde regels in de natuurverordening.
Vraag 2. Hoe zal het nieuwe FBE bestuur er uit zien? Welke organisaties zijn daarin vertegenwoordigd? Welk standpunt nemen deze organisaties elk in ten aanzien van de bescherming van dieren en ten aanzien van de Jacht?
Antwoord: Binnen het FBE bestuur zijn zetels beschikbaar overeenkomstig artikel 4.4 van de door u vastgestelde natuurverordening. Welk standpunt de organisaties die deze zetels gaan vullen is ons niet bekend. Dit is aan de verschillende organisaties.
Vraag 3. Hoe wordt binnen de provincie Groningen vanaf 1 maart 2017 geborgd dat dieren worden beschermd in het licht van het faunabeheerplan; welke concrete maatregelen nemen de leden van het nieuwe bestuur van de faunabeheereenheid tot de bescherming van natuur en dieren, zoals staatssecretaris Van Dam noemde tijdens de behandeling van wetsvoorstel Natuurbescherming in de Eerste Kamer op 8 december 2015 en is hiermee volgens u voldaan aan de intentie van de staatssecretaris?
Antwoord: Flet faunabeheerplan is op de eerste plaats bedoelt om te onderbouwen in welke situaties schadebestrijding en beheer van populaties nodig is. Daarbij worden verschillende belangen afgewogen en worden passende en doeltreffende maatregelen opgenomen. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt wat de staat van instandhouding van de betreffende soorten is. Indien de stand van een soort zodanig slecht is zal de faunabeheereenheid hiervoor geen ontheffing aanvragen dan wel verkrijgen.
Vraag 4. Gaan GS akkoord met statuten voor een FBE wanneer daar in staat dat besluiten met een volstrekte meerderheid van stemmen dienen te worden genomen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Realiseert u zich dat in het eerste geval de organisaties als bedoeld in artikel 4.4 lid 2 van de Verordening Natuurbescherming Provincie Groningen buitenspel kunnen worden gezet en wat is uw oordeel daarover in het licht van de voorgaande vragen?
Antwoord: Wij toetsen de statuten zoals bij het antwoord van vraag 1 is genoemd. Er zijn geen eisen gesteld aan de wijze waarop besluiten worden gemaakt. Het is dan ook aan het FBE bestuur hierover goede afspraken te maken.
Vraag 5. Wat zegt dat volgens u over het democratisch gehalte van de FBE?
Antwoord: Bij wet (Wet Natuurbescherming en Natuurverordening) is geregeld hoe de minimale bestuurssamenstelling van de FBE eruit ziet. Het oordeel over het democratisch gehalte is dan ook aan de Tweede Kamer.
Vraag 6. Hoe wordt volgens u geborgd dat maatschappelijke organisaties in de FBE die ten doel hebben "de natuur en de dieren te beschermen, kunnen meebeslissen over de Jacht op die vijf soorten?"
Antwoord: Bij de behandeling van het faunabeheerplan dat betrekking heeft op deze soorten kunnen alle in het FBE bestuur zittende organisaties discussiëren over de inhoud van het faunabeheerplan. Op dit moment is de nieuwe zetelverdeling nog niet gereed. Indien wij al wel worden verzocht een faunabeheerplan goed te keuren zullen wij rekening houden met de bestuurssamenstelling en nauwkeurig afwegen wat wij doen indien de zetels voor maatschappelijke organisaties (nog) niet kunnen worden vervuld. Onze inzet is dat deze zetels moeten zijn vervuld. Wij en de faunabeheereenheid kunnen deelname door organisaties zelf niet afdwingen en zijn dus afhankelijk van organisaties om deel te nemen.
Vraag 7. Wat is u bekend over de binnen de FBE gemaakt afspraken omtrent stemgedrag en stemmingen van het bestuur van de FBE En hoe oordeelt u daarover?
Antwoord: Conform de wetgeving is het aan de FBE zelf om regels hieromtrent op te stellen. De FBE werkt aan nieuwe statuten.
Vraag 8. Wat zijn de consequenties voor de dierenbeschermingsorganisatie(s), die een zetel zal/zulien hebben in het bestuur van de FBE, wanneer deze het niet eens kan/kunnen worden met de rest van het bestuur?
Antwoord: Dit is afhankelijk van de afspraken die hierover door de FBE zelf worden gemaakt.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen
Interessant voor jou
Vragen betreffende vuurwerk, vogels en dieren
Lees verderStatenvragen betreffende het bejagen van vossen
Lees verder