Megakoeienstal Vlagtwedde
Van de provincie Groningen bestaat het beeld dat sinds begin 2011 de boel op slot is gezet, waardoor het niet meer mogelijk is om veehouderijbedrijven te kunnen starten en slechts in bepaalde gebieden nog te kunnen uitbreiden.
Helaas is de werkelijkheid anders en lijkt het nu ook mogelijk te worden voor een Brabantse boer om een gigastal voor 1990 koeien en kalveren te bouwen. Wij begrijpen hier helemaal niets van.
Door gedeputeerde Moorlag wordt nu al aangegeven dat de provincie welwillend staat tegenover een ontheffing. Is het niet veel te vroeg om zo'n uitspraak nu al te doen, sterker nog, om zo'n uitspraak überhaupt te doen?
Naar aanleiding van de rapporten van de commissie Van Doorn en Alders en tijdens de actuele discussie over megastallen wordt door alle partijen aangegeven dat een omslag naar een diervriendelijker en duurzame landbouw noodzakelijk is, dat grootschalige industriële veehouderij geen toekomst heeft in Nederland. Ook landbouworganisaties onderschrijven deze visie.
De geplande melkveehouderij in Vlagtwedde heeft ruim vier keer de omvang van een megabedrijf . Dit terwijl in het rapport van van Doorn een grens van maximaal 250 koeien wordt gehanteerd voor duurzame veehouderij. (en 320 koeien voor de zorgvuldige veehouderij)
In ons eigen POP staat: 'Er vindt een accentverschuiving plaats naar duurzame landbouw, met meer aandacht voor de kwaliteit van voedsel, voedselveiligheid, dierenwelzijn en omgeving'.
Wij willen dan ook graag antwoord op de vraag waarom de provincie Groningen het niet noodzakelijk acht een bovengrens te hanteren voor melkveehouderij, en waarom u denkt dat in de provincie Groningen industriële melkveehouderij WEL een toekomst heeft.
De fractie van de Partij voor de Dieren is van mening dat landschappelijke inpassing, waarover de provincie oordeelt, en de maatwerkbenadering die daarbij wordt gehanteerd veel breder moet worden gezien dan slechts het beoordelen van een gebouw en een paar bomenrijen.
Met alleen landschappelijke inpassing gaat u voorbij aan de signalen van bezorgde burgers, die concluderen dat niemand zich geroepen voelt te toetsen op volksgezondheid, verkeersveiligheid en sociale cohesie, en die ook concluderen dat de provincie andere beelden heeft bij een aantrekkelijk landschap dan de omwonenden zelf. De brief van mevrouw Loning, die we allemaal hebben ontvangen, is daar een goed voorbeeld van.
Door de VVD zijn wij in een blog aangesproken op de emotie, waarmee wij zouden proberen de bevolking te beïnvloeden. Wij zijn inderdaad van mening dat besluiten die betrekking hebben op levende wezens niet slechts met zakelijke en economische argumenten moeten worden genomen. Dat heeft niks met emotie te maken, maar met respect. Als het gaat om levende wezens komen wij op voor het natuurlijke gedrag dat bij dat levende wezen hoort. Een koe valt onder de graasdieren, en de naam zegt het al, het is dus een dier dat in het weiland loopt, daar gras eet en in het gras gaat liggen herkauwen.
Ook de fractie van de Partij voor de Dieren is positief over de latex matrassen met zand en de automatische koeienborstel die aan de koeien geboden zullen worden in de stallen. Geen enkele rustplaats op een latex matras met zand of automatische koeienborstel zal voor de Partij voor de Dieren echter opwegen tegen een weiland waar koeien zich vrij kunnen bewegen. Wij zeggen hierover: bied de koeien beiden, de luxe stal en weidegang.
Bij weidegang is het welzijn en de gezondheid van koeien in de regel beter (onder meer doordat koeien meer bewegen). Verder zorgen koeien in de wei voor een rijker landschap, meer weidevogels en andere biodiversiteit.
Wij zijn van mening dat in de melkveehouderij van de toekomst hoge eisen moeten worden gesteld aan dierenwelzijn en daarbij hoort wat ons betreft verplichte weidegang, inclusief schuilmogelijkheden (in de vorm van bomen of een schuilstal). Er moet uitsluitend geproduceerd worden voor de lokale en regionale markt, op basis van gesloten grondstoffen- en nutriëntenkringlopen.
Biologische productie waarborgt hierbij niet alleen dierenwelzijn maar ook gezonde en veilige producten, verhoging van de biodiversiteit en bescherming van het milieu tegen pesticiden.
Vorig jaar heeft u ook al ontheffing verleend voor uitbreidingen van melkveehouderijen naar gigaproporties (Blijham, 700 koeien en 350 stuks jongvee). Nu geeft u aan dit weer te willen doen. En na deze aanvraag ligt er al weer een volgende vraag voor een agribusinessketen in Vlagtwedde en voor een megakoeienstal in Delfzijl.
De melkveehouderij wordt op deze manier in hoog tempo geïntensiveerd. Steeds meer koeien worden jaarrond in gebouwen gehouden en grondgebonden bedrijfsvoering neemt door de enorme omvang van de bedrijven snel af. Het aantal megamelkveebedrijven is de afgelopen vijf jaar verdubbeld, en Groningen telt nu al minstens vijf gigastallen met meer dan 370 melkkoeien en 320 stuks jongvee.
Dit terwijl de Groningse dialoog over de toekomst van de landbouw nog moet starten.
De Partij voor de Dieren vindt dat er nu een pas op de plaats moet worden gemaakt. Geen toestemming meer voor verdere uitbreidingen, eerst nadenken over waar wij heen willen met onze melkveehouderij. Het gevaar bestaat dat wij met oogkleppen op doordenderen, achter de industriële ondernemers aan, en daarmee niet meer open staan voor alternatieven. Een voorbeeld van zo'n alternatief willen wij graag met u delen en zal ik straks uitdelen.
Bij besluiten over melkveebedrijven moeten alle gevolgen worden meegewogen, dus ook de invloeden op natuur en milieu, volksgezondheid, duisternis en verkeersveiligheid.
En in het licht van voedselzekerheid en een eerlijke wereldvoedselverdeling pleiten wij voor het verminderen van de consumptie van dierlijke producten. Het gebruik van doorgefokte koeien voor maximale bulkproductie moet stoppen, in plaats daarvan moet worden gekozen voor dieren met een natuurlijke weerstand die niet al na vier jaar worden afgedankt.
Een koe is geen ding.
Interessant voor jou
OV-chipkaart
Lees verderNatuurakkoord commissie Omgeving en Milieu
Lees verder