Vragen betref­fende doden koppel­vor­mende ganzen


Indiendatum: jan. 2015

Geacht college,

Uit de media [1] vernamen wij dat per 1 februari gestart wordt met het doodschieten van ganzen in Midden-Groningen. Navraag bij de betreffende afdeling leert dat het hier om een nog niet door de provincie ontvangen gemotiveerd besluit gaat voor het doden van koppelvormende ganzen, voortvloeiend uit een maatwerkplan van het ganzenakkoord. Koppelvormende ganzen bevinden zich met name in natuurgebieden. Wij stellen u graag de volgende vragen.

  1. Kunt u bevestigen dat het om het doden van uitsluitend koppelvormende ganzen gaat?
  2. Indien ja, bent u voornemens toestemming te verlenen voor het doden en op welke gronden?
  3. Welke schade wordt verwacht of is aangetoond op (kwetsbare) gewassen om afschot van koppelvormende ganzen toe te staan? In welke (natuur) gebieden zal op koppelvormende ganzen worden geschoten? Bevinden deze gebieden zich in de nabijheid van Vogelrichtlijngebieden of fourageergebieden?
  4. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat vervroegde jacht (op koppelvormende ganzen in natuurgebieden) een grove verstoring veroorzaakt voor alle winterganzen, die deze periode hard nodig hebben om aan te sterken voorafgaand aan de trek? En bovendien een extra maand onrust en bedreiging voor de beschermde ganzensoorten en overige diersoorten in het (natuur)gebied? Zo ja, wat voor consequenties verbindt u hier aan? Zo nee, kunt u dit toelichten?
  5. Kunt u uiteenzetten hoe bejaging vanaf 1 februari in overstemming is met de Europeesrechtelijke verplichting voor duurzame instandhouding van de trekganzenpopulatie?
  6. Bent u van mening dat individuele jagers kunnen garanderen om beide ganzen van het koppel te doden, om zo dierenleed van de overblijvende gans te voorkomen en kunt u dit toelichten? Immers, na één schot zal de tweede gans van het koppel vluchten en moeilijk te bejagen zijn.

Aangezien ganzensoorten vaak gemengd fourageren en rusten, is het verre van ondenkbaar dat ook beschermde soorten of soorten die onder het ganzenakkoord (nog) niet bejaagd mogen worden, gedood of verwond worden.

  1. Kunt u aangeven hoe in het algemeen het doden van de diverse ganzensoorten gecontroleerd wordt?
  2. Hoe vaak zijn de controleurs in het veld te vinden, en hoeveel controleurs zijn er beschikbaar voor toezicht op uitvoering ganzenakkoord?
  3. Acht u adequate handhaving überhaupt mogelijk en kunt u dit toelichten?

De media berichten dat het vlees van de gedode ganzen wordt verkocht.

  1. Is deze berichtgeving correct?
  2. Wie is de verkopende partij en wat gebeurt er met de opbrengst, aan wie komt die ten goede?
  3. Gaat hier geen verkeerde stimulans van uit om meer ganzen te doden dan overeengekomen, en werkt dit geen stroperij in de hand? Kunt u dit toelichten?

Er bestaan aanzienlijke verschillen in uitkomsten van ganzentellingen [2]. De tellingen van de KJV vallen stelselmatig hoger uit dan die van het SOVON, waarbij de tellingen van laatstgenoemde als goede methode met betrouwbare uitkomst worden beschouwd.

  1. Uit het Faunabeheerplan (p. 24) lijkt het dat grotendeels wordt geleund op de tellingen van de KJV, is dit correct?
  2. Hoe wordt binnen de WBE’s gecontroleerd op populatiegrootte en aantal gedode dieren? c. Hoe wordt teruggerapporteerd over de activiteiten van de WBE’s en zijn deze verslagen openbaar te raadplegen? Zo nee, waarom niet?
  3. Kunt u aangeven waar, hoeveel en welke soort ganzen zijn gedood in de afgelopen periode sinds het ingaan van het ganzenakkoord (oktober tot heden) onder de ontheffing ondersteunend afschot op kwetsbare gewassen?

In de ontheffing van 9 december 2014 worden een aantal aannames beschreven en besluiten genomen waarover wij u de volgende vragen willen stellen.

  1. Hoe bent u tot de conclusie gekomen dat preventieve maatregelen, zoals het gebruik van visuele en akoestische middelen, alsmede afschot ondersteunend aan verjaging, niet effectief zijn? Welke preventieve maatregelen zijn toegepast? Op welke gronden verwacht u dat direct afschot (dus zonder inzet van preventieve middelen en ondersteunend afschot, wél belangrijke schade kan voorkomen? Gaat u er hiermee vanuit dat de plaatsen van de gedode ganzen niet worden ingenomen door ganzen van elders en kunt u dit toelichten?

‘Andere maatregelen die zullen bijdragen aan een effectiever afschot is het toestaan van afschot vanaf een uur voor zonsopkomst tot een uur na zonsondergang en het gebruik van lokmiddelen. Tevens mag ter voorkoming van schade elders, afschot plaatsvinden op percelen met oogstresten.’

  1. Welke lokmiddelen worden hier bedoeld? Vindt u het eerst lokken van dieren om ze vervolgens te doden een ethisch verantwoorde, respectvolle methode en kunt u dit toelichten?
  2. Heeft u bij dit besluit in acht genomen dat juist in de schemer, wanneer veel diersoorten anders dan de gans onder dekking van het schemerlicht, van of naar hun nachtverblijf verplaatsen of op zoek gaan naar voedsel, grote verontrusting plaats vindt door geweerschoten? Heeft u een afweging gemaakt over de gevolgen voor deze diersoorten en kunt u deze toelichten?
  3. Akkers met oogstresten trekken veel dieren aan, zoals zwaar beschermde akker- en weidevogels. Verstoring door jacht kan grote invloed hebben op de toch al minimale, zeer kwetsbare populaties. Kunt u in dit kader uw besluit toelichten, en aangeven of u schade aan gewassen zwaarder weegt dan bescherming van o.a. Rode Lijst soorten?

Met vriendelijke groet,

Kirsten de Wrede

Partij voor de Dieren

[1] http://www.groningerkrant.nl/2015/01/beheer-overzomerende-ganzen-midden-groningen-en-hondshalstermeer/

[2] http://www.groeneruimte.nl/nieuws/artikel.html?id=161289&b=gr140801

Indiendatum: jan. 2015
Antwoorddatum: 1 jan. 1970

Geachte mevrouw De Wrede,


Bij brief d.d. 30 januari 2015 zond u ons een 11-tal vragen met betrekking tot het doden van ganzen. De beantwoording van deze vragen treft u hieronder aan.

Vraag 1
Kunt u bevestigen (verwezen wordt naar een bericht in de media over het doodschieten van koppelvormende ganzen in Midden-Groningen) dat het om het doden van uitsluitend koppelvormende ganzen gaat? Indien ja, bent u voornemens toestemming te verlenen voor het doden en op welke gronden?


Antwoord
Wij kunnen bevestigen dat het hier om het doden van uitsluitend koppelvormende ganzen gaat. Op grond van de bij besluit van 9 december 2014 aan de Faunabe-heereenheid Groningen verleende provinciebrede ontheffing ter bestrijding van door ganzen aangerichte landbouwschade, is het afschot van koppelvormende grauwe ganzen toegestaan van 1 februari tot 1 maart.


Vraag 2
Welke schade wordt verwacht of is aangetoond op (kwetsbare) gewassen om afschot van koppelvormende ganzen toe te staan? In welke (natuur) gebieden zal op koppelvormende ganzen worden geschoten? Bevinden deze gebieden zich in de nabijheid van Vogelrichtlijngebieden of foerageergebieden?


Antwoord
Bovengenoemde ontheffing is verleend op grond van het door ons op 11 november 2014 goedgekeurde Faunabeheerplan Groningen 2014-2019, In dit plan is aangegeven, dat de getaxeerde schade door overzomerende ganzen fluctueert, maar tot € 9.000,- kan bedragen en dat de schade in de winter kan oplopen tot€ 140.000,-. Het gaat hierbij om door grauwe ganzen aangerichte schade. Het afschot van koppelvormende grauwe ganzen mag op grond van de ontheffing plaatsvinden overal waar zij zich bevinden, mits zij voldoen aan de definitie van koppelvormende ganzen en mits dit gebeurt nadat ons College akkoord is gegaan met het voorgenomen afschot.
In de praktijk betekent dit dat afschot zai plaatsvinden waar dit effectief wordt geacht. Maatwerkgroepen, die opereren onder de vlag van het Ganzen Afstemmingskader (GAK) stellen hiervoor maatwerkplannen op.
Koppelvormende ganzen behoren niet tot de trekvogelpopulatie en mogen op grond van de Flora- en faunawet ontheffing worden afgeschoten in/bij natuurgebieden. Dit kunnen ook Vogelrichtlijngebieden zijn. Dit ontslaat de gebruiker van deze ontheffing echter niet van de verplichting zo nodig een ontheffing op grond van de Natuurbeschermingswet aan te vragen. Verder mag afschot van koppel-vormende ganzen niet plaatsvinden binnen foerageergebieden.


Vraag 3
Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat vervroegde jacht (op koppelvormende ganzen in natuurgebieden) een grove verstoring veroorzaakt voor alle winterganzen, die deze periode hard nodig hebben om aan te sterken voorafgaand aan de trek? En bovendien een extra maand onrust en bedreiging voor de beschermde ganzensoorten en overige diersoorten in het (natuur)gebied? Zo, ja wat voor consequenties verbindt u hier aan? Zo nee, kunt u dit toelichten?


Antwoord
Met het doden van koppelvormende ganzen wordt voorkomen dat later in het seizoen (na reproductie) meer ganzen moeten worden gedood ter bestrijding van schade, hetgeen ethisch gezien in onze optiek de voorkeur heeft.
Het is bekend welke kwetsbare en beschermde soorten zich in bepaalde periodes bevinden binnen natuurgebieden. Hieruit is de conclusie te trekken dat verstoring in natuurgebieden met name kan plaatsvinden in de periode voor 1 februari en na 1 maart en dat afschot in de maand februari tot de minste verstoring leidt. Bovendien foerageren trekganzen vaak niet in deze gebieden maar binnen de foerageergebieden en worden daardoor niet verstoord.


Vraag 4
Kunt u uiteenzetten hoe bejaging vanaf 1 februari in overeenstemming is met de Europeesrechtelijke verplichting voor duurzame instandhouding van de trekgan-zenpopulatie?


Antwoord
Koppelvormende ganzen zijn standganzen en behoren niet tot de trekvogelpopulatie. Ter nakoming van de door u genoemde Europeesrechtelijke verplichting hebben wij in de ontheffing voor het afschot van ganzen maatregelen opgenomen, zoals foerageergebieden en winterrust.


Vraag 5
Bent u van mening dat individuele jagers kunnen garanderen om beide ganzen van het koppel te doden, om zo dierenleed van de overblijvende gans te voorkomen en kunt u dit toelichten? Immers, na één schot zal de tweede gans van het koppel vluchten en moeilijk te bejagen zijn.


Antwoord
Het afschot van broedparen zal niet door individuele jagers gebeuren. Het gaat om gecoördineerde schadebestrijdingsacties, waar meerdere jachtaktehouders aan deelnemen.


Vraag 6
Aangezien ganzensoorten vaak gemengd foerageren en rusten, is het verre van ondenkbaar dat ook beschermde soorten of soorten die onder het ganzenakkoord (nog) niet bejaagd mogen worden, gedood of verwond worden.
a. Kunt u aangeven hoe in het algemeen het doden van de diverse ganzensoorten gecontroleerd wordt?
b. Hoe vaak zijn de controleurs in het veld te vinden, en hoeveel controleurs zijn er beschikbaar voor toezicht op en uitvoering van het ganzenakkoord?
c. Acht u adequate handhaving überhaupt mogelijk en kunt u dit toelichten?


Antwoord
Twee provinciale inspecteurs natuurwetgeving handhaven steekproefsgewijs de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Alvorens de Faunabeheereenheld Groningen een machtiging kan verstrekken voor het afschot van overzomerende ganzen buiten probleemgebieden, waar de schade in het verleden minder hoog was, zullen provinciale inspecteurs natuurwetgeving de situatie op de schadepercelen eerst in ogenschouw nemen. De faunabeheereenheid kan dan pas een machtiging verstrekken na een positief advies van de inspecteur. Ook het handhaven op stropers behoort tot de taken van de inspecteurs.
De provinciale handhavers zijn gemiddeld 24 uur per week bezig met toezicht en handhaving in het veld. Hierbij zijn zij gericht op meerdere onderdelen van hun werk, zodat de uren per onderdeel niet gespecificeerd kunnen worden.
Daarnaast zijn ook andere instanties als de Politie, de Dierenpolitie en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit belast met handhavende taken op het gebied van in het wild levende dieren. Wij zijn van mening dat hiermee een adequate handhaving gewaarborgd is.


Vraag 7
De media berichten dat het vlees van gedode ganzen wordt verkocht.
a. Is deze berichtgeving correct?
b. Wie is de verkopende partij en wat gebeurt er met de opbrengst, aan wie komt die ten goede?
c. Gaat hier geen verkeerde stimulans van uit om meer ganzen te doden dan overeengekomen, en werkt dit geen stroperij in de hand? Kunt u dit toelichten?


Antwoord
Verkoop van ganzenvlees aan derden is op grond van de Flora- en faunawet legaal, indien dit is verworven in het kader van schadebestrijdingsactiviteiten op grond van een ontheffing. Gedeputeerde Staten hebben niet de bevoegdheid hier nadere regels aan te stellen. Het is derhalve niet aan ons College de door u aangehaalde berichtgeving op waarheid te toetsen en wij vinden het ook niet onze taak de handel in ganzenvlees te monitoren.
Wij achten het onwaarschijnlijk dat het verkopen van ganzenvlees tot meer afschot zal leiden, omdat deze mogelijkheid niet nieuw is, maar al bestond. Met de jaarlijkse ganzentellingen kan de gunstige staat van instandhouding van de verschillende ganzensoorten worden bewaakt en zonodig kan er worden ingegrepen.
Omdat het afschot van grauwe gans, kolgans en brandgans, op grond van de provinciale ontheffing, onder voorwaarden, legaal is, is het niet aannemelijk dat de verkoop van ganzenvlees zal lijden tot stroperij.
Provinciale inspecteurs natuurwetgeving en andere instanties houden hier overigens toezicht op en handhaven in dergelijke gevallen.


Vraag 8
Er bestaan aanzienlijke verschillen in uitkomsten van ganzentellingen. De tellingen van de KJV vallen stelselmatig hoger uit dan die van het SOVON, waarbij de tellingen van laatstgenoemde als goede methode met betrouwbare uitkomst worden beschouwd.
a. Uit het FBP (p. 24) lijkt het dat grotendeels wordt geleund op de tellingen van de KJV, is dit correct?
b. Hoe wordt binnen de WBE's gecontroleerd op populatiegrootte en aantal gedode dieren?
c. Hoe wordt teruggerapporteerd over de activiteiten van de WBE's en zijn deze verslagen openbaar te raadplegen? Zo nee, waarom niet?


Antwoord
De cijfers komen voort uit tellingen die zijn gedaan op basis van een landelijk telprotocol, waarbij gebruik gemaakt wordt van telgegevens van de KJV, de terreinbeherende organisaties en de wildbeheerseenheden. In absolute aantallen kunnen deze cijfers verschillen van die van SOVON. Voor het maken van afwegingen in het kader van ontheffingverlening, waarbij de gunstige staat van instandhouding een criterium is, wordt echter gebruik gemaakt van trends in populatieomvang.
Deze trends worden met de in het faunabeheerplan gebruikte gegevens evengoed zichtbaar. Het is met name het Ganzen Afstemmingskader, gevoed door de maatwerkgroepen, dat de populaties ganzen in de verschillende gebieden bewaakt. Het aantal gedode dieren moet op grond van de provinciale ontheffing aan de faunabeheereenheid worden gerapporteerd, die hierover eens per jaar een verslag moet uitbrengen aan Gedeputeerde Staten. De faunabeheereenheid is de organisatie die de schadebestrijding coördineert en het aanspreekpunt voor de provincie. De provincie heeft niet de beschikking over verslagen en rapportages van wildbeheerseenheden, zodat ze op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur niet via de provincie openbaar te raadplegen zijn. Ook zijn de wildbeheerseenheden zelf op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur niet verplicht deze documenten openbaar te maken.


Vraag 9
Kunt u aangeven waar, hoeveel en welke soort ganzen zijn gedood in de afgelopen periode sinds het ingaan van het ganzenakkoord (oktober tot heden) onder de ontheffing ondersteunend afschot op kwetsbare gewassen?


Antwoord
Op grond van de genoemde ontheffing (besluit d.d. 9 december 2014, verzonden
d.d. 15 decemer 2014), moet de faunabeheereenheid jaarlijks voor 1 december aan Gedeputeerde Staten schriftelijk verslag uitbrengen over het aantal op grond van de ontheffing gedode ganzen, alsmede over de soorten en de locaties. Wij kunnen daarom op dit moment niet aangeven hoeveel ganzen er sinds het afgeven van de ontheffing tot nu toe zijn gedood.


Vraag 10
Hoe bent u tot de conclusie gekomen dat preventieve maatregelen, zoals het gebruik van visuele middelen, alsmede afschot ondersteunend aan verjaging, niet effectief zijn? Welke preventieve maatregelen zijn toegepast? Op welke gronden verwacht u dat direct afschot (dus zonder inzet van preventieve middelen en ondersteunend afschot) wèl belangrijke schade kan voorkomen? Gaat u er hiermee van uit dat de paatsen van de gedode ganzen niet worden ingenomen door ganzen van elders en kunt u dit toelichten?


Antwoord
In bepaalde gebieden is de landbouwschade ondanks afschot ter ondersteuning van de verjaging en het gebruik van akoestische en visuele verjaagmiddeien hoog gebleven. Dit leidt tot de conclusie dat door deze maatregelen alleen de schade niet afneemt en dat extra maatregelen nodig zijn. Eén daarvan is logischerwijze het niet toepassen van deze preventieve maatregelen, omdat hiermede de dieren alleen tijdelijk worden verjaagd. In deze gebieden is het afschot niet ondersteunend aan de verjaging, omdat hier geen limiet aan het aantal af te schieten dieren wordt gesteld. Wij achten het aannemelijk, dat door deze en een aantal andere extra maatregelen belangrijke schade wel kan worden voorkomen. Door het gebiedsgericht toepassen van deze extra maatregelen, wordt de kans, dat de plaatsen van de gedode ganzen worden ingenomen door ganzen van elders, steeds kleiner.


Vraag 11
'Andere maatregelen die zullen bijdragen aan een effectiever afschot is het toestaan van afschot vanaf een uur voor zonsopkomst tot een uur na zonsondergang en het gebruik van lokmiddelen. Tevens mag ter voorkoming van schade elders, afschot plaatsvinden op percelen met oogstresten.'
a. Welke lokmiddelen worden hier bedoeld? Vindt u het eerst lokken van dieren om ze vervolgens te doden een ethisch verantwoorde, respectvolle methode en kunt u dit toelichten?
b. Heeft u bij dit besluit in acht genomen, dat juist in de schemer, wanneer veel diersoorten anders dan de gans onder dekking van het schemerlicht, van of naar hun nachtverblijf verplaatsen of op zoek gaan naar voedsel, grote verontrusting plaatsvindt door geweerschoten? Heeft u een afweging gemaakt over de gevolgen voor deze diersoorten en kunt u deze toelichten?
c. Akkers met oogstresten trekken veel dieren aan, zoals zwaar beschermde akker- en weidevogels. Verstoring door jacht kan grote invloed hebben op de toch al minimale, zeer kwetsbare populaties. Kunt u in dit kader uw besluit toelichten, en aangeven of u schade aan gewassen zwaarder weegt dan bescherming van o.a. Rode Lijst soorten?


Antwoord
Gebruikte lokmiddelen zijn bijvoorbeeld lokfluiten, gedode ganzen of kunststof ganzen.
Het op 27 mei 2014 gesloten ganzenakkoord beoogt de landbouwschade terug te brengen tot een acceptabel niveau en daarbij de ganzenpopulaties in de provincie Groningen duurzaam in stand te houden
In de provincie Groningen is besloten in probleemgebieden, waar de schade het hoogst is en waar eerder genomen maatregelen niet het gewenste effect hebben gehad, extra maatregelen in te zetten, zoals het gebruik van lokmiddelen, het toestaan van afschot voor zonsopkomst en na zonsondergang en het toestaan van afschot op percelen met oogstresten.
Hoewel deze maatregelen niet onze voorkeur hebben en wij in onze afweging ook zowel ethtische aspecten als de invloed op andere soorten hebben meegenomen, zijn wij van mening dat ze in probleemgebieden noodzakelijk zijn om de ganzen-problematiek beheersbaar te maken en er tevens voor te zorgen, dat op termijn minder ganzen behoeven te worden afgeschoten.


Wij vartrouwen er op u hiermede voldoertde te hebben getnformeerd.


Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Groningen;

Interessant voor jou

Vragen betreffende muizen en ecologisch evenwicht

Lees verder

Vragen betreffende uitzetten karpers

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer