Schrif­te­lijke vragen over megastal in Leermens


Indiendatum: jun. 2010

Aan het College van Gedeputeerde Staten van Groningen

Datum: 8 juni 2010

Onderwerp: Schriftelijke vragen over megastal in Leermens

Geacht college,

Via het Dagblad van het Noorden lazen wij een bericht over de uitbreiding van een vleeskuikenbedrijf in Leermens van 43.000 naar 150.000 kippen (http://www.dvhn.nl/nieuws/groningen/article6144395.ece/Komst-kuikens-stuit-op-verzet-in-Leermens).

1. De Partij voor de Dieren heeft enkele vragen over hoe deze uitbreiding zich verhoudt ten opzichte van het nieuwe Provinciaal OmgevingsPlan (POP3) en de bijbehorende omgevingsverordening:
a. Is een dergelijke forse uitbreiding (meer dan verdrievoudigd) nog in lijn met wat u met het verbod op intensieve veehouderij heeft beoogd?
b. De criteria voor het vaststellen van een volwaardig bedrijf gaan uit van 45.000 vleeskuikens. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat uitbreiding van een bedrijf met 43.000 vleeskuikens derhalve niet is toegestaan?

2. Bent u bereid om de gemeente Loppersum te wijzen op de strijdigheid met de omgevingsverordening teneinde de besluitvorming goed te laten verlopen en de gemeente de bouwvergunning niet ten onrechte afgeeft? Zo nee, waarom niet?

3. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat een megastal met 150.000 kippen een bedreiging is voor de volksgezondheid, onder meer door antibiotica-resistentie en luchtwegaandoeningen door fijnstof? Zo nee, waarom niet?

Met vriendelijke groet.


Namens de Statenfractie van de Partij voor de Dieren
Anja Hazekamp

Indiendatum: jun. 2010
Antwoorddatum: 23 sep. 2010

Geachte mevrouw Hazekamp,

In antwoord op uw bovenvermelde brief, waarin u namens uw statenfractie vragen
stelt over de uitbreiding van de vleeskuikenhouderij van de heer Burema aan de
Godlinzerweg 5 te Leermens, delen wij het volgende mee.
Uw vragen zijn een reactie op een krantenbericht in het Dagblad van het Noorden
van 7 juni 2010, waarin melding wordt gemaakt van uitbreiding van de
vleeskuikenhouderij van de heer Burema van 43.000 naar 150.000 dieren.

Vraag 1:
De Partij voor de Dieren heeft enkele vragen over hoe deze uitbreiding zich
verhoudt ten opzichte van het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan (POP) en de
bijbehorende omgevingsverordening:
a. Is een dergelijke forse uitbreiding (meer dan verdrievoudigd) nog in lijn met wat
u met het verbod op intensieve veehouderij heeft beoogd?
b. De criteria voor het vaststellen van een volwaardig bedrijf gaan uit van 45.000
vleeskuikens. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat uitbreiding van een
bedrijf met 43.000 vleeskuikens derhalve niet is toegestaan?

Antwoord:
De heer Burema oefent aan de Godlinzerweg 5 te Leermens een akkerbouwbedrijf
uit dat 81 hectare akkerbouwgrond omvat, alsmede een neventak intensieve
veehouderij met een omvang van 43.400 vleeskuikens en 354 vleeskalveren.

Bij brief van 24 oktober 2007 hebben Burgemeester en Wethouders van
Loppersum ons verzocht of zij de maatwerkbenadering voor agrarische
schaalvergroting als bedoeld in het Provinciaal Omgevingsplan 2 en de Nota
Agrarische bouwblokken en landschap voor de regio Noord mogen toepassen ten
behoeve van de uitbreiding van de vleeskuikenhouderij van de heer Burema. Aan
dit verzoek lag een bouwaanvraag van de heer Burema ten grondslag van
12 maart 2007. In antwoord hierop hebben wij bij brief van 5 december 2007 laten
weten dat in dit geval de maatwerkbenadering kan worden toegepast.

In het kader van deze maatwerkbenadering hebben met betrokkenheid van onze
ambtelijke dienst op 14 en 28 februari 2008 zogenoemde keukentafelgesprekken
plaatsgevonden. Tijdens deze gesprekken is gesproken over de bouw van
2 nieuwe stallen voor het uitbreiden van het aantal vleeskuikens tot 150.000 en het
vergroten van het agrarisch bouwperceel tot 1,9 hectare. Deze gesprekken hebben
geresulteerd in een bedrijfsontwikkelingschets waarin staat aangegeven hoe de
bedrijfsuitbreiding landschappelijk wordt ingepast. De uitvoering hiervan wordt
gewaarborgd door middel van een privaatrechtelijke overeenkomst.
Op verzoek van Burgemeester en Wethouders van Loppersum hebben wij bij brief
van 21 april 2009 laten weten in principe te kunnen instemmen met de bouw van
2 nieuwe stallen aan de westzijde van de bestaande stal, waarbij het aantal
vleeskuikens wordt uitgebreid tot 150.000, evenals de aanleg van beplanting zoals
aangegeven in het opgestelde landschapsinpassingsplan.
Ten aanzien van het provinciaal ruimtelijk beleid, hebben wij in onze brief het
volgende overwogen.

"In het Provinciaal Omgevingsplan 2 wordt tussen niet-grondgebonden
veehouderijen en grondgebonden agrarische bedrijven geen onderscheid
gemaakt. Onder voorwaarden is uitbreiding van agrarische bedrijven toegestaan,
Deze voorwaarden zijn het respecteren van de historische gegroeide
landschapsstructuur, afstand houden tot ruimtelijke elementen, een goede
infrastructurele ontsluiting, zorgvuldige en evenwichtige ordening, maatvoering en
vormgeving van de gebouwen en een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
Ter voorbereiding op een nieuw Provinciaal Omgevingsplan hebben wij op 11
maart 2008 het POP-keuzedocument vastgesteld. Op 24 juni 2008 hebben wij het
Voorontwerp Provinciaal Omgevingsplan provincie Groningen en de Voorontwerp
Omgevingsverordening provincie Groningen vastgesteld. In het voorontwerp
omgevingsplan is het beleid met betrekking tot intensieve veehouderij gewijzigd, in
die zin dat uitbreiding van een neventak intensieve veehouderij alleen is
toegestaan in verband met dierenwelzijn en milieu. De doorwerking van dit beleid
vindt plaats door middel van de omgevingsverordening, waarin regels worden
gesteld ten aanzien van de inhoud van bestemmingsplannen.
Wij stellen vast dat het verzoek om bouwvergunning op 12 maart 2007 is
ingediend. Op basis daarvan zijn keukentafelgesprekken gevoerd op 14 en
28 februari 2008. Dit is vóórdat wij het POP-keuzedocument hebben vastgesteld
en bekendgemaakt. Ook onze brief van 5 december 2007, waarin wij hebben
ingestemd met de toepassing van de maatwerkbenadering, ligt vóór deze
bekendmaking. Tegen deze achtergrond zijn wij van mening dat de voorgenomen
bedrijfsuitbreiding getoetst dient te worden aan het geldende beleid in het POP 2.
Een ander standpunt zou tot het onbillijke resultaat leiden, dat op grond van ten
tijde van de aanvraag niet bij de aanvrager en Burgemeester en Wethouders
bekend zijnde omstandigheden, het verzoek zou moeten worden afgewezen".

Overigens zijn wij van mening dat de voorgenomen bedrijfsuitbreiding niet in strijd
is met het thans geldende Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 en de
Omgevingsverordening provincie Groningen 2009. Daartoe wijzen wij op het
volgende.

De heer Burema beschikt over een neventak intensieve veehouderij, waarin in feite
twee diersoorten worden gehouden, te weten 43.400 vleeskuiken en 354
vleeskalveren. Als beide bedrijfstakken afzonderlijk worden beschouwd, is het
aantal dieren ontoereikend om te kunnen spreken van een volwaardige intensieve
veehouderij als bedoeld in de Omgevingsverordening provincie Groningen 2009. In
de Omgevingsverordening is de norm voor de volwaardigheid van een bedrijf per
diersoort bepaald. Daarbij is de arbeidsinzet als uitgangspunt genomen. Tegen
deze achtergrond vinden wij het redelijk, om bij het bepalen van de volwaardigheid
c.q. arbeidsinzet rekening te houden met beide bedrijfstakken. In zoverre kan
worden gesteld dat de heer Burema beschikt over een volwaardige neventak
intensieve veehouderij.

Vraag 2:
Bent u bereid om de gemeente Loppersum te wijzen op de strijdigheid met de
omgevingsverordening teneinde de besluitvorming goed te laten verlopen en de
gemeente de bouwvergunning niet ten onrechte afgeeft? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Daartoe bestaat, gelet op de beantwoording van vraag 1, geen aanleiding.

Vraag 3:
Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat een megastal met 150.000 kippen
een bedreiging is voor de volksgezondheid, onder meer door antibiotica-resistentie
en luchtwegaandoeningen door fijnstof? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft aangekondigd het
antibioticagebruik in de veehouderij met 50% te willen terugdringen in 2013. In de
Taskforce Antibioticaresistentie Dierhouderij zijn door de landbouwsector
afspraken gemaakt over hiervoor te treffen maatregelen. In deze taskforce is ook
de vleeskuikensector vertegenwoordigd.
De Integrated Pollution Prevention and Control (IPPC) -richtlijn van de Europese
Unie is gericht op geïntegreerde preventie en bestrijding van milieuverontreiniging.
De IPPC-richtlijn verplicht de EU-lidstaten om emissies naar water, lucht en bodem
(inclusief maatregelen voor afvalstoffen) van grote milieuvervuilende bedrijven en
van intensieve veehouderijbedrijven te reguleren. Pluimveebedrijven met meer dan
40.000 dieren moeten aan deze richtlijn voldoen. De milieuvergunningverlening
voor deze bedrijven geschiedt door gemeenten. Zij moeten er voor zorgen dat de
stalsystemen die zijn opgenomen in de milieuvergunning voldoen aan de 'best
beschikbare technieken' (BBT). Bij de beoordeling hiervan speelt de
ammoniakemissie een belangrijke rol. Daarnaast worden hierbij ook ander
milieuaspecten betrokken, zoals geur, fijnstof, energie- en waterverbruik en
mest(opslag). Wij zijn van mening dat op deze wijze de risico's kunnen worden
beperkt.

Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Groningen

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen over Q-koorts en afschot van dieren

Lees verder

Mogelijke vervuiling van de ecologische zone op het Gideonterrein

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer