Schrif­te­lijke vragen inzake voortgang eiwit­tran­sitie


Indiendatum: feb. 2020

Betreft: Statenvragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Groningen aan het college van GS ex artikel 67 RvO betreffende voortgang eiwittransitie

Geacht College,

Op 13 maart 2019 nam Provinciale Staten een motie aan, waarin het College werd gevraagd te inventariseren welke mogelijkheden er in Groningen zijn om vaart te zetten achter de eiwittransitie, en op welke wijze aangepast of nieuw provinciaal beleid hieraan kan bijdragen.

Samenwerking tussen allerhande partijen om te komen tot een eiwittransitie wordt breder. Het Rijk is doende een ‘nationale eiwitstrategie’ op te stellen. In de ‘Green Protein Alliance’ (GPA) werken Rijksoverheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties samen. De GPA pleit onder andere voor een veel hogere investering in de eiwittransitie, omdat met het slagen van deze transitie de klimaatdoelen sneller behaald kunnen worden.

In november 2016 tekende Agrifirm met het ministerie van Economische Zaken en de provincies Groningen, Friesland en Drenthe de Green Deal Nederlandse soja, met het streven 10.000 ha. soja te verbouwen in de noordelijke provincies. Toch werd er in Groningen (in 2018) nog maar 25 ha. ‘nedersoja’ verbouwd. In andere provincies komen allerhande initiatieven van de grond, zoals FlevoVerseSoja in Flevoland, Zeeuwse soja, in Gelderland, Noord-Brabant en Limburg loopt een subsidieregeling voor soja en in Overijssel maakt de ‘De nieuwe melkboer’ naam. In Groningen wordt geëxperimenteerd met de veldboon, die beter zou groeien in de noordelijke omstandigheden dan de sojaboon.

In het ‘Besluit regeling POP3 subsidies provincie Groningen’ staat in artikel 1.13 f, als niet subsidiabele kosten genoemd ‘kosten voor de vervaardiging van producten die melk of zuivelproducten imiteren of vervangen’. Boeren/ondernemers die zich willen richten op vervaardiging van plantaardige zuivelproducten zoals plantaardige melk en kaas, kunnen dus géén aanspraak maken op POP3 subsidies.

De uitvoeringsregeling voor POP geldt uniform voor alle provincies, en is opgesteld door de gezamenlijke provincies op basis van het POP3-Nederland. Provincies kunnen volgens onze informatie zelf sturen met de hoogte van het subsidieplafond en de accenten in de selectiecriteria/subsidiecriteria
voor de projecten, en zich richten op bepaalde gebieden of sectoren. POP legt de nadruk op innovatie en wil jonge boeren stimuleren te vernieuwen.

Wij stellen u graag de volgende vragen:

  1. Kunt u aangeven wat de voortgang m.b.t. de uitvoering van de motie eiwittransitie? Kunt u hierin een onderscheid maken tussen de projecten die al liepen vanuit de Green Deal Nederlandse soja en eventuele nieuwe beleidsvoornemens of projecten?
  2. Waarom is artikel 1.13 f in de provinciale POP3 regeling opgenomen? Het is opvallend dat dit – inhoudelijke – artikel nogal plompverloren tussen de andere – administratief/juridische – artikelen lijkt te zijn gesmeten. Sinds wanneer is dit artikel van kracht? Kunt u zo goed mogelijk aangeven vanuit welke motieven de uitsluiting is opgenomen? Welke argumenten zijn daarbij precies gebruikt en door wie?
  3. Is het mogelijk om bovengenoemd artikel te schrappen, zodat productie van plantaardige zuivelalternatieven niet langer worden uitgesloten van deze vorm van subsidie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
  4. Bent u bereid in overleg te treden met andere provinciebesturen en het Rijk om de genoemde discriminerende voorwaarde onder de aandacht te brengen, en aan te sturen op schrappen van dit artikel? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
  5. Zijn er sinds de openstelling van het besluit aanvragen uit Groningen afgewezen op basis van bovengenoemd artikel? Zo ja, welke? Bent u bereid aanvragers die te maken kregen met een afwijzing op basis van dit artikel alsnog financieel tegemoet te komen, wanneer hun aanvraag aan alle verdere criteria voldoet?
  6. Zijn er nog meer land- en akkerbouwsectoren categorisch uitgesloten van de provinciale toekenning van POP3 subsidies, zelfs wanneer ze een bijdrage leveren aan de doelstellingen van het programma? Zo ja, welke?
  7. Kunt u aangeven welk deel (%) van de provinciale POP 3 subsidies ten goede komen aan initiatieven in de veehouderij en welk deel aan initiatieven die gericht zijn op de transitie naar een meer plantaardige samenleving?
  8. De provincie Groningen wil zich inzetten voor circulaire economie, aanpak van klimaatverandering, innovatiekracht, versterking van biodiversiteit en kringlooplandbouw. Erkent GS dat er vanuit de markt een toenemende vraag is naar de ontwikkeling van plantaardige eiwitten in de voedselvoorziening? Erkent GS dat productie van plantaardige eiwitten veel efficiënter en duurzamer is dan productie van dierlijke eiwitten? Zo is plantaardig ‘melk’ vele malen duurzamer (o.a. inzake broeikasgasemissies, land- en watergebruik) dan dierlijk melk. Onderschrijft u het feit dat regionale productie van plantaardige eiwitten een ultieme vorm van toekomstbestendige plattelandsontwikkeling is, die zowel bijdraagt aan ontwikkeling van regionale voedselketens als het behalen van klimaat- als biodiversiteitsdoelstellingen? Zo nee, waarom niet? Indien ja, vindt u dat uw beleid op dit moment voldoende in pas loopt met bovengenoemde feiten en ontwikkelingen, en kunt u dit toelichten?
  9. Bent u bereid om: a. een subsidieregeling te initiëren die wél financiering mogelijk maakt voor ondernemers die willen starten met of overstappen op productie van voedselgewassen ter vervanging van zuivel en vlees? Zo ja, op welke termijn? b. in brede zin meer middelen vrij te maken voor facilitering van de eiwittransitie, mede gezien de bijdrage die daarmee wordt geleverd aan het behalen van de klimaatdoelstellingen?
  10. Wat zijn de resultaten tot nu toe van de Green Deal Nederlandse soja in onze provincie, en welke verwachtingen zijn er voor de toekomst?
  11. Gewassen als soja, veldbonen, lupine e.d. zijn stikstofbindende planten, en kunnen hiermee bijdragen aan het verminderen van kunstmestgebruik en een natuurlijke, vruchtbare bodem. Daarnaast zijn ze aantrekkelijk voor allerlei insecten waardoor de soortenrijkdom rond de velden kan toenemen. Ziet u kansen om binnen de beleidsvoornemens voor natuurinclusieve landbouw de teelt van deze gewassen te ondersteunen, en zo ja, op welke wijze?
  12. Is de provincie Groningen op enigerlei wijze betrokken bij de ontwikkeling van de nationale eiwitstrategie of de Green Protein Alliance? Zo nee, waarom niet, en zijn er wel plannen in die richting?

Met vriendelijke groet,

Ankie Voerman

Partij voor de Dieren

Indiendatum: feb. 2020
Antwoorddatum: 17 mrt. 2020

U kunt de antwoorden hier inzien.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake ontheffing doden dieren GAE

Lees verder

Technische vragen inzake bomenkap en -aanplant N360

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer