Schriftelijke vragen betreffende vergassen van ganzen
Indiendatum: jun. 2015
Groningen, 12 juni 2015
Statenvragen van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten op grond van ex artikel 46 RvO betreffende het vergassen van ganzen
Geacht college,
De Europese Commissie geeft vanaf 1 juni 2015 toestemming aan de provincies om ganzen te doden door middel van vergassing.[i]
Ook uw college heeft aangegeven vergassen van ganzen toe te staan, indien een aanvraag hiervoor binnenkomt. Dat zal dan mogelijk voor het eerst in 2016 plaatsvinden.
Op de site van de Provincie Groningen wordt de visie van de Partij voor de Dieren bevestigd, namelijk dat het afschieten en vergassen van ganzen zinloos is. "Massaal afschieten of vergassen is niet ons antwoord. Al was het maar omdat de populaties zich daarna snel herstellen." [ii]
Een onderzoek van Sovon bevestigt het te verwachten resultaat: een snel herstel van de populatie bij afschot of vergassing. Zij raadt alternatieve methodes aan. [iii]
De dierenbescherming ziet het vergassen van ganzen als een "lang lijden, voordat ze uiteindelijk sterven" [iv]
Wij stellen u daarom de volgende vragen:
1. Huldigt uw college nog steeds het standpunt om, indien daar een aanvraag voor binnenkomt, ganzen in de periode van de rui te laten vangen en doden door middel van vergassing met CO²? Heeft u het voornemen om deze vorm van doding toe te staan vanaf het voorjaar van 2016?
2. Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de opmerking op de site van de Provincie Groningen: “Massaal afschieten of vergassen is niet ons antwoord. Al was het maar omdat de populaties zich daarna snel herstellen." [v] ?
3. Bent u het met de dierenbescherming eens dat de vergassing van ganzen een lang lijden tot gevolg heeft? Zo ja, hoe rechtvaardigt u uw keuze hiervoor? Zo niet, kunt u dat toelichten?
4. Het draagvlak voor het vergassen van ganzen lijkt bij de Groningse bevolking klein. Bij een poll van het Dagblad van het Noorden, waaraan ruim 1300 Groningers meededen, noemde bijna drie kwart van hen de vergassing van ganzen "beestachtig".[vi] Dit college zegt te luisteren naar haar bevolking. Vindt u draagvlak bij de bevolking ook hier belangrijk en zo ja, wat gaat u daarmee doen? Zo nee, waarom niet?
5. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat ganzen vaak afkomen op het eiwitrijke raaigras in onze provincie. Erkent u dat de combinatie van natte natuur en raaigras voor ganzen zeer aantrekkelijk is en de reden van hun hoge aantallen? Bent u bereid om het probleem meer bij de bron aan te pakken, namelijk. het verminderen van voor ganzen aantrekkelijke graslanden? Zo ja, op welke wijze?
6. Het toenemen van de melkveestapel in onze provincie zou kunnen leiden tot een toename van raaigras landerijen en dus weer meer ganzen aantrekken. Erkent u deze oorzaak-gevolg relatie en welke consequenties trekt u hieruit?
7. In september 2012 is door de Provincie Groningen in het natuurgebied Tetjehorn bij Overschild een experiment gestart om de overlast van ganzen in landbouw- en natuurgebieden op een diervriendelijke manier aan te pakken.[vii] Door onderzoeker Sovon is in het rapport[viii] aangegeven dat er meer tijd nodig is om dit onderzoek met wat aanvullende maatregelen op de juiste wijze af te ronden. Heeft de provincie die tijd aan Sovon gegund? Zo ja, wat was het resultaat en wat waren de aanbevelingen van Sovon? Zo nee, waarom niet en bent u bereid dit alsnog te doen?
8. Mocht u alsnog besluiten tot het toestaan van het vergassen van ganzen, wie betaalt daarvoor dan de kosten? Als de provincie dit moet betalen, uit welk budget moet dat worden betaald?
9. Heeft u gehoord van de zogenaamde nekkenbreker voor ganzen, een apparaat dat onder andere in de provincie Gelderland wordt gebruikt[ix] ? Bent u van plan om dit voorwerp toe te staan voor het doden van ganzen in onze provincie?
10. Omdat de ganzenpopulatie als een groeiend probleem wordt ervaren, zou het in leven houden van haar natuurlijke vijanden des te belangrijker geacht moeten worden. In de lente editie van Golden Raand, een kwartaalblad van het Groninger Landschap, stelt Kees Koffijberg van Sovon Vogelonderzoek Nederland dat ganzenpopulaties zich stabiliseren, onder andere omdat op een bepaald moment alle veilige broedplekken bezet zijn. Waar predatiedruk hoog is, maken ganzen weinig kans, aldus Koffijberg (blz. 13). Op blz. 7 vinden we in deze Golden Raand dat bij de Lettelberterpetten vossen alle twintig nesten hebben opgeruimd. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het tegelijkertijd bejagen van vossen en ganzen ineffectief is en te denken geeft over onderliggende motieven?
11. Kunt u ons een overzicht geven van het aantal ganzen in onze provincie? Kunt u ons laten zien wat de groei is van de populatie over de afgelopen tien jaar en wat de resultaten zijn van het beheer tot nu toe? Kunt u ons vertellen hoeveel schade veroorzaakt door ganzen er is geclaimd over de afgelopen tien jaar? Kunt u ons dat doen toekomen als overzicht per jaar? Kunt u aangeven waar, hoeveel en welke soort ganzen zijn gedood in de afgelopen periode sinds het ingaan van het ganzenakkoord(oktober tot heden) ?
Met vriendelijke groet,
Ankie Voerman Kirsten de Wrede
Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren
[i] http://www.europadecentraal.nl/commissie-geeft-toestemming-voor-het-vergassen-van-ganzen/
[ii] http://www.provinciegroningen.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/_nieuws/toon/Item/diervriendelijk-experiment-voor-natuurlijk-evenwicht-ganzen/
[iii] https://www.sovon.nl/nl/publicaties/beheer-van-zomerganzen-de-provincie-utrecht
[iv] https://www.dierenbescherming.nl/wat-wij-doen/actueel/nieuws/nieuws-overzicht/dierenbescherming-pleit-voor-alternatieven-vergassing-ganzen
[v] http://www.provinciegroningen.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/_nieuws/toon/Item/diervriendelijk-experiment-voor-natuurlijk-evenwicht-ganzen/
[vi]
[vii] http://www.provinciegroningen.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/_nieuws/toon/Item/diervriendelijk-experiment-voor-natuurlijk-evenwicht-ganzen/
[viii] https://www.sovon.nl/sites/default/files/doc/Rap_2013-70_Tetjehorn.pdf
[ix] http://www.omroepgelderland.nl/nieuws/2093433/Geen-pottenkijkers-bij-nekken-breken-van-ganzen
Indiendatum:
jun. 2015
Antwoorddatum: 7 sep. 2015
Geachte mevrouw Voerman en De Wrede,
Op 12 juni jl. heeft u ons een aantal schriftelijke vragen gesteld over het vergassen van ganzen. Hierbij beantwoorden wij uw vragen, waarbij wij opmerken dat uw omvangrijke laatste vraag bestaat uit acht deelvragen, die wij zorgvuldig willen beantwoorden. Dat vergt tijd, zeker nu het zomerreces nadert. Daarom zullen wij uw het antwoord op deze vraag eind augustus toesturen.
Vraag 1. Huldigt uw college nog steeds het standpunt om, indien daar een aanvraag voor binnenkomt, ganzen in de periode van de rui te laten vangen en doden door middel van vergassing met CO2? Heeft u het voornemen om deze vorm van doding toe te staan vanaf het voorjaar van 2016?
En vraag 2. Zo Ja, hoe verhoudt zich dat tot de opmerking op de site van de Provincie Groningen: "Massaal afschieten of vergassen is niet ons antwoord. Al was het maar omdat de populaties zich daarna snel herstellen."?
Antwoord vragen 1 en 2: De aanpak van de ganzenproblematiek bestaat uit een combinatie van diverse maatregelen. Indien blijkt dat het vergassen van ganzen hier een substantiële bijdrage aan kan leveren, zijn wij voornemens om op basis van een aanvraag een ontheffing te verlenen. Dit zou op z'n vroegst in de ruiperiode van 2016 mogelijk zijn. Het toepassen van CO2 als dodingsmiddel is maatwerk en heeft volgens ons geen massaal karakter.
Vraag 3. Bent u het met de dierenbescherming eens dat de vergassing van ganzen een lang lijden tot gevolg heeft? Zo Ja, hoe rechtvaardigt u uw keuze hiervoor? Zo niet, kunt u dat toelichten?
Antwoord: Het vergassen van ganzen gebeurt door gecertificeerde bedrijven. CO2 is een effectief dodingsmiddel dat snel werkzaam is. Als het bijeen drijven van de ganzen zorgvuldig wordt gedaan wordt onnodig lijden tot het minimum beperkt.
Vraag 4. Het draagvlak voor het vergassen van ganzen lijkt bij de Groningse bevolking klein. Bij een poll van het Dagblad van het Noorden, waaraan ruim 1300 Groningers meededen, noemde bijna drie kwart van hen de vergassing van ganzen "beestachtig". Dit college zegt te luisteren naar haar bevolking. Vindt u draagvlak bij de bevolking ook hier belangrijk en zo ja, wat gaat u daarmee doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Draagvlak vinden wij belangrijk. Daarom hebben wij veel energie gestoken om met verschillende belangenpartijen, uiteenlopend van boeren- en natuurorganisaties, tot een akkoord te komen hoe wij de komende jaren de ganzenproblematiek aanpakken. Het Groninger ganzenakkoord, waarmee ook uw Provinciale Staten hebben ingestemd, is daarvan het resultaat. Daardoor hebben de afspraken in dit akkoord volgens ons voldoende draagvlak.
Vraag 5. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat ganzen vaak afkomen op het eiwitrijke raaigras in onze provincie. Erkent u dat de combinatie van natte natuur en raaigras voor ganzen zeer aantrekkelijk is en de reden van hun hoge aantallen? Bent u bereid om het probleem meer bij de bron aan te pakken, namelijk, het verminderen van voor ganzen aantrekkelijke graslanden? Zo Ja, op welke wijze?
Antwoord: Natte natuurgebieden in combinatie met raaigras hebben een grote aantrekkingskracht op ganzen. Het verminderen van voor ganzen aantrekkelijk grasland zou kunnen bijdragen aan het terugdringen van de schade. Op locaties waar dit aan de orde is, verwachten wij een actieve houding van de agrarische sector.
Vraag 6. Het toenemen van de melkveestapel in onze provincie zou kunnen leiden tot een toename van raaigras landerijen en dus weer meer ganzen aantrekken. Erkent u deze oorzaak-gevolg relatie en welke consequenties trekt u hieruit?
Antwoord: Een toename aan raaigraslanderijen is inderdaad mogelijk als gevolg van de toenemende melkveestapel. Of hiermee ook meer ganzen aangetrokken worden, hangt van veel factoren af, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van natte natuurgebieden. Als dit tot problemen leidt ligt volgens ons een deel van de verantwoordelijkheid van het probleem bij de sector zelf. Zeker als het gaat om nieuwe raaigraspercelen, waarbij op voorhand al te voorzien is dat er mogelijk problemen ontstaan met ganzen.
Vraag 7. In september 2012 is door de Provincie Groningen in het natuurgebied Tetjehorn bij Overschild een experiment gestart om de overlast van ganzen in landbouw- en natuurgebieden op een diervriendelijke manier aan te pakken. Door onderzoeker Sovon is in het rapport aangegeven dat er meer tijd nodig is om dit onderzoek met wat aanvullende maatregelen op de juiste wijze af te ronden. Heeft de provincie die tijd aan Sovon gegund? Zo ja, wat was het resultaat en wat waren de aanbevelingen van Sovon? Zo nee, waarom niet en bent u bereid dit alsnog te doen?
Antwoord: Sovon Nederland heeft in totaal twee jaren onderzoek gedaan. De eindrapportage verwachten wij één dezer dagen. Het rapport is openbaar, zodra wij dit in ons bezit hebben zullen wij u het rapport per e-mail toezenden.
Vraag 8. Mocht u alsnog besluiten tot het toestaan van het vergassen van ganzen, wie betaalt daarvoor dan de kosten? Als de provincie dit moet betalen, uit welk budget moet dat worden betaald?
Antwoord: De uitvoeringskosten van het Groninger ganzenakkoord worden gedragen door de partijen. Bij maatregelen die een substantiële bijdrage leveren
aan het reduceren van landbouwschade is het legitiem om deze kosten te betalen uit het provinciaal budget faunaschade.
Vraag 9. Heeft u gehoord van de zogenaamde nekkenbreker voor ganzen, een apparaat dat onder andere in de provincie Gelderland wordt gebruikt? Bent u van plan om dit voorwerp toe te staan voor het doden van ganzen in onze provincie?
Antwoord: Deze methode is ons bekend, Indien deze methode juridisch is toegestaan en onnodig lijden van ganzen niet aan de orde is, kan het middel mogelijk ook in Groningen worden ingezet. Maar tot op heden zijn er geen concrete plannen om het daadwerkelijk in Groningen in te zetten.
Vraag 10. Omdat de ganzenpopulatie als een groeiend probleem wordt ervaren, zou het in leven houden van haar natuurlijke vijanden des te belangrijker geacht moeten worden. In de lente editie van Golden Raand, een kwartaalblad van het Groninger Landschap, stelt Kees Koffijberg van Sovon Vogelonderzoek Nederland dat ganzenpopulaties zich stabiliseren, onder andere omdat op een bepaald moment alle veilige broedplekken bezet zijn. Waar predatiedruk hoog is, maken ganzen weinig kans, aldus Koffijberg (blz. 13). Op blz. 7 vinden we in deze Golden Raand dat bij de Lettelberterpetten vossen alle twintig nesten hebben opgeruimd. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het tegelijkertijd bejagen van vossen en ganzen ineffectief is en te denken geeft over onderliggende motieven?
Antwoord: 10. Predatie kan inderdaad bijdragen aan het stabiliseren van de ganzenpopulatie. Maar het is sterk afhankelijk van de situatie. Want het is voor predatoren, bijvoorbeeld vanwege natuurlijke barrières, niet in alle gebieden mogelijk om ganzen te prederen. Overigens, dierlijke vijanden van ganzen jagen lang niet alleen op ganzen. Daardoor kan enige vorm van beheer op vossen nodig zijn.
Vraag 11. Kunt u ons een overzicht geven van het aantal ganzen in onze provincie? Kunt u ons laten zien wat de groei is van de populatie over de afgelopen tien jaar en wat de resultaten zijn van het beheer tot nu toe? Kunt u ons vertellen hoeveel schade veroorzaakt door ganzen er is geclaimd over de afgelopen tien jaar? Kunt u ons dat doen toekomen als overzicht per jaar? Kunt u aangeven waar, hoeveel en welke soort ganzen zijn gedood in de afgelopen periode sinds het ingaan van het ganzenakkoord (oktober tot heden)?
Antwoord: Uw omvangrijke laatste vraag bestaat uit acht deelvragen, die wij zorgvuldig willen beantwoorden. Dat vergt tijd, zeker nu het zomerreces nadert. Daarom zullen wij uw het antwoord op deze vraag eind augustus toesturen.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Groningen.
- - -
Geachte mevrouw Voerman en mevrouw De Wrede,
Bij brief van 12 juni 2015 stelde u schriftelijke vragen aangaande het vergassen van ganzen. Wij hebben bij brief van 30 juni 2015 uw vragen beantwoord met uitzondering van vraag 11. Zoals afgesproken ontvangt u hierbij de beantwoording op deze vraag. Het antwoord heeft met name betrekking op ganzen die in de zomer in Groningen voorkomen omdat uw vragen betrekking hadden op het vergassen van ganzen. Indien u tevens meer informatie wenst over trekganzen dan kunt u zich richten tot de behandeld ambtenaar.
Vraag 11. Kunt u ons een overzicht geven van het aantal ganzen in onze provincie? Kunt u ons laten zien wat de groei is van de populatie over de afgelopen tien jaar en wat de resultaten zijn van het beheer tot nu toe? Kunt u ons vertellen hoeveel schade veroorzaakt door ganzen er is geclaimd over de afgelopen tien jaar? Kunt u ons dat doen toekomen als overzicht per jaar? Kunt u aangeven waar, hoeveel en welke soort ganzen zijn gedood in de afgelopen periode sinds het ingaan van het ganzenakkoord (oktober tot heden)?
Antwoord: Het aantal ganzen dat in onze provincie voorkomt varieert sterk. In figuur 1 en 2 (zie de bijlage) zijn de aantallen grauwe ganzen en kolganzen in onze provincies in een grafiek weergegeven. Daarnaast zijn er in de winterperiode nog enkele tienduizenden brandganzen in onze provincie. In de zomer is het aantal brandganzen slechts enkele tientallen. In figuur 3 is te zien hoe de populatie broedende grauwe ganzen zich heeft ontwikkeld vanaf 2004. Te zien is dat het aantal broedparen grauwe ganzen fors is toegenomen.
Het beheer van jaarrond verblijvende ganzen is in Groningen zeer gering geweest. Dit is ook terug te zien in figuur 4 waaruit blijkt dat afschot van ganzen in de zomer tot op heden minimaal is geweest. De zomer van 2015 is de eerste zomer waarin het beheer op de nieuwe wijze wordt uitgevoerd zoals afgesproken in het Groninger ganzenakkoord.
De schade verschilt door de jaren heen (figuren 5. en 6.). De afgelopen jaren lijkt de schade niet veel toe te nemen. Wel zien wij dat het aantal zomerganzen toe neemt. Op langer termijn venwactiten wij dan ook een toename in de schade. Daarom zijn er binnen het kader van het Groninger ganzenakkoord nieuwe afspraken gemaakt over het beheer van onze jaarrond verblijvende ganzen.
Op 15 december 2014 hebben wij een nieuwe ontheffing aan de Faunabeheereenheid afgegeven. Het is voor ons daardoor niet mogelijk om de gegevens voor de periode oktober tot heden te leveren. Daarom hieronder enige informatie over de periode 15 december 2014 tot heden. In deze periode zijn er 1176 ganzen geschoten, 741 grauwe ganzen, 231 kolganzen en 204 brandganzen. De meeste ganzen zijn geschoten in gebieden op de lijn Groningen-Schildmeer-Dollard. Daarnaast heeft er afschot plaats gevonden in de omgeving van het Lauwersmeer.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Groningen
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen graslandherstel en weide- en akkervogels
Lees verderVragen betreffende botulisme door ganzenjacht
Lees verder