Landbouwagenda 2008-2011
Uit de Statencommissie Economie en Mobiliteit
17 april 2008
Onderwerp: de Landbouwagenda 2008-2011
Te lezen valt dat de landbouwagenda is gebaseerd op het vigerend beleid uit 2002. Wat de Partij voor de Dieren betreft, is het tijd om hier nog eens kritisch naar te kijken.
In algemene zin valt op dat in de nota weinig concrete voorbeelden worden genoemd. Er worden veel projecten aangegeven die de komende jaren worden gestart en de vraag is of het College zicht heeft op welke projecten dat zoal zijn. Zijn ze haalbaar? Hoe groot is nu de kans dat de projecten die worden voorgesteld, gerealiseerd zullen worden?
Structuurverbetering en grootschaligheid. Er wordt gesteld dat schaalvergroting nodig is om ontwikkelingen in de marktsituatie te kunnen pareren. De Partij voor de Dieren deelt deze conclusie niet. Met name de schaalvergroting in de veehouderij heeft geleid tot een groot aantal problemen: het gebruik van meer antibiotica, een groter risico op resistente bacteriën die zich beter kunnen handhaven in grote groepen dieren, een hogere milieubelasting, de aantasting van het landschap en uiteindelijk ook een slechter dierenwelzijn. Een laatste maar niet minder belangrijk punt: het leidt tot minder werkgelegenheid in de agrarische sector.
Wat de Partij voor de Dieren betreft kan alleen onderlinge solidariteit tussen boerengezinsbedrijven, burgers en buitenlui de redding betekenen voor een sector die per jaar 5% van zijn boeren verliest. Een open blik naar de samenleving is verstandiger dan te lonken naar de liberale wereldmarkt en te pleiten voor schaalvergroting.
In tegenstelling tot wat wel wordt beweerd, leidt grootschaligheid niet tot minder milieubelasting. Er zijn recent verschillende rapporten gepubliceerd waaruit blijkt dat de milieuvervuiling in situaties waar wel kansen zijn om door schaalvergroting gereduceerd te worden, juist niet wordt aangepakt.
Juist de sector van de veehouderij levert een grote bijdrage aan de klimaatverandering en wel groter dan alle huishoudens, verkeer en vervoer bij elkaar.
Als je grootschaligheid vergelijkt met de kleinschaligheid van vroeger, zou je inderdaad kunnen zeggen dat buitenlopende dieren slechter zijn voor het milieu dan dieren die binnen worden opgesloten. Dat is wellicht waar, maar dat neemt niet weg dat voor de huidige hoeveelheid dieren die qua aantal vele malen zijn toegenomen sinds 1900 een groot beslag wordt gelegd op de landbouwgronden en natuurgronden elders in de wereld.
Ik zou graag van het College willen weten aan welke projecten worden gedacht als gesproken wordt van het gericht ondersteunen van schaalvergroting.
De visserij. Er wordt aangegeven dat drie projecten in drie verschillende vissersdorpen worden gestart op het gebied van de duurzame visserij. Mijn vraag is wat het College hier precies onder verstaat. De Partij voor de Dieren zou graag de toezegging van Gedeputeerde Staten willen horen dat duurzaamheid niet alleen in economische en sociale zin wordt opgevat, maar dat ook de omgeving daarbij wordt betrokken. Wat de Partij voor de Dieren betreft houdt dat onder meer in dat er geen ondersteuning komt voor vangstmethoden waarbij niet alleen vissen, maar ook vogels en/of zeezoogdieren slachtoffer worden.
Klimaat en energie. Aangeven wordt dat aanpassingen aan de klimaatverandering worden ondersteund en dat de provincie de vermindering van CO2-uitstoot wil tegengaan door de opwekking van groene energie. In het kader van de discussie over het keuzedocument POP is uitvoerig gesproken over de bijdrage van de veehouderij aan de klimaatverandering. In dit kader zou de Partij voor de Dieren graag willen weten of het College het met haar eens is dat niet alle vormen van biomassavergisting duurzaam zijn. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan restproducten van de intensieve veehouderij, zoals slachtafval, mest en gewassen die zowel voor mens als dier eetbaar zijn. Ik acht het nogal dubieus en niet erg duurzaam dat restproducten van een sector die 18% van de klimaatverandering voor haar rekening neemt, worden vergist ten einde de CO2- productie te reduceren. De Partij voor de Dieren zou liever zien dat die sector eens wordt aangepakt en dat het beruchte K-woord, dat wil zeggen ‘krimp’, ook op de sector van de veehouderij wordt toegepast. Allemaal een biefstukje per week laten staan heeft meer resultaat dan het openbaar vervoer op biogas laten rijden.
Biologische Landbouw. Het collegeprogramma praat over accentverschuivingen in de richting van maatschappelijk verantwoorde en biologische landbouw, gericht op het bieden van kansen aan de agrarische sector die nodig zijn in de toekomst. De Partij voor de Dieren vindt het jammer dat het College de agrarische sector gericht stuurt en ondersteunt in de richting van schaalvergroting en dat terwijl de biologische landbouw in de landbouwagenda de rug wordt toegekeerd en het College dit wil overlaten aan marktwerking. Ik hoor hier graag een reactie op. Het idee dat de provincie schaalvergroting van niet duurzame landbouw stimuleert in plaats van "slechts" faciliteert, is ingegeven door gebruikte terminologie als ‘gericht ondersteunen’, maar door ook woorden als ‘sturen’, en dit in tegenstelling tot de terminologie die met betrekking tot de biologische sector wordt gebruikt, te weten ‘marktwerking’ en ‘verzelfstandiging’. Dat is dus een groot verschil.
tweede termijn
Ik heb nog geen antwoord gehad op mijn vraag over ‘duurzame visserij’. Ook wil ik graag een nadere toelichting ten aanzien van het punt over ‘duurzame biomassa’. Zeker daar ook recent in de Tweede Kamer de motie Jansen is aangenomen, die stelt dat biomassa alleen gestimuleerd mag worden als het voldoet aan de duurzaamheidcriteria. Dat houdt onder meer in dat een eerste generatie stoffen biomassa niet gesubsidieerd mag worden en dat ook de restproducten van de bio-industrie ter discussie staan.
Interessant voor jou
Principeakkoord Zuiderzeelijngelden
Lees verderAquaduct bij Noordhorn
Lees verder