Bijdrage wijziging Provinciale Verordening
Voorzitter,
Voor mij ligt een Statenvoorstel waarin gezegd wordt dat de Omgevingsverordening in de provincie Groningen toe is aan een eerste wijzigingen, waarbij het voornamelijk om juridische en tekstuele aanpassingen zou gaan.
Echter, schijn bedriegt. Een deel van voorgestelde wijzigingen zijn niet beleidsluw, dat blijkt ook uit de ingediende zienswijzen.
Eigenlijk zou mijn korte antwoord op dit Statenvoorstel dan ook zijn dat wij hier niet uitsluitend ja of nee op willen zeggen, en misschien helemaal geen besluit over moeten nemen nu, met een demissionair College.
Maar ik ben u ook een iets langer antwoord verschuldigd.
We zijn blij met de wijzigingen of aanscherpingen t.a.v. verzuringsgevoeldige gebieden, grondwaterbeschermingszones, en het kappen van houtopstanden, alsmede de opname van de zonneladder.
Er zijn echter ook twee wijzigingen die ons zorgen baren. Te beginnen met de invoeging van het nieuwe artikel1.3, waarin GS ontheffing kan verlenen op een instructieregel. De omgevingswet biedt deze mogelijkheid, tot zover niks aan de hand.
Een instructieregel is een zeer belangrijk instrument van de Omgevingswet waarmee een hogere overheid een lagere overheid kan sturen. Deze zijn niet voor niks opgenomen in de Verordening. Met de toevoeging van dit nieuwe artikel kunnen gemeenten en waterschappen een ontheffing krijgen om af te wijken van een provinciale instructieregel. De ontheffing is bedoeld voor specifieke situaties, incidentele gevallen, waarbij een afweging moet worden gemaakt tussen provinciale belangen en ontwikkelingen die een gemeente of waterschap graag wil. Dit artikel kan ons inziens worden gebruikt om voor milieu, natuur en dierenwelzijn nadelige ontwikkelingen mogelijk te maken.
Er zou tenminste een aanvulling op dit artikel moeten worden toegevoegd, waarin staat dat GS alleen ontheffing kunnen verlenen als deze berust op een uitgebreide en feitelijke onderbouwing, en dat GS de Staten meteen op de hoogte stellen van een ontheffingsbesluit en de onderbouwing hiervan. Graag een reactie van de gedeputeerde, is hij bereid te bekijken hoe het artikel kan worden aangepast of kan hij een bepaalde toezegging doen?
Wij krijgen de indruk dat de staten met dit Statenvoorstel ook een deel van hun mandaat verliezen. Er kan door GS makkelijker over potentieel belangrijke ruimtelijke ontwikkelingen worden besloten zonder dat de Staten hierin worden gekend, zonder ruggenspraak. Onze fractie vindt dit onwenselijk, met een College dat landbouw boven natuur, en economie boven ecologie verheft.
Ten tweede de actualisatie van het Groninger Verdienmodel die met deze wijziging geborgd wordt. Zoals u weet is het GVM tot stand gekomen op basis van een convenant, tussen de NMFG, LTO en de provincie. De NMFG kan, met valide redenen, niet instemmen met de actualisatie van het GVM, tóch drukt het College deze er nu door. Dat vinden wij een ernstige zaak. De provincie verbreekt moedwillig een convenant en acteert zonder consensus. Dit is geen manier om met partners om te gaan. Graag een reactie van de gedeputeerde!
De Partij voor de Dieren kan alleen al omwille van de validatie van het GVM niet instemmen met dit Statenvoorstel. Eerst laat met het GVM 10 jaar op zijn beloop, terwijl de ontwikkelingen in het landelijk gebied niet stil hebben gestaan. Van de beloofde jaarlijkse evaluatie was geen sprake, het GVM is géén énkele keer tussentijds geevalueerd. Dan komt er een aanvraag voor een uitbreiding melkveehouderij, en ineens wordt de boel geactualiseerd. Op een zeer onlogisch moment. Waarom is niet gekozen voor wachten op d op de algehele herziening van de Omgevingsverordening en/of het moment waarop er meer duidelijkheid is over de te volgen koers voor de TLG. En het betreft ook nog een aanpassing die zich nauwelijks rekenschap geeft van de inmiddels breed erkende roep om extensivering en meer grondgebondenheid.
Graag een reactie van de gedeputeerde.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Statenvergadering inpassingsplan windmolenpark Eemshaven-West
Lees verderBijdrage Najaarsmonitor en Begroting 2025
Lees verder