Bijdrage Start­no­titie Strategie overige veen­gronden


1 februari 2023

Voorzitter,

In het kader van de Regionale Veenweidestrategie staat Groningen voor de opgave om een CO2-reductie te realiseren van 50 à 80 kiloton CO2 op jaarbasis. In de voorliggende Startnotitie staat, dat het college wil onderzoeken hoeveel CO2-reductie er in de overige veengronden mogelijk is zodat de CO2-opgave voor de veenweidegebieden kan worden afgezwakt.

Telkens weer blijkt, dat het formuleren van ambitieuze CO2-reductiedoelen heel wat makkelijker is dan om ze (deels) te halen. Volgens onze fractie is het dan ook principieel verkeerd om bij voorbaat al de opgave voor de veenweidegebieden af te zwakken. Graag de reactie van de gedeputeerde hierop.

Het probleem van veenoxidatie is in de kern een kwestie van ‘eigen schuld, dikke bult’. De waterhuishouding is helemaal ingericht op het zo snel afvoeren van zogenaamd overtollig water naar de zee. Met alle problemen vandien, zoals de veenoxidatie. Er is dus maar één echte fundamentele oplossing voor de problematiek van veenoxidatie, namelijk het maximaal vasthouden van gebiedseigen water en dus het verhogen van het waterpeil. Ook bij de Regionale Veenweide Strategie in PS hebben wij hier heel nadrukkelijk op gewezen. Ons pleidooi sluit naadloos aan bij de conclusie in het rapport van de Wageningen University & Research (WUR), ik citeer: ‘De voornaamste maatregel om veenoxidatie te remmen, is het vernatten van de veenbodem … wat een forse verhoging vergt van de slootpeilen en een fors kleinere drooglegging’. Hoe denkt de gedeputeerde dit te integreren in de strategie?

Eén van de problemen is, dat veenoxidatie funderingsschade kan veroorzaken al dan niet in combinatie met andere oorzaken van bodemdaling. In de stukken valt te lezen, dat ‘eventuele funderingsschade zal worden aangevlogen vanuit de versterkingsoperatie’. Vragen:

Zijn er gebieden in Groningen waar sprake is van veenoxidatie én bodemdaling door zoutwinning? Zo nee, is dit goed onderzocht en waaruit blijkt dit?

Of zo ja, waarom wordt in de Startnotitie met geen woord gerept over de samenhang tussen bodemdaling door veenoxidatie en zoutwinning?

Kan het college inwoners die hierdoor te maken hebben of krijgen met funderingsschade de zekerheid bieden dat deze schade ruimhartig zal worden vergoed (óók als het IMG weigert om hiervoor op te draaien)?

Tot slot, voorzitter, over de planning. De uitvoering van de voorliggende strategie zal onderdeel (moeten) worden van het integrale Gebiedsplan van de provincie in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). In de Startnotitie wordt derhalve de wens uitgesproken, dat de Strategie Overige Veengronden input levert voor de veenopgave binnen het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Maar, het streven is om de SOV eind 2024 vast te stellen.

Is dit op tijd voor de voorbereiding en vaststelling van het Gebiedsprogramma landelijk gebied en daarmee voor de uitvoering van de Transitie Landelijk Gebied? Hoe ziet de planning van dit alles er concreet uit ?

Interessant voor jou

Bijdrage Startnotitie Transitie Programma Landelijk Gebied

Lees verder

Bijdrag evaluatie ganzenakkoord 2014 - 2022 en vaststelling nieuw ganzenakkoord

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer