Bijdrage Provin­ciale jaar­stukken 2021


22 juni 2022

Voorzitter,

Het college schrijft in de voordracht tot vaststelling van de Jaarstukken, dat het vorig jaar ondanks de corona- en stikstofcrisis is gelukt om maar liefst 69% van de beoogde resultaten te halen. Hiermee geeft college zichzelf dus een ruime voldoende voor 2021. ‘Het kon minder’ zou een rechtgeaarde Groninger zeggen. Onze fractie zou wat graag hebben gezien, dat deze gevleugelde uitspraak óók zou opgaan voor de beleidsterreinen natuur, water en milieu. Maar helaas, bij nadere lezing van de stukken blijkt dit nogal tegen te vallen. Voor deze beleidsterreinen zou je beter kunnen zeggen: ‘Het kan en moet veel beter’.

Zoals onze fractie al vaker naar voren heeft gebracht, zijn er voor deze beleidsterreinen nauwelijks indicatoren vastgelegd die concreet aangeven hoe het is gesteld met de kwaliteit van natuur, milieu en water in onze provincie.

Neem bijv. het streven van de provincie om in 2030 een CO2-emissiereductie te realiseren van 55% ten opzichte van 1990 (wat dus nog verder gaat dan de ambitie van 49% uit het Klimaatakkoord). Als je dit binnen 8 jaar wilt halen, dan zul je toch op z’n minst moeten weten hoe ver je nu al bent. Maar niks hierover in de Jaarstukken: hierin is geen enkel cijfer te vinden over de huidige emissie van CO2, laat staan of de provincie op koers ligt om de doelstelling voor 2030 te halen. Stel eens voor, dat Bauke Mollema op zo’n manier te werk zou gaan in de Tour de France en vanaf dag 1 geen enkele acht zou slaan op het dagelijkse tussenklassement?

Ook als het gaat om bijv. de biodiversiteit, de emissies van zeer zorgwekkende stoffen en andere milieuparameters treffen we geen concrete cijfers aan in de Jaarstukken. En als er ergens wel een concrete milieu-indicator is vastgelegd, dan geeft die aan dat het helemaal niet goed gaat. Zo is de score in 2021 op de indicator ‘waterlichamen met een goede ecologische kwaliteit (oppervlaktewater)’ = 0%. Oftewel: ‘Minder kan niet”. De zeer weinige gegevens die wel bekend zijn, stemmen bedroevend. In de Milieumonitor zien we dat de CO2 emissie door bedrijven in Groningen sinds 2012 sterk toeneemt, in plaats van afneemt! Idem de emissie van stikstofoxiden.

Een aantal indicatoren zijn zo vrijblijvend dat bij het plegen van minimale inzet deze al opportunistisch op groen zijn gezet, zonder dat het doel überhaupt bereikt is. Bijvoorbeeld, er wordt extra inzet op specifieke dossiers (ESD, Pouw, RWE, Schipper en Zeer Zorgwekkende Stoffen) beloofd. De prestatie staat op groen want: ‘We zullen ons extra inzetten voor de genoemde dossiers en voor nieuwe initiatieven in de energietransitie en de circulaire economie.’ Voorzitter, daar kopen wij niks voor. Hoe kunnen de Staten aan de hand van dergelijke vage taal nu de vooruitgang monitoren? Hoe kunnen we beoordelen in hoeverre de inzet van de ODG ook aantoonbaar en meetbaar leidt tot minder uitstoot, hinder en overlast bij BRZO bedrijven? Worden er minder overtredingen begaan? Neemt de uitstoot van ZZS af? Worden er meer milieuvriendelijke technieken ingezet?

Er moet nog een flinke inhaalslag gemaakt worden met gegevensregistratie en monitoring, en het is zeer zorgelijk dat dit nog steeds niet op orde is. Het lijkt soms alsof we pas net onze ogen geopend hebben voor milieuproblematiek en natuurverval, én de noodzaak deze in kaart te brengen, terwijl dit toch echt sinds de jaren 80 van de vorige eeuw overduidelijk is. De Partij voor de Dieren vindt het onacceptabel dat we jaar na jaar moeten wachten op indicatoren, streefwaarden en doelstellingen.

Een vraag aan de gedeputeerde:

bent u het eens met onze fractie, dat het hoog tijd wordt om meer en betere indicatoren vast te leggen waarmee we samen goed de vinger aan de pols kunnen houden? Welke stappen gaat u hierin zetten?

Gelukkig is er ook tastbare vooruitgang geboekt. Er is een nieuwe faunapassage klaar, de rietproef is uitgevoerd, het areaal biologische landbouw blijft langzaam maar gestaag stijgen, en er is meer nieuwe natuur binnen het NNN gerealiseerd. Maar, voorzitter, de ‘ruim voldoende’ kan makkelijk het gevoel oproepen dat we goed op koers liggen en dus rustig op de ingeslagen weg kunnen doorgaan. ‘Komt goud’ zou een Groninger zeggen. Helaas is onze fractie daar geenszins gerust op. Wij roepen het college dan ook op om veel meer ambitie en inzet te tonen, en te versnellen. De urgente crises waar we ons in bevinden werken ons inziens te weinig door in het beleid, ze vragen om veel meer provinciale daadkracht!



Interessant voor jou

Bijdrage Gevolgen stikstofplannen kabinet voor provincie Groningen

Lees verder

Bijdrage perspectiefnota 2023

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer