Algemene beschou­wingen- groeiend verzet


26 juni 2013

Inleiding

Denkend aan Holland
zie ik vervuilde rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen gekapte populieren
als gevelde pluimen
naar de biomassacentrale gaan;
en in steeds beperkter
ruimte verzonken
megastallen
opeengepakt in het land.

Dit is een ander beeld dan Hendrik Marsman van ons land had toen hij zijn woorden schreef. Het Holland dat hem inspireerde is drastisch veranderd. De Partij voor de Dieren maakt zich daarover grote zorgen. En met ons vele anderen.
En ieder jaar kijken we vol verwachting uit naar de Voorjaarsnota van de provincie Groningen. Zal het roer omgegooid worden? Zal er iets gedaan worden om de achteruitgang te stoppen?

Nee, helaas. We gaan door op de oude voet. Met nog steeds de nadruk op economische ontwikkeling en greenwashing. Dit biedt echter geen perspectief.
De gedachte is dat mest een duurzame bron van energie kan vormen via vergisting, of dat megastallen en intensieve veehouderij diervriendelijk en duurzaam kunnen worden. Dit zijn volgens ons slechts pogingen om business as usual een groen imago te geven. We verven een dun laagje groen vernis op een onduurzaam systeem.

We hebben een radicalere koerswijziging nodig. En alleen wanneer grote groepen mensen tot het inzicht komen dat het onvoldoende is om steeds hele kleine stapjes in de goede richting te zetten, en dit ook laten horen en hun volksvertegenwoordigers tot de orde roepen, is het tij te keren. En dat kan. Het verzet groeit! Letterlijk!

Natuurliefhebbers in Nederland hebben binnen enkele weken het onzalige plan van De rijksoverheid om de Nederlandse natuur bij opbod en afslag te verkopen aan de hoogstbiedende, stopgezet. Voorlopig.

Niet omdat het kabinet inziet dat je het meest waardevolle dat we hebben moet beschermen tegen bezuiniging, privatisering en marktwerking, maar omdat volgens staatssecretaris Dijksma de verkoop "het hele land in beweging" bracht. Ze zei dit weekend in de media: "je moet je dan afvragen of dit de manier is om een veel groter bedrag bij elkaar te scharrelen". Geld is het uitgangspunt en blijft dat ook bij dit kabinet. De 100 miljoen bezuiniging op onze natuur moet en zal behaald worden, er wordt nu gezocht naar alternatieven zoals inkomsten uit houtkap en verkoop van andere bezittingen van Staatsbosbeheer zoals recreatiegronden op de Waddeneilanden.

Binnen twee weken zamelde de Partij voor de Dieren een kwart miljoen Euro in om via ‘woudfunding’ de geveilde natuur te kunnen behouden.

Met succes, op de natuurveiling in Daarle verwierf de partij bijna 100.000 m² van de kwetsbaarste natuur, inclusief een bewoonde dassenburcht.

Alleen dat laatste geeft al aan hoezeer de overheid weggevallen is als hoeder van kwetsbare waarden. Wie in Nederland een inheemse beschermde diersoort verhandelt riskeert hoge boetes of zelfs lange gevangenisstraf, maar de rijksoverheid meent een complete familie dassen inclusief haar leefgebied voor een slordige anderhalve euro per vierkante meter te kunnen verkopen.

En we hebben daarmee eenderde van de geveilde natuur kunnen veiligstellen.
Er was door de regering kennelijk onvoldoende rekening gehouden met de actiebereidheid van natuurbeschermers. Er was onvoldoende nagedacht over de weerstand die natuurverkoop zou oproepen en de geringe opbrengsten die ermee te behalen zouden zijn.

Uit de evaluatie blijkt dat 30% van de geveilde natuur is opgekocht door de Partij voor de Dieren en dat de grond met een verlies van €0.49 /m2 is verkocht na zo’n 20 jaar beheer a 246 euro per ha en zeer forse verkoopkosten. Bovendien was door de partij een aankoopmodel ontwikkeld waarmee de overheid tot 52% moet meebetalen aan het vrijkopen van de natuur, via een drempelloze notariële schenking. Het kost de overheid dus veel en het levert nauwelijks iets op.

Groeiend verzet en tegenvallende opbrengsten hebben ervoor gezorgd dat het kabinet de natuurverkoop opschortte. En het is jammer dat deze provincie zich niet aansluit bij dit groeiend verzet. In plaats van op de bres te staan voor de Groningse natuur, volgt het college het Rijk als het gaat om behoud en versterken van de natuur. Waarom laat dit college niet duidelijker haar stem horen en zorgt ze voor volop eigen financiële middelen om de natuur te helpen? Waarom blijven de ambities zo laag en afhankelijk van financiële bijdrages uit Den Haag? Wij vinden dat de Provincie eigen ferme koers moet varen als het gaat om natuurbeleid. Volgende week zullen we daar verder op ingaan, maar vandaag al een voorproefje met de motie die door GroenLinks en SP mede ingediend door de Partij voor de Dieren.

Veehouderij
In de Voorjaarsnota onder Karakteristiek Groningen kunnen we lezen dat er veel aandacht komt voor verduurzaming van de veehouderij in Groningen. Er wordt ruimte geboden voor een kwaliteitssprong die duurzaam, milieuvriendelijk, gezond en diervriendelijk is. Ja, voorzitter, dat zien we dagelijks in de provincie. Er wordt enorm veel ruimte gegeven aan de veehouderij. Maar als we verder lezen zien we dat dit ook moet gelden voor de intensieve veehouderij. Kan het college mij uitleggen wat er Karakteristiek Gronings is aan de intensieve veehouderij?

De schaalvergroting in de landbouw heeft vele ongewenste bijwerkingen, die niet in samenhang genoemd worden in de Voorjaarsnota. De effecten op de toeristische infrastructuur, de leefbaarheid van het platteland, bevolkingskrimp, volksgezondheid en de verkeersveiligheid zijn niet gerelateerd aan de agrarische sector. De Partij voor de Dieren stelt voor dat het college de effecten van de schaalvergroting in de volle breedte ziet en afweegt. We hebben het bij het vorige agendapunt al stil gestaan bij de gevolgen van de schaalvergroting in de veehouderij op verkeersveiligheid.

We zien dat zware landbouwvoertuigen en grote vrachtwagencombinaties vol dieren, veevoer, melk en mest af en aan rijden over veel te smalle gemeentelijke wegen en door dorpskernen. De melkfabriek in Bedum breidt uit, de inwoners zien zich geconfronteerd met verkeersonveilige situaties. En de oplossing wordt niet bij de bron gezocht. Nee de oplossing wordt gevonden in een rondweg. Gedeputeerde Bouwmans had niet nagedacht over de gevolgen van de schaalvergroting in de veehouderij op het wegennet, maar als we niet straks nog meer rondwegen rond stallen, fabrieken en dorpen willen krijgen, wordt dat de hoogste tijd.

Een ander neveneffect van de veehouderij is de mest. Deze wordt opgeslagen bij bedrijven, op veldkavels in bassins en silo's, wordt volop uitgereden op het land en volop getransporteerd heen en weer door het land.

Voorzitter, ons land is het vieste jongetje van de Europese klas met 70 miljard kilo mest, 14x het lichaamsgewicht van elke Nederlander in poep. En het aandeel van de provincie Groningen hieraan neemt snel toe. De oplossing voor het mestprobleem wordt niet gezocht in krimp van de veestapel, maar in een groene schaamlap; er wordt geïnvesteerd in weinig effectieve duurzaamheidsmaatregelen, luchtwassers om de ammoniak en andere schadelijke gassen weg te vangen, mestvergisters. Aan de 150 mestvergisters die Nederland nu telt, is onder het mom van 'groene stroom' al veel subsidiegeld uitgegeven ( 345 miljoen euro subsidie landelijk). Maar mestvergisters produceren geen groene stroom, maar bruine stroom. Het kleine beetje energie dat de mestvergisters opleveren, komt namelijk niet uit de lucht vallen. En de mest ook niet. Om onze nationale en natuurlijk ook de provinciale vee industrie draaiende te houden, worden er grote hoeveelheden sojaschroot en mais ingevoerd uit landen als Brazilië en Argentinië. Dit hele proces om veevoer te verbouwen alleen, kost jaarlijks net zo veel energie als vijf miljoen huishoudens gebruiken. (Ce delft, 2012). De schamele opbrengsten van de mestvergisters staan daarmee in schril contrast. We verspillen veel te veel energie aan de bio-industrie en we wekken er maar heel weinig energie mee op. Als je je dan ook nog realiseert dat de vee industrie verantwoordelijk is voor 18 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, dan wordt het laagje groene laagje vernis wel heel erg dof.

Voor omwonenden brengen de mestvergisters bovendien heel veel overlast met zich mee. Mensen worden letterlijk ziek van mestvergisters. Veel omwonenden klagen over stankoverlast, waarbij ze soms dagenlang last hebben van hoofdpijn en misselijkheid. En na al deze kosten en overlast, blijven we kampen met een mineralenoverschot in de vorm van fosfaat en stikstof, die onze natuur en waterkwaliteit letterlijk verstikt.

En waar een kleine provincie groot in kan zijn… de grootste mestvergisters zijn hier in Groningen te vinden. Als het aan dit college ligt dan komt er binnenkort een van de grootste mestvergisters van Europa bij. In Foxhol. Daar heeft de Partij voor de Dieren vele vragen over. Maar ik zal me op dit moment beperken tot de twee belangrijkste. Kan het college uitleggen waarom deze industriële vergisters niet m.e.r.-plichtig zijn volgens u? Hoe kan dat, terwijl veel van de bedrijven waar de mest van afkomstig is wel zo’n m.e.r.-plicht hebben? En hoe kan het dat er ook voor de afweging door de provincie over de gevolgen voor de omgeving gewezen wordt op het ontbreken van geurbeleid in Groningen?

Voorzitter. al jarenlang wordt gewerkt aan geurbeleid voor de provincie. In 2009 werd het al aangekondigd, in 2010 werd het aangekondigd, in 2011 is er opdracht verstrekt aan een extern onderzoeksbureau om een voorstel te schrijven voor geurbeleid (week 12, 2011: opdracht verleend aan Witteveen en Bos, Deventer voor de inhuur van ondersteuning op het gebied van geur en luchtkwaliteit t.b.v. het schrijven van het geurbeleid voor een bedrag van € 21.700,-). In 2012 werd het geurbeleid opnieuw aangekondigd, maar dit is in 2013 nog steeds niet ingevoerd. Voorzitter, hoe kan dat? Om te voorkomen dat dit ook volgend jaar nog niet klaar is, willen wij de volgende motie indienen.

(motie aangehouden)

Visserij
Visserijbiologen verwachten dat de oceanen nog in onze generatie zullen zijn leeggevist met desastreuze gevolgen voor klimaat, milieu en voedselvoorziening. Nu zult u misschien denken, mwah. Dat valt wel mee. Nou, dan zou ik u eens willen aanraden om in regio's waar men dat ook jarenlang dacht, zoals langs de hele oostkust van canada te gaan kijken. Grote delen van onze wereldzeeën zijn al onherstelbaar leeggevist. Kunt u aangeven wat de voordelen zijn van het serveren en promoten van haring op het provinciehuis, ten opzichte van bijvoorbeeld de plantaardige geen-tonijn van de vegetarische slager? Vindt u het ook zo'n goed idee dat de door de provincie gesubsidieerde lupine niet alleen aan varkens wordt gevoerd, maar sinds kort ook rechtstreeks aan de vegetarische slager wordt geleverd? De Partij voor de Dieren snapt dan ook niet waarom de financiële ruimte in de Voorjaarsnota voor visserij op de wadden en de Noordzee veel hoger is dan voor bijvoorbeeld kwelderherstel?

Bijen
Natuurbescherming en natuurherstel hoeft niet veel te kosten. Het kan ook in hele kleine dingen zitten. Neem bijvoorbeeld de bijen. Deze zorgen over de achteruitgang van bijen en hommels lijken staten breed te leven. Bijen en hommels gaan sterk achteruit. Door vele verschillende oorzaken: Monoculture akkerbouw, gifgebruik, ziekten en verdwijnen van bloemen zijn hiervan tezamen de oorzaak. Vorig jaar was het jaar van de bij. Er werden vele initiatieven ontplooid, ook in onze provincie. Maar nog niet door de provincie zelf. Wij zouden daarom graag de gedeputeerde natuur, dierenwelzijn en landbouw een nieuwe portefeuille erbij willen geven. De portefeuille Bij-zaken. Want zonder deze kleine beestjes zou ons leven wel eens onmogelijk kunnen zijn. We willen de gedeputeerde daarom een aantal dingen meegeven en overhandigen. Allereerst een voorstel, of beter gezegd een BIJdrage, door de Partij voor de Dieren is opgesteld. Daarin staan een aantal maatregelen opgesomd, waar ik graag een reactie op wil van de gedeputeerde. Denk aan het terugdringen van gifgebruik. Zowel door de provincie zelf als ook door particulieren en door de agrarische sector. En dat zou een hoop bijenlevens kunnen schelen. Een andere maatregel zou kunnen zijn: het aanplanten van bijenbloemen, maar ook het niet bestrijden van distels op plaatsen waar dat kan. We hebben bijvoorbeeld vele kilometers wegbermen en rotondes in beheer waar zonder problemen bijenbloemen een nuttige bijdrage aan het bijenwelzijn zouden kunnen leveren.
Maar voorzitter, ik zou de gedeputeerde ook graag een bijenhuisje willen aanbieden. Een kleintje, om te laten zien dat je met kleine maatregelen al veel effect kunt hebben. Laat dit bijenhuisje symbool staan voor bijenhotels op het provinciehuis en elders in de stad. En voorzitter, tot slot nog een motie om Bijzaken hoge prioriteit te geven.

(Motie aangehouden, na belofte gedeputeerde om met bijzaken bezig te gaan)

Tot slot.
Enkele weken vergeleek een van mijn collega statenleden mij met chief Seattle. En dat beschouw ik als een heel groot compliment voorzitter. Chief Seattle zou je misschien kunnen beschouwen als de oprichter van de Partij voor de Dieren. Ik wil deze algemene beschouwingen daarom afsluiten met enkele passages uit de rede van chief Seattle 160 jaar geleden zou hebben uitgesproken in de richting van de blanke gouverneur die het leefgebied van de ze Indianen in de huidige staat Washington wilde kopen, of eigenlijk bezetten. Speciaal voor de heer Veerenhuis-Lens.

Wat is de mens zonder dieren? Als alle dieren weg zijn, zal de mens sterven aan een gevoel van grote eenzaamheid. Want wat er gebeurt met de dieren, gebeurt spoedig ook met de mens. Alle dingen hangen samen.
Hoe kun je de lucht kopen of verkopen, de warmte van de aarde, de snelheid van de antiloop? Hoe kunnen wij die dingen aan u verkopen en hoe kunt u dat kopen?

Voorzitter, laten we ons niet langer focussen op economische groei. Laten we stoppen met het uitkleden en uitverkopen van onze natuur en al het andere wat zo waardevol is. Laten we investeren in Schone lucht, schoon water, een gezonde bodem en niet te vergeten de bloemetjes en bijtjes.

Dank u wel.

Interessant voor jou

Uitbreiding concentratiegebieden windmolens

Lees verder

Nota Natuurbeleid en Programma Landelijk Gebied 2

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer